35 047 (R2108) Wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van elektronische identificatie met een publiek identificatiemiddel en het uitbreiden van het basisregister reisdocumenten

Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Paspoortwet te wijzigen in verband met de invoering van elektronische identificatie met een publiek middel en de uitbreiding van het basisregister reisdocumenten;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Paspoortwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef komt te luiden:

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

2. Na onderdeel o worden, onder vervanging van de punt door een puntkomma, drie onderdelen toegevoegd, luidende:

p. publiek identificatiemiddel:

een van rijkswege uitgegeven en aan een natuurlijk persoon verstrekt elektronisch middel dat persoonsidentificatiegegevens bevat en wordt gebruikt voor de authenticatie van een natuurlijke persoon, rechtspersoon of onderneming die toegang wenst tot elektronische dienstverlening;

q. elektronische dienstverlening:

verlening van elektronische diensten aan natuurlijke personen, ondernemingen of rechtspersonen ter uitoefening van een publieke taak, in het algemeen belang of waarbij het burgerservicenummer wordt verwerkt, door een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht of een in de Wet digitale overheid aangewezen organisatie, waarvoor authenticatie op betrouwbaarheidsniveau substantieel of hoog als bedoeld in de Wet digitale overheid is vereist;

r. overheidsorgaan:
  • 1. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of

  • 2. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.

B

Artikel 3, achtste lid, komt te luiden:

  • 8. De tot verstrekking bevoegde autoriteiten voeren een reisdocumentenadministratie ten behoeve van de aanvraag, verstrekking en uitreiking van reisdocumenten. De administratie bevat de gegevens bedoeld in het eerste, tweede, vierde, vijfde, zesde en zevende lid, alsmede andere gegevens die bij de aanvraag zijn overgelegd. De administratie is zowel op naam als op documentnummer toegankelijk. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels gesteld met betrekking tot de verwerking van gegevens in de administratie.

C

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

  • 1. Bij algemene maatregel van rijksbestuur kunnen reisdocumenten worden aangewezen waar het publiek identificatiemiddel op wordt geplaatst.

  • 2. Het publiek identificatiemiddel dat krachtens het eerste lid op het reisdocument is geplaatst, bevat de bij algemene maatregel van rijksbestuur vast te stellen gegevens.

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels gesteld omtrent de technische en organisatorische inrichting van de voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de vervaardiging en het kunnen gebruiken van het publiek identificatiemiddel en de daarmee samenhangende verwerking van gegevens.

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden regels gesteld omtrent de kosten die ten laste worden gebracht voor vervaardiging en verstrekking van een publiek identificatiemiddel en voor de handelingen die door Onze Minister worden verricht voor het gebruik kunnen maken van dit middel.

D

Artikel 4a komt te luiden:

Artikel 4a

  • 1. Er is een basisregister reisdocumenten. Onze Minister is verantwoordelijk voor de gegevensverwerkingen in het register.

  • 2. In het register worden gegevens vastgelegd om deze te verstrekken:

    • a. aan overheidsorganen die ingevolge deze wet belast zijn met taken ter uitvoering van deze wet;

    • b. aan overheidsorganen en andere instellingen en personen met een wettelijke verplichting ter voorkoming en bestrijding van fraude met en misbruik van reisdocumenten;

    • c. aan overheidsorganen ten behoeve van de vervaardiging, uitgifte en werking van het publiek identificatiemiddel;

    • d. aan andere overheidsorganen en aan instellingen en personen met een gerechtvaardigd belang bij die verstrekking voor overige bij algemene maatregel van rijksbestuur aangewezen doelen.

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur wordt bepaald welke overheidsorganen en welke instellingen en personen met een gerechtvaardigd belang welke gegevens uit het register verstrekt kunnen krijgen en op welke wijze deze verstrekkingen plaatsvinden.

  • 4. In het register kunnen uitsluitend de volgende gegevens worden opgenomen:

    • a. gegevens als bedoeld in artikel 3, eerste, vierde, vijfde, zesde en zevende lid;

    • b. gegevens met betrekking tot de inhoud en de status van de reisdocumenten, alsmede de autoriteit die de gegevens heeft verstrekt en de datum waarop de gegevens zijn verstrekt;

    • c. gegevens met betrekking tot de status van het reisdocument als publiek identificatiemiddel.

  • 5. De overheidsorganen, belast met de uitvoering van deze wet en de bestuursorganen en aangewezen organisaties bedoeld in de Wet digitale overheid verstrekken de in het register op te nemen gegevens aan Onze Minister. Bij algemene maatregel van rijksbestuur kunnen overige overheidsorganen voor verstrekking worden aangewezen die bij de uitoefening van hun taak over gegevens komen te beschikken die van belang zijn voor de bijhouding van het register. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur wordt nader bepaald welke gegevens op welk moment moeten worden verstrekt en op welke wijze de verstrekkingen plaatsvinden.

  • 6. Onze Minister stelt regels over de zorg voor het beheer, de beveiliging en de betrouwbaarheid van het register.

  • 7. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de gegevens die in het register worden opgenomen, de gegevensverwerking, alsmede de bewaartermijn, de verwijdering en de vernietiging van de in het register opgenomen gegevens.

E

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en derde lid wordt telkens «Bij algemene maatregel van rijksbestuur» vervangen door «Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur».

2. In het derde lid wordt «de burger» vervangen door «de aanvrager» en wordt «een in die algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen bedrag» vervangen door «een in of krachtens die algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen bedrag».

3. In het zesde lid wordt telkens «bij algemene maatregel van rijksbestuur» vervangen door «bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur»

F

Artikel 16a, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Iedere Nederlander die in de basisregistratie personen is ingeschreven of die woonachtig is buiten het Koninkrijk heeft, binnen de grenzen bij deze wet bepaald, recht op een Nederlandse identiteitskaart, geldig voor tien jaren.

G

Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Bevoegd tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor nationale paspoorten, reisdocumenten voor vluchtelingen en reisdocumenten voor vreemdelingen, zijn:» vervangen door «Bevoegd tot het in ontvangst nemen van aanvragen voor nationale paspoorten, reisdocumenten voor vluchtelingen, reisdocumenten voor vreemdelingen en Nederlandse identiteitskaarten, zijn:».

2. In het vierde lid vervalt de zinsnede «Nederlandse identiteitskaarten en».

H

Artikel 27, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Een reisdocument kan slechts worden verstrekt, nadat een aanvraag is ingediend bij de krachtens artikel 26 bevoegde autoriteit. Onze Minister stelt regels over de gegevens die in de aanvraag worden vermeld.

I

In artikel 28 wordt na het derde lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Onze Minister stelt regels over de door de betrokkene in het kader van het aanvraag- en uitgifteproces van reisdocumenten over te leggen bescheiden en de beoordeling daarvan, alsmede de beveiliging van dit proces.

J

Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Bevoegd tot het verstrekken van nationale paspoorten, reisdocumenten voor vluchtelingen en reisdocumenten voor vreemdelingen, zijn:» vervangen door «Bevoegd tot het verstrekken van nationale paspoorten, reisdocumenten voor vluchtelingen, reisdocumenten voor vreemdelingen en Nederlandse identiteitskaarten, zijn:».

2. In het vierde lid vervalt de zinsnede «Nederlandse identiteitskaarten en».

K

Artikel 44, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

«overtuigt hij zich ervan of de gronden tot weigering of vervallenverklaring ten aanzien van betrokkene nog bestaan.» wordt vervangen door «overtuigt hij zich er op een door Onze Minister te bepalen wijze van of de gronden tot weigering of vervallenverklaring ten aanzien van betrokkene nog bestaan.».

L

Artikel 59 komt te luiden:

Artikel 59

  • 1. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van deze wet.

  • 2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere uitvoeringsregels worden gesteld met betrekking tot de werking van deze wet.

M

De artikelen 65, 65a en 66 vervallen.

ARTIKEL II

De Rijkswet van 11 juni 2009 tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie (Stb. 2009, 252) wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint-Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven