35 079 Voorstel van wet van de leden Kuiken, Van Toorenburg, Van Wijngaarden, Van der Graaf en Van der Staaij houdende regels over het bestuursrechtelijk verbieden van organisaties die een cultuur van wetteloosheid creëren, bevorderen of in stand houden (Wet bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties)

Nr. 25 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID GROOTHUIZEN C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 241

Ontvangen 22 juni 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 2 wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. Alvorens Onze Minister een beschikking als bedoeld in het eerste lid verleent, hoort Onze Minister het College van procureurs-generaal, bedoeld in artikel 130 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Van het horen en de reactie van Onze Minister wordt schriftelijk weergave gedaan in het dossier dat Onze Minister ten grondslag legt aan zijn besluit op grond van artikel 2, eerste lid.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de Minister slechts na het College van PG’s gehoord te hebben kan overgaan tot het in artikel 2, eerste lid, geregelde verbod. Hiermee wordt een extra zorgvuldigheidseis ingebouwd bij het toepassen van een verstrekkende bevoegdheid. Er wordt bovendien mee verzekerd dat het verbod geen strafrechtelijke onderzoeken doorkruist.

Het College van PG’s is een logische keuze, vanwege de magistratelijke positie van het OM en het feit dat in de praktijk lastig voorstelbaar is dat de Minister zijn bevoegdheid op iets anders kan baseren dan informatie van politie en OM.

Groothuizen Buitenweg Van Nispen


X Noot
1

Vervanging in verband met een wijziging in de toelichting.

Naar boven