Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 december 2018
Overeenkomstig artikel 15, vijftiende lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting
1969 en het per 1 januari 2019 te introduceren artikel 33a, zesde lid, van de Invorderingswet
1990 stuur ik u hierbij het besluit tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten
op het gebied van de belastingen in verband met de daarin opgenomen wijzigingen van
het Besluit fiscale eenheid 2003 en van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 19902.
Op grond van genoemd artikel 15, vijftiende lid, wordt een algemene maatregel van
bestuur als bedoeld in dat lid, nadat hij is vastgesteld, toegezonden aan beide Kamers
der Staten-Generaal en treden de daarin opgenomen wijzigingen van het Besluit fiscale
eenheid 2003 niet eerder in werking dan acht weken na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin de algemene maatregel van bestuur is geplaatst. Het genoemde besluit
is op 28 december 2018 in het Staatsblad geplaatst. Dit betekent dat de eerstbedoelde
termijn eindigt op 22 februari 2019.
Op grond van genoemd artikel 33a, zesde lid, wordt een algemene maatregel van bestuur
als bedoeld in dat lid, nadat hij is vastgesteld, toegezonden aan beide Kamers der
Staten-Generaal en treden de daarin opgenomen wijzigingen van het Uitvoeringsbesluit
Invorderingswet 1990 in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging
zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld. Binnen die termijn kan door
of namens een van de Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal
leden van een van de Kamers de wens te kennen worden gegeven dat het onderwerp van
de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel