De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel II, onderdeel D, komt te luiden:
D
Artikel 140 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het tweede lid vervalt telkens «onherroepelijke».
2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vierde en vijfde lid wordt
een lid ingevoegd, luidende:
-
3. Indien een organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven waarop naar de
wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer is gesteld, wordt
het in het eerste lid bedoelde feit gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien
jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe de aanpak van deelname aan een criminele organisatie te
verbeteren.
Een rechtspersoon waarvan de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde, kan door
de rechtbank worden verboden. Artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht regelt dat
deelneming aan de voortzetting van een verboden verklaarde organisatie strafbaar is.
In de praktijk is het lastig om personen te vervolgen voor deelneming aan de voortzetting
van een verboden organisatie. Het tweede lid van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht
bepaalt namelijk dat deelneming pas strafbaar is als de rechterlijke beslissing waarbij
de organisatie verboden is verklaard, onherroepelijk is. Als de organisatie in beroep
gaat tegen de verbodenverklaring, is het dus mogelijk om alsnog te blijven deelnemen
aan de werkzaamheid van een verbodenverklaarde organisatie.
Dit levert veel problemen op. Ervaring met bijvoorbeeld outlaw motorcycle gangs leert
dat het lange tijd duurt voordat een rechterlijke beslissing waarbij een criminele
motorbende is verboden, onherroepelijk is. De rechtszaken kunnen door tot aan de Hoge
Raad en nemen vele jaren in beslag.1 Al die tijd is het niet strafbaar om de deelneming aan de verboden organisatie voort
te zetten.2
Daarom stellen de indieners voor het woord «onherroepelijke» te schrappen. Het gevolg
is dat deelneming aan de werkzaamheid van een verboden organisatie reeds strafbaar
is als de rechter in eerste instantie de organisatie heeft verboden. Mocht de verbodenverklaring
in een later stadium van de rechterlijke procedure worden vernietigd, dan is het mogelijk
om schadevergoeding te krijgen voor de periode dat deelneming (naar later blijkt)
ten onrechte strafbaar was gesteld.
Het wetsvoorstel herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen introduceert
een gedifferentieerd wettelijk strafmaximum voor deelname aan een criminele organisatie.
De indieners menen dat het schrappen van de eis van onherroepelijkheid past bij de
herwaardering van de strafbaarstelling van deze delictsvorm.
Van Toorenburg Van Wijngaarden Van der Staaij