35 003 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het nader regelen van het gebruik van het burgerservicenummer bij de uitvoering van het depositogarantiestelsel

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 19 oktober 2018

De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand initiatiefwetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

De voorzitter commissie, Anne Mulder

De griffier van de commissie, Weeber

INLEIDING

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het nader regelen van het gebruik van het burgerservicenummer (BSN) bij de uitvoering van het depositogarantiestelsel. Zij onderstrepen het belang van vertrouwen in de financiële sector. Het depositogarantiestelsel draagt bij aan dat vertrouwen en het is van belang dat consumenten snel weer over hun tegoeden kunnen beschikken als de garantie wordt ingeroepen. Door gebruik te maken van het burgerservicenummer wordt dit proces versneld.

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben een aantal vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij zien het belang van een soepel werkend depositogarantiestelsel en steunen dan ook onderhavig wetsvoorstel, dat daaraan bijdraagt. Zij hebben nog een enkele vraag.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van dit wetsvoorstel tot de wijziging van de Wet op het financieel toezicht. Zij hebben ook het bezwaar van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) gelezen. De leden van de D66-fractie hebben hierover vragen.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben daarbij nog een enkele vraag.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben enkele opmerkingen en vragen.

ALGEMEEN

De leden van de PVV-fractie willen weten met welk bedrag het depositogarantiestelsel inmiddels gevuld is. Kan de regering per jaar aangeven hoeveel de Nederlandse banken hieraan hebben bijgedragen en nog zullen bijdragen? Kan de regering hetzelfde overzicht geven van banken uit andere lidstaten?

Verder willen de leden van de PVV-fractie weten op welke wijze nationale depositogarantiestelsels in de toekomst worden overgezet naar een Europees depositogarantiestelsel. Wat gebeurt er verder als een nationaal depositogarantiestelsel onvoldoende gevuld is?

§ 1. Inleiding

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van dit wetsvoorstel dat het gebruik van het BSN bij de uitvoering van het depositogarantiestelsel nader regelt. Zij vinden het opmerkelijk dat deze aanpassing nodig is. Hoe kan het dat deze waarborgen over het hoofd zijn gezien bij de implementatie van de richtlijn voor het depositogarantiestelsel? Deze leden zijn verbaasd dat de toezichthouder gaat werken met individuele klantbeelden (IKB’s). Kan de regering eens uitleggen wat dat precies is en inhoudt?

De leden van de SP-fractie willen weten wat er precies verandert in hetgeen een bank precies behoort te doen vanuit haar plichten als poortwachter. Het klopt toch dat een bank nu al moet weten wie de belanghebbende is van een rechtspersoon? Is die registratie niet op orde bij de banken? Is dat de reden dat het nodig is dat De Nederlandsche Bank (DNB), naast de banken, een IKB moet opbouwen?

§ 2. De uitvoering van het depositogarantiestelsel

De leden van de PVV-fractie merken op dat DNB en banken vanaf 1 januari 2019 een nieuwe werkwijze zullen hanteren waarmee een uitkeringstermijn van zeven dagen gehaald moet worden. Kan de regering deze nieuwe werkwijze nader uitwerken?

Ook willen de leden van de PVV-fractie weten in hoeverre een uitkeringstermijn van zeven werkdagen haalbaar is, gelet op het gegeven dat de huidige uitkeringstermijn van twintig werkdagen al redelijk veel inspanning vergt.

Welke klantgegevens zijn er naast het BSN nodig bij het opstellen van IKB’s om te kunnen voldoen aan de wettelijke uitkeringstermijn?

De leden van de D66-fractie hebben begrip voor de verkorting van de uitkeringsperiode, waardoor depositohouders binnen zeven dagen hun gegarandeerde deposito’s kunnen ontvangen. Zij zijn van mening dat een snelle uitkering bijdraagt aan snel herstel van vertrouwen na een faillissement van een bank. Snel herstel van vertrouwen kan erger kan helpen voorkomen. Het is begrijpelijk dat aan banken wordt gevraagd om hun administratie zo in te richten dat dit daadwerkelijk mogelijk is, hoewel dit soms complex kan zijn wanneer individuen verschillende rekeningen hebben.

De leden van de D66-fractie hechten grote waarde aan het zorgvuldig omgaan met het BSN. Kan de regering aangeven waarom het noodzakelijk is om het BSN te verwerken in het banksysteem om het depositogarantiestelsel goed uit te voeren, en daarbij apart ingaan op de noodzaak voor tijdige uitbetaling, vaststellen van de bedragen en toezicht? Waarom kan voor vaststelling van de bedragen en toezicht niet voldaan worden met een individueel klantnummer, een alias of een overkoepelend bancair-ID? De aan het woord zijnde leden lezen dat de regering alternatieven heeft overwogen. Welke alternatieven zijn er overwogen en waarom voldeed geen van die alternatieven? Kan de regering aangeven of andere lidstaten ook een (eigen variant van een) BSN gebruiken voor uitvoering van het depositogarantiestelsel, en niet alleen voor de uitkering zelf? Kan de regering een overzicht per EU-lidstaat geven met de maatregelen die zij nemen om de uitkeringsperiode te verkorten?

§ 3. Hoofdlijnen van het voorstel

De leden van de SP-fractie vinden dat de kwaliteit van de administratie van banken zodanig moet zijn dat DNB op basis van die administratie binnen zeer korte termijn kan vaststellen welke deposito’s binnen de reikwijdte van het depositogarantiestelsel vallen. Wordt dit met dit voorstel makkelijker en duidelijker? Wat gebeurt er als de administratie van de bank verschilt van die van DNB? Wie garandeert dat het individuele klantbeeld van de bank en DNB dezelfde zijn? Deze leden vragen of de verantwoordelijkheid niet veel eerder bij de banken moet liggen en vragen de regering hierop te reflecteren.

§ 4. Juridisch kader: grondrechtelijke toets en relatie tot de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

De leden van de CDA-fractie vragen naar welke alternatieven er zijn overwogen voor het gebruik van het BSN en waarom het bij deze alternatieven niet haalbaar wordt geacht om binnen 20 dagen tot uitkering te kunnen overgaan.

De leden van de SP-fractie vinden het opmerkelijk dat function creep een criterium is voor deze regering. Deze leden vragen de regering of het gebruiken van persoonsgegevens voor commerciële doeleinden wel wenselijk is en of zij überhaupt kan controleren of gegevens of bestanden die eenmaal beschikbaar zijn voor andere doeleinden worden gebruikt dan waarvoor zij zijn verkregen. Hoe denkt de regering dit te kunnen controleren?

Deze leden vragen de regering om een nadere toelichting waarom het risico op function creep niet volledig kan worden weggenomen.

§ 5. Verslag gegevensbeschermingseffectbeoordeling

De leden van de PVV-fractie merken op dat ten opzichte van de bestaande situatie, als gevolg van de wijziging, nieuwe gegevens worden verwerkt wat betreft het BSN van wettelijke of, in geval van rechtspersonen, rechtsgeldige vertegenwoordigers die zelf geen klant bij de desbetreffende bank zijn. In hoeverre zal dit mogelijke frauderisico’s meebrengen?

De leden van de CDA-fractie begrijpen dat het IKB apart van de overige administratie van banken moet worden bewaard. Deze leden vragen of er ook bijzondere beveiligingseisen aan de opslag van dit IKB-bestand worden gesteld. Hoe is het toezicht op de informatiebeveiliging van het IKB-bestand geregeld?

De leden van de D66-fractie vragen hoe geborgd wordt dat zorgvuldig wordt omgegaan met het BSN en dat het BSN niet verder wordt gedeeld. Hoe wordt geborgd dat banken het BSN niet verwerken in de interne administratie? Wie krijgt inzage in het BSN? Hoe wordt geborgd dat de bank het BSN alleen gebruikt voor inrichting van het IKB? Kan het BSN worden uitgewisseld met filialen in andere landen binnen en buiten de Europese Unie? Wie houdt toezicht op zorgvuldige omgang van het BSN?

§ 6. Financiële gevolgen

De leden van de PVV-fractie willen weten hoe voorkomen zal worden dat banken de administratieve lasten en nalevingskosten als gevolg van deze wetswijziging zullen doorberekenen aan hun klanten.

§ 7. Advies en consultatie

De leden van de VVD-fractie nemen in dit kader kennis van het uitgesproken negatieve advies dat de AP hecht aan dit wetsvoorstel. Zij lezen vervolgens in paragraaf 7 van de memorie van toelichting dat de bezwaren van de AP zijn ondervangen en dat het advies wordt gevolgd. Deelt de AP deze mening en zijn alle bezwaren ondervangen, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Als de bezwaren zijn ondervangen, kan dan aangegeven worden hoe dat is gebeurd?

De leden van de VVD-fractie vragen voorts naar de algemene omgang met het BSN. Hoe verhouden dit wetsvoorstel en de kritiek van de AP zich tot de discussie over het gebruik van het BSN als btw-nummer voor zelfstandige ondernemers? Kan worden aangegeven wanneer het BSN wél en wanneer het niet gebruikt mag worden? Kan hier ook worden ingegaan op de rol van het BSN in het tegengaan van witwassen in de financiële sector?

De leden van de D66-fractie lezen dat de regering het oorspronkelijk vastgestelde doel wil uitbreiden, zodat het BSN breder gebruikt kan worden voor de uitvoering van het depositogarantiestelsel, namelijk ten behoeve van tijdige uitbetaling, het vaststellen van de bijdragen en het toezicht hierop. Zij lezen ook dat de AP de wetswijziging oorspronkelijk heeft ontraden. De AP acht een ruime opvatting van gebruik van het BSN in strijd met de AVG. Kan de regering aangeven waarom zij van mening is dat het mandaat nu wel in lijn is met de AVG? Is hierover nader overleg geweest met de AP en heeft de AP zijn oordeel na de tekstwijziging herzien?

De leden van de fractie van GroenLinks merken op dat de AP bezwaar heeft gemaakt tegen het voorstel van wet en heeft geadviseerd om dit niet in te dienen. De AP mist namelijk de toelichting op de noodzaak van de BSN-verwerking in de bankadministratie, die nodig is voor de uitvoering van het depositogarantiestelsel in het algemeen. De AP stelt dat de wettelijke plicht adequater en explicieter omschreven moet worden om te voorkomen dat het BSN als een klant- of relatienummer zal worden gebruikt ten behoeve van de interne administratie van banken. De regering geeft aan dat de bezwaren van de AP worden ondervangen en dat het advies van de AP is gevolgd.

De leden van de fractie van GroenLinks vragen de regering of zij het gewijzigde wetsvoorstel opnieuw heeft voorgelegd aan de AP. Heeft de AP naar aanleiding van de definitieve versie van het wetsvoorstel wél geadviseerd om de wet in te dienen of heeft zij nog steeds bezwaren?

Naar boven