35 069 Initiatiefnota van het lid Van Haga: «Een goede bedoeling is niet altijd een goed idee: een voorstel tot bestrijding van weeshuistoerisme»

Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2019

Op 8 april jl. vond het notaoverleg over de initiatiefnota «Een goede bedoeling is niet altijd een goed idee: een voorstel tot bestrijding van weeshuistoerisme» (Kamerstuk 35 069 nr. 2) plaats (Kamerstuk 35 069, nr. 11). Tijdens dit notaoverleg heb ik toegezegd dat het kabinet onderzoek zal (laten) doen naar «weeshuistoerisme» en dat de Kamer voorafgaand aan het zomerreces nader wordt geïnformeerd over de opzet hiervan, inclusief de onderzoeksvraag. Ook heb ik toegezegd in gesprek te zullen gaan met de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en dat de Kamer daarover zal worden geïnformeerd in dezelfde brief. Met deze Kamerbrief informeer ik de Kamer over de opzet van het onderzoek en het gesprek met de Nationaal Rapporteur Mensenhandel.

Doel van het onderzoek is om in kaart te brengen wat de omvang is van «weeshuistoerisme» vanuit Nederland, om hoeveel vrijwilligers het gaat, naar welke landen zij reizen, welke actoren welke rol/verantwoordelijkheid hebben in dit verband, alsmede wat mede op basis daarvan het handelingsperspectief is voor het kabinet. Op dit moment bestaat onvoldoende overzicht en inzicht in de particuliere initiatieven en mogelijke financieringsstromen die direct of indirect bijdragen aan het in stand houden van specifieke weeshuizen, onder andere door het stimuleren van internationaal vrijwilligerswerk. Het onderzoek leidt tot een onderzoeksrapport dat de onderzoeksvraag en alle deelvragen beantwoordt.

Het onderzoek wordt uitgevoerd door een onafhankelijke externe deskundige. Het zal najaar 2019 starten en maximaal 9 maanden in beslag nemen. Het gehele onderzoek wordt begeleid door een begeleidingscommissie. Deze begeleidingscommissie ziet toe op de kwaliteit van het onderzoek en of het onderzoek voldoet aan de opgestelde Terms of Reference. De begeleidingscommissie zal naast betrokkenen vanuit gespecialiseerde organisaties, in ieder geval bestaan uit de volgende leden:

  • Het Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen;

  • Een inhoudelijk betrokkene vanuit de academische wereld met expertise op het gebied van kinderrechten en/of pedagogiek.

  • De opdrachtgever, het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

De opzet voor het onderzoek is tot stand gekomen in goed overleg met het Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Omdat het gehele onderzoek naar weeshuistoerisme breder is dan het mandaat van de Nationaal Rapporteur, zal deze plaatsnemen in de begeleidingscommissie om zo inbreng te kunnen zekerstellen. Bezien wordt op welke deelvragen die binnen het mandaat liggen het Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen een actievere (onderzoeks-)bijdrage kan leveren.

Bovenstaande wordt uitgevoerd in nadere (inter)departementale afstemming met betrokken departementen (naast Buitenlandse Zaken zijn dit Justitie en Veiligheid, Onderwijs Cultuur en Wetenschap, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid Welzijn en Sporty). Inzet is dat het onderzoek snel van start kan gaan.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Naar boven