35 074 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans)

Nr. 31 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID STOFFER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 23

Ontvangen 30 januari 2019

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, onder 2, wordt «tweede lid tot elfde lid» vervangen door «tweede lid tot twaalfde lid» en wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 11. Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan kan bepaald worden dat lid 3 en lid 5 niet van toepassing zijn voor bij die overeenkomst of regeling aangewezen functies, die gedurende een periode van ten hoogste negen maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend en niet aansluitend door dezelfde werknemer kunnen worden uitgeoefend gedurende een periode van meer dan negen maanden per jaar.

II

In artikel III, onderdeel D, komt het derde lid van het voorgestelde artikel 27 te luiden:

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het percentage van de lage premie, bedoeld in het eerste lid, van toepassing indien het een werknemer betreft die:

    • a. de beroepspraktijkopleiding volgt van de beroepsbegeleidende leerweg van een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, op de grondslag van een schriftelijke, in de administratie van de werkgever opgenomen overeenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8 van die wet, gesloten door de partijen, genoemd in artikel 7.2.9 van die wet; of

    • b. een functie vervult die op grond van artikel 668a, dertiende lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is aangewezen.

Toelichting

Werkgevers in onder meer de land- en tuinbouw zijn vanwege de aard van het werk vaak aangewezen op flexibele arbeid. Ook komt het geregeld voor dat werktijden zeer kort van tevoren worden gewijzigd. Ondergetekende vindt dat de wetgever rekening dient te houden met de specifieke kenmerken van het werk in deze sectoren. Dit amendement regelt daarom een uitzondering voor seizoensgebonden werk. De verplichting om bij wijziging van arbeidstijden loon te betalen en om na een jaar een contract met vaste arbeidsomvang aan te bieden gelden niet. Ook wordt de lage premie toegepast. Het amendement sluit aan bij de bestaande uitzondering in de wettelijke regeling van de ketenbepaling, waarin op grond van het wetsvoorstel de beperking van klimatologische of natuurlijke omstandigheden komt te vervallen (artikel 7:668a, dertiende lid).

Stoffer

Naar boven