De commissie heeft naar aanleiding van de memorie van antwoord de volgende vragen
en opmerkingen.
Inleiding
De leden van de CDA-fractie danken de regering voor de snelle en uitgebreide beantwoording van de vragen
inzake het wetsvoorstel Wet medische hulpmiddelen. Zij hebben nog wel enige vragen
over de toetsing van de effectiviteit en veiligheid van digitale hulpmiddelen, waarbij
de leden van de overige fracties zich aansluiten. Ook de leden van de fractie van
D66 stellen de snelle beantwoording van de vragen met betrekking tot het wetsvoorstel
Wet medische hulpmiddelen, waarmee uitvoering wordt gegeven aan Verordening (EU) 2017/745
over medische hulpmiddelen en Verordening EU (2017)/746 over medische hulpmiddelen
voor in-vitro diagnostiek (IVDR), op prijs. Zij hebben echter nog enkele nadere vragen
over de IVDR, waarbij de leden van de overige fracties zich aansluiten.
Digitale hulpmiddelen
De leden van de CDA-fractie gaan ervan uit dat het nu voorliggende wetsvoorstel ook de toetsing van de
digitale, technologische hulpmiddelen omvat. In dat geval vragen zij, mede namens
de overige fracties, aandacht voor de te verwachten groei van digitale hulpmiddelen
met artificiële intelligentie (AI).
De kwaliteit, veiligheid en effectiviteit is daarbij o.a. sterk afhankelijk van de
design criteria bij het bouwen van de noodzakelijke algoritmes. Hebben de notified bodies respectievelijk de inspectie dan ook toegang tot de design criteria van deze hulpmiddelen,
zodat zij een verantwoorde toetsing kunnen uitvoeren?
Naast digitale medische hulpmiddelen voor de zorgaanbieders en zorginstellingen is
er een ontwikkeling gaande dat steeds meer digitale hulpmiddelen met AI rechtstreeks
worden aangeboden aan de burger. Deze zijn zonder enige toetsing volgens de Wet medische
hulpmiddelen beschikbaar. De kans is echter groot dat vele burgers ervan uitgaan dat
ook deze hulpmiddelen veilig en effectief zijn. De leden van de commissie vernemen
graag hoe de regering deze ontwikkeling beziet en wat haar mening is over de mogelijke
risico’s. Hoe wordt ervoor gezorgd dat de burgers weten dat deze digitale hulpmiddelen
met AI juist niet getoetst zijn op effectiviteit en veiligheid?
IVDR
De leden van de D66- fractie hebben, mede namens de overige fracties, nog enkele vragen over de IVDR,
en dan met name over de capaciteit van de notified bodies en het in house testen.
Voor de IVDR is nog geen enkele aangemelde instantie (notified body) gecertificeerd – er hebben er zich slechts 6 aangemeld. Er zijn naar schatting 40.000
in vitro diagnostica (IVD) gecertificeerd onder de oude wetgeving (IVDD); daarvan
moeten er naar schatting ruim 32.000 gehercertificeerd worden door notified bodies onder de nieuwe IVDR. De leden van de commissie zijn bezorgd wat er in de overgangsfase
zal gebeuren met de bestaande en nieuwe IVD’s. Kunnen de circa 40.000 IVD’s op de
markt blijven en zo ja, onder welke voorwaarden en tot welk jaar?
In antwoord op de vragen van de D66-fractie met betrekking tot het in house testen, herhaalt de regering wat in de IVDR staat: er mag geen in huis gemaakte test
worden aangeboden als er een commercieel alternatief is. Dat staat haaks op de gedachten
over magistrale bereiding van geneesmiddelen bij zeer hoge kostprijzen. Deelt de regering
de zorg van de leden van de commissie dat dit een prijsopdrijvend effect aan de ene
kant en een innovatie belemmerend effect aan de andere kant heeft? Zou het om deze
redenen niet een oplossing kunnen zijn om in house diagnostiek in geaccrediteerde laboratoria toe te blijven staan? Zo nee, voorziet
de regering een stijging in de prijs van IVD’s? Hoe denkt de regering dit op te vangen?
De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport zien de antwoorden
van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 11 oktober
2019.
De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Adriaansens
De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer