35 055 Voordracht ter vervulling van een vacature voor de afdeling klachtbehandeling van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD)

Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2018

De heer mr. W.B.M Tomesen heeft mij verzocht te bevorderen dat aan hem ontslag wordt verleend als lid van de afdeling klachtbehandeling van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). Zijne Majesteit heeft het Koninklijke Besluit houdende de ontheffing van de heer Tomesen uit zijn functie als lid van de afdeling klachtbehandeling van de CTIVD per 1 november 2018 getekend1. Door het vertrek van de heer Tomesen is het wenselijk om een nieuw lid te benoemen.

De ontslag- en benoemingsprocedure voor de afdeling klachtbehandeling van de CTIVD is geregeld in hoofdstuk 7 van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Artikel 99, lid 1 geeft aan dat voor de benoeming van de leden door de Tweede Kamer der Staten-Generaal per vacature een voordracht wordt gedaan van tenminste drie personen, waaruit de betrokken ministers een keuze maken. Bij haar voordracht slaat de Tweede Kamer zodanig acht als haar dienstig voorkomt op een door de vice-president van de Raad van State, de president van de Hoge Raad der Nederlanden en de Nationale ombudsman gezamenlijk opgemaakte aanbevelingslijst van ten minste drie kandidaten per vacature. De geselecteerde kandidaat wordt door de Kroon benoemd.

Ik heb de vice-president van de Raad van State verzocht om de benoemingsprocedure op korte termijn te starten en de aanbevelingscommissie bijeen te roepen. Ik verzoek uw Kamer een voordracht te doen ten einde zo snel mogelijk een nieuw lid van de afdeling klachtbehandeling van de CTIVD te kunnen benoemen.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven