35 047 (R2108) Wijziging van de Paspoortwet in verband met de invoering van elektronische identificatie met een publiek identificatiemiddel en het uitbreiden van het basisregister reisdocumenten

Nr. 13 DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 2 oktober 2019

Artikel I van het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel Aa komt te luiden:

Aa

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel g, wordt «door Onze Minister vast te stellen.» vervangen door «bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur vast te stellen.»

2. Na het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

4. Elk reisdocument blijft na uitreiking rijkseigendom. Onze Minister oefent het eigendomsrecht uit.

B

Onderdeel Ca komt te luiden:

Ca

1. Artikel 4 vervalt.

2. De artikelen 4a en 4b vervallen.

C

Onderdeel D komt te luiden:

D

Na artikel 4b wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3. Het basisregister reisdocumenten

Artikel 4c

1. Er is een basisregister reisdocumenten. Onze Minister is verantwoordelijk voor de gegevensverwerkingen in dit register.

2. Het basisregister reisdocumenten heeft tot doel de autoriteiten, instellingen en personen bedoeld in artikel 4e te voorzien van de in het basisregister reisdocumenten opgenomen gegevens voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de vervulling van hun taken en werkzaamheden bedoeld in dat artikel. Het basisregister reisdocumenten heeft mede tot doel om organen en instellingen te voorzien van de in het register opgenomen gegevens in overige bij algemene maatregel van rijkbestuur aan te wijzen gevallen.

3. Onze Minister stelt regels over het beheer, de beveiliging en de betrouwbaarheid van het register.

Artikel 4d

1. In het basisregister reisdocumenten worden uitsluitend de volgende gegevens opgenomen:

a. gegevens als bedoeld in artikel 3, eerste, vierde, vijfde, zesde en zevende lid;

b. gegevens die bij de aanvraag zijn overgelegd, niet zijnde de gezichtsopname, handtekening dan wel vingerafdruk van de aanvrager, en gegevens die betrekking hebbenop de status van een reisdocument, alsmede de autoriteit die de gegevens heeft verstrekt en de datum waarop de gegevens zijn verstrekt;

c. gegevens met betrekking tot de status van het reisdocument als publiek identificatiemiddel.

2. De autoriteiten, belast met de uitvoering van deze wet, en de bestuursorganen en aangewezen organisaties bedoeld in de Wet digitale overheid verstrekken de in het basisregister reisdocumenten op te nemen gegevens aan Onze Minister.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen andere organen, instellingen en personen voor verstrekking worden aangewezen die bij de uitoefening van hun wettelijke taak over gegevens komen te beschikken die van belang zijn voor de bijhouding van het basisregister reisdocumenten.

4. Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur worden nadere regels gesteld omtrent de gegevensverwerking in het basisregister reisdocumenten, alsmede de bewaartermijn, de verwijdering en de vernietiging van de in het basisregister reisdocumenten opgenomen gegevens.

Artikel 4e

1. De gegevens uit het basisregister reisdocumenten kunnen worden verstrekt ten behoeve van de volgende taken of werkzaamheden aan de daarmee belaste organen en instellingen:

a. voor het in ontvangst nemen van aanvragen en het uitreiken, verstrekken, weigeren, wijzigen, vervallen verklaren, inhouden, dan wel definitief aan het verkeer onttrekken van documenten als bedoeld in artikel 2 van deze wet: de autoriteiten die belast zijn met deze taken;

b. voor het uitvoeren van artikel 25 van deze wet: Onze Minister, de Gouverneurs en de tot signalering bevoegde organen;

c. voor het laten functioneren van de voorzieningen ten behoeve van elektronisch berichtenverkeer, elektronische informatieverschaffing en elektronische authenticatie: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

d. ter voorkoming en bestrijding van misbruik van of fraude met reisdocumenten: de organen, instellingen en personen met een wettelijke verplichting of een gerechtvaardigd belang daartoe;

e. voor de taken in het belang van de nationale veiligheid: de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst;

f. voor opsporing of voor toezicht op naleving van wettelijke voorschriften: organen en personen met een publiekrechtelijke opsporingstaak, onderscheidenlijk met een toezichthoudende taak;

g. ter identificatie van slachtoffers als gevolg van rampen of strafbare feiten: organen en personen die op grond van een wettelijk voorschrift zijn belast met deze taak;

h. ter uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap: Onze Minister van Justitie en Veiligheid;

i. ter uitvoerlegging van strafvonnissen: Onze Minister die het aangaat.

2. De gegevens uit het basisregister reisdocumenten kunnen ook worden verstrekt ten behoeve van aanvullende bij algemene maatregel van rijksbestuur aan te wijzen gevallen.

3. Ten aanzien van de verstrekkingen bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, van dit artikel wordt bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur bepaald welke gegevens worden verstrekt en op welke wijze deze verstrekkingen plaatsvinden.

4. Alle overige verstrekkingen uit het basisregister reisdocumenten vinden plaats op grond van een besluit van Onze Minister naar aanleiding van een daartoe in te dienen aanvraag. In dit besluit wordt bepaald welke gegevens worden verstrekt en de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt. Van dit besluit wordt mededeling gedaan op een voor eenieder kenbare wijze.

Toelichting

Met deze derde nota van wijziging wordt een enkele wetstechnische omissie hersteld en wordt een verplaatsing van een bepaling gerealiseerd (de inhoud van artikel 4 van de Paspoortwet wordt verplaatst naar artikel 2 van de Paspoortwet) die verband houdt met het herschikken en verbeteren van de wetgevingsstructuur van de paspoortwetgeving.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Naar boven