35 030 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Invorderingswet 1990 in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2016/1164 van de Raad van 12 juli 2016 tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt (PbEU 2016, L 234/26) (Wet implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking)

F MOTIE VAN HET LID KÖHLER C.S.

Voorgesteld 11 december 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslagingen,

overwegende, dat de verhuurdersheffing en de hogere vennootschapsbelasting als gevolg van de voorgenomen beperking van de renteaftrek een zodanige last op de woningcorporaties leggen dat dreigt dat veel corporaties onvoldoende investeringsruimte overhouden om de afgesproken programma’s voor nieuwbouw en verduurzaming van sociale huurwoningen te realiseren, en dat door onvoldoende nieuwbouw de wachtlijsten van sociale huurwoningen onaanvaardbaar lang zullen blijven;

constaterende, dat de regering heeft toegezegd dat de Minister van BZK na overleg met de corporaties opnieuw naar de beschikbare investeringsruimte zal kijken en de Tweede Kamer daar komend voorjaar over zal rapporteren;

verzoekt de regering om, als mocht blijken dat deze investeringsruimte onvoldoende is om de afgesproken programma’s voor nieuwbouw en verduurzaming in de komende jaren uit te kunnen voeren, met aanvullende maatregelen te komen zodat deze programma’s alsnog gerealiseerd kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Köhler

Sent

Binnema

Baay-Timmerman

Ten Hoeve

Naar boven