35 007 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs

Nr. 12 AMENDEMENT VAN HET LID AZARKAN

Ontvangen 5 december 2018

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt «een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs» vervangen door «het vaststellen van het rentepercentage van de studielening en het levenlanglerenkrediet op nul procent».

II

In de beweegreden wordt «een wijziging in de rentemaatstaf aan te brengen in de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs ten behoeve van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën» vervangen door «om het rentepercentage van de studielening en het levenlanglerenkrediet vast te stellen op nul procent ter verbetering van de financiële positie van studenten».

III

In artikel I wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

In artikel 3.17, achtste lid, wordt «artikelen 6.3, eerste lid,» vervangen door «artikelen 6.3,».

IV

Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:

A

Artikel 6.3 komt te luiden:

Artikel 6.3. Vaststelling rentepercentage

Ten aanzien van de lening beroepsonderwijs, en de lening hoger onderwijs wordt het rentepercentage vastgesteld op nul.

V

Artikel I, onderdelen B en C, vervallen.

VI

Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

In artikel 10, tweede lid, van de Experimentenwet vooropleidingseisen, selectie en collegegeldheffing wordt «artikel 6.3, eerste lid,» vervangen door «artikel 6.3».

Toelichting

Dit amendement regelt dat het rentepercentage op de studieleningen en het levenlanglerenkrediet wordt vastgesteld op nul procent.

Het sociaal leenstelstel is een zware financiële belasting voor studenten, zeker ook in combinatie met torenhoge huren van studentenkamers, stijgende collegegelden vanaf 2010 en binnenkort ook stijgende BTW-tarieven op studieboeken en boodschappen.

Dit amendement beoogt de financiële lasten van studenten en oud-studenten enigszins te verlichten. Dekking wordt gevonden in het overschot op de Rijksbegroting van naar schatting 8 miljard euro in 2019 en verwachte structurele overschotten in de jaren daarna.

Azarkan

Naar boven