35 001 Homogene Groep Internationale Samenwerking 2019 (HGIS-nota 2019)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

1.

LEESWIJZER

2

 

1.1

Wat is de HGIS?

2

 

1.2

Opzet HGIS-nota 2019

2

     

2.

BELEIDSKADER 2019

4

 

2.1

Voor Nederland, Wereldwijd

4

 

2.2

Een wereld in verandering – buitenland is binnenland

4

 

2.3

Investeren in perspectief

8

 

2.4

Departementen en postennet – intensivering voor Nederlanders wereldwijd

11

     

3.

HGIS NAAR BELEIDSTHEMA'S

12

     

4.

BIJLAGEN

37

 

Bijlage 1: De HGIS-verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2018

37

 

Bijlage 2a: De HGIS-uitgaven horizontaal: meerjarencijfers per begroting en per begrotingsartikel

38

 

Bijlage 2b: De HGIS-ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per begroting en per begrotingsartikel

48

 

Bijlage 3: Berekening ODA-plafond 2018–2023, realisatie ODA-prestatie 2017 en raming ODA-prestatie 2018–2023

50

 

Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema

52

 

Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven BHOS-begroting per regio In 2019

54

 

Bijlage 6: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema

62

 

Bijlage 7: Internationale Klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2019

65

 

Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie 2019

67

1. LEESWIJZER

1.1 Wat is de HGIS?

De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is sinds 1997 een budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. In de HGIS worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Dit bevordert de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries. De HGIS vormt daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid.

Binnen de HGIS wordt onderscheid gemaakt tussen de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking die voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) en de overige uitgaven voor het buitenlands beleid (non-ODA).

De Minister van Buitenlandse Zaken coördineert het Nederlandse buitenlandbeleid en daarmee de HGIS. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een coördinerende bevoegdheid voor de uitgaven aan ODA binnen de HGIS.

Twee keer per jaar wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de HGIS. Op Prinsjesdag wordt de HGIS-nota aangeboden en op Verantwoordingsdag wordt het HGIS-jaarverslag aangeboden aan de Staten-Generaal. Deze documenten geven een integraal overzicht van alle uitgaven op het terrein van internationale samenwerking, die op de verschillende departementale begrotingen staan.

Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Waar de HGIS-nota spreekt over «Nederland» of «Nederlands» wordt daarmee bedoeld: «(van) het Koninkrijk der Nederlanden», tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.

1.2 Opzet HGIS-nota 2019

De HGIS-nota 2019 geeft inzicht in de begrote middelen voor internationale samenwerking in 2019. In het beleidskader worden de politieke hoofdlijnen van het buitenlandbeleid geschetst. Daarna wordt per beleidsthema nader ingegaan op de accenten in het begrotingsjaar 2019. De indeling naar acht beleidsthema’s en een categorie overig is gebaseerd op een samenstelling van de indelingen van de begroting van Buitenlandse Zaken en de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

De toelichtende teksten zijn ontleend aan de Memories van Toelichting bij de begrotingen voor 2019 van de verschillende ministeries en geven een overzicht in vogelvlucht. Voor een gedetailleerde toelichting wordt verwezen naar de respectievelijke begrotingen.

Na de beleidsthema’s volgen acht bijlagen. In deze bijlagen worden gegevens, die verspreid staan over verschillende departementale begrotingen, gebundeld tot een overzichtelijk geheel:

Bijlage 1

Deze geeft een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS tussen de HGIS nota 2018 en HGIS nota 2019

Bijlagen 2a en 2b

Hierin worden alle buitenlanduitgaven en -ontvangsten gepresenteerd per departement

Bijlage 3

geeft een berekening van het ODA-plafond voor de periode 2018–2023

Bijlagen 4 en 5

Hierin wordt een totaaloverzicht gegeven van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren, respectievelijk per beleidsthema en per regio

Bijlage 6

Een overzicht van de non-ODA uitgaven per beleidsthema

Bijlage 7

Hierin wordt een raming van de verwachte publieke klimaatuitgaven voor ontwikkelingslanden in 2019 gepresenteerd

Bijlage 8

betreft een uiteenzetting van de internationale inspanningen in 2019 op het terrein van migratie

2. BELEIDSKADER 2019

2.1 Voor Nederland, wereldwijd

Ons Koninkrijk is nauw verbonden met de rest van de wereld. Wat ver weg gebeurt, raakt ons dichtbij. Denk aan terrorisme, vluchtelingenstromen en klimaatverandering. Maar de wereld biedt ook kansen. Voor bedrijven, reizigers en studenten bijvoorbeeld.

De inzet van het kabinet is om bij te dragen aan een veiliger en welvarender Koninkrijk en steun te verlenen aan Nederlanders waar ook ter wereld. Samen met onze partners in Nederland, Europa en het buitenland zetten we ons 24/7 in voor een eerlijke en duurzame wereld. We staan pal voor Nederlandse belangen en universele waarden. Dat doen we door samen te werken met andere landen en internationale organisaties, bijvoorbeeld om mensenrechten te waarborgen en de Sustainable Development Goals te halen.

Ieder uur van de dag zijn we wel ergens op de wereld actief voor Nederlanders in het buitenland. Of ze daar nu wonen, werken, studeren of op vakantie zijn: wij staan voor ze klaar. Ook in geval van nood. Dit doen we vanuit Den Haag en via ons wereldwijde netwerk van 140 ambassades en andere vertegenwoordigingen. Overal dichtbij. Voor Nederland, wereldwijd.

2.2 Een wereld in verandering – buitenland is binnenland

Het gaat goed met ons land. Nederland zit economisch in de lift en behoort op veel terreinen tot de wereldtop. Denk aan persvrijheid, innovatie, het sociale vangnet, concurrentiekracht en internetdichtheid. Nederlanders zijn de afgelopen jaren steeds positiever geworden over de ontwikkelingen in eigen land, onder andere op economisch terrein.

De kansen die het buitenland biedt zijn overduidelijk. Nederland is een handelsland bij uitstek. Veel Nederlandse ondernemers investeren en handelen met het buitenland. Nederland kent een sterke oriëntatie op de open Europese markt en traditionele handelspartners, en krijgt een steeds sterkere positie op de groeimarkten buiten Europa. Voor de Caribische delen van het Koninkrijk liggen kansen vooral op het Westelijk Halfrond. Nederlanders genieten van de diversiteit aan internationale producten en diensten, gaan op vakantie in het buitenland, studeren en werken internationaal en hebben wereldwijd contact via sociale media. Nederland is een innovatief en hoogwaardig kennisland en heeft veel te bieden aan het buitenland, onder andere bij het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en op het gebied van sleuteltechnologieën zoals ICT en kunstmatige intelligentie, nano-, kwantum- en biotechnologie. Nederland heeft tegelijkertijd baat bij internationale innovatiesamenwerking met andere kenniseconomieën. De democratisering van informatiestromen biedt nieuwe mogelijkheden voor burgerparticipatie en internationale samenwerking. De verbeterde aansluiting op internationale onderwijssystemen maakt wetenschappelijke kennisuitwisseling steeds makkelijker. En zorgt ervoor dat studenten over de grens ervaringen op kunnen doen.

De verwevenheid tussen buitenlandse en binnenlandse ontwikkelingen komt ook naar voren bij de verschuivingen in het geopolitieke en economische krachtenveld. De positie van ons Koninkrijk in de wereld verandert. Verschuivende machtsverhoudingen zetten de traditionele naoorlogse verhoudingen onder druk. Dat geldt ook voor de rol van multilaterale organisaties. Er is sprake van veranderend Amerikaans leiderschap, terwijl grootmachten als Rusland en China steeds openlijker hun geopolitieke invloed laten gelden. Daarnaast komen nieuwe regionale mogendheden op die wereldwijd invloed uitoefenen. Sommige buurlanden van de EU gedragen zich steeds assertiever en soms agressiever.

Ook in onze eigen samenleving is de «lange arm» van enkele landen soms ongemakkelijk dichtbij. Ongewenste inmenging vanuit het buitenland staat haaks op de integratiedoelstellingen van het kabinet en kan op gespannen voet staan met onze waarden. Ongewenste buitenlandse financiering van Nederlandse religieuze instellingen is een voorbeeld van dergelijke ongewenste buitenlandse beïnvloeding, net als verspreiding van desinformatie door statelijke actoren. In de bilaterale betrekkingen die we met ons diplomatieke netwerk onderhouden, zoeken we actief de samenwerking waar sprake is van gedeelde belangen. Waar nodig gaan we de dialoog aan om verschillen van inzicht aan te kaarten. Ook binnen het multilaterale systeem schakelt Nederland op verschillende fronten, waaronder binnen de EU en de VN. Het Nederlandse lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad in 2018 heeft het Koninkrijk op de kaart gezet als serieuze partner voor vrede, rechtvaardigheid en ontwikkeling wereldwijd.

De verschuiving van de economische macht richting het Verre Oosten zet door. Het aandeel van de EU en de VS in de wereldeconomie is de afgelopen jaren verder afgenomen. De EU moet intern de zaken op orde hebben en eensgezindheid bewaren om stand te houden in dit verschuivende speelveld. De Brexit krijgt een grote invloed op de interne dynamiek van de EU. Mogelijk vermindert het politiek en economische gewicht van de Unie. Nederland zoekt in deze veranderende context in toenemende mate naar samenwerking met wisselende coalities binnen de EU.

Nederlanders maken zich meer zorgen om hun veiligheid dan een aantal jaar geleden, ondanks afgenomen criminaliteitscijfers. Dit heeft te maken met buitenlandse veiligheidsdreigingen die ook in het binnenland doorwerken. Denk aan terroristische aanslagen, de gewelddadige conflicten in de ring rond Europa, militaire dreiging in het oosten van Europa, instabiliteit in de Caribische regio, ongewenste buitenlandse inmenging, cyberdreiging en de dreiging van chemische, biologische, radiologische en nucleaire wapens. Om de veiligheid van alle Nederlanders zo goed mogelijk te waarborgen, heeft het kabinet besloten intensiever in te zetten op veiligheid. Aan het begin van deze regeerperiode publiceerde het kabinet al een nieuwe Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS). De ontwikkelingen in onder andere Syrië, Rusland, Turkije, Iran, Jemen, Libië, Venezuela, het Midden-Oosten vredesproces en de kwestie MH17 vragen in 2019 onverminderd onze aandacht.

Multilateralisme en coalities – een realistische en creatieve benadering

Nederland treedt bij voorkeur op in samenwerking met andere landen om zo effectief mogelijk te werken aan een veilige en welvarende wereld. Dit doet Nederland zowel in multilateraal als in coalitieverband. Nederland is voor zijn veiligheid en welvaart in grote mate afhankelijk van een voorspelbare wereldorde geregeerd door het internationaal recht. Dankzij coalitievorming en multilateralisme hebben we belangrijke diplomatieke successen kunnen boeken. De EU-Turkije-verklaring, het akkoord over het Iraanse nucleaire programma – dat de VS die eenzijdig heeft opgezegd doet daar niets aan af –, de totstandkoming van duurzame ontwikkelingsdoelen, het klimaatakkoord van Parijs, de succesvolle bestrijding van ISIS; het zijn allemaal voorbeelden van het nut en de noodzaak van gezamenlijk internationaal optreden. Hierbij blijft het belangrijk om ook met minder gelijkgestemde landen in gesprek te blijven. Zelfs als er fundamentele meningsverschillen bestaan. Op het terrein van ontwikkelingssamenwerking zijn de Sustainable Development Goals (SDG’s), zoals overeengekomen door de Verenigde Naties, de internationale leidraad.

Het akkoord van Parijs is een voorbeeld van een doorbraak waarvoor Nederland zich hard heeft gemaakt. Klimaatverandering en energiezekerheid wereldwijd hebben direct effect op de klimaat- en energiesituatie in ons land. Nederland neemt zijn verantwoordelijkheid en draagt ook internationaal substantieel bij aan het behalen van de doelstellingen van Parijs, bijvoorbeeld door klimaatfinanciering. Zo investeert Nederland in andere landen om hen te helpen om de doelstellingen van Parijs te behalen. Dankzij de binnenlandse transitie richting duurzame energie is Nederland op termijn minder afhankelijk van fossiele brandstoffen uit bijvoorbeeld het Midden-Oosten en Rusland. De Nederlandse klimaat- en energieambities bieden bovendien kansen wereldwijd voor innovaties van Nederlandse bedrijven, zoals op het gebied van windenergie op zee en elektrisch vervoer.

Internationale rechtsorde onder druk

Respect voor internationaal recht, multilaterale samenwerking en de democratische rechtsstaat zijn fundamenteel voor onze welvaart en veiligheid. Ze staan garant voor een stabiele internationale orde. Mensenrechten vormen niet voor niets een hoeksteen van het Nederlandse buitenlandbeleid. Fundamentele rechten van het individu worden te vaak geofferd aan welvaartsgroei of stabiliteit voor de gemeenschap. Rule of Law wordt Rule by Law. Onwelgevallige informatie wordt bestempeld als nepnieuws of vervangen door een alternatief verhaal. De liberale wereldorde moet hierin eensgezind optreden met een sterk, inclusief en eerlijk verhaal waarin ontwikkeling, veiligheid en mensenrechten hand in hand gaan. Ook binnen de EU zijn gedeelde waarden, respect voor de rechtsstaat, democratie en het naleven van regels en afspraken voor sommige lidstaten niet langer vanzelfsprekend. Wanneer de democratische rechtsstaat verder afbrokkelt, tast dit de kern van de Europese Unie aan. Dit leidt tot een gebrek aan eenheid en daadkracht die we juist nodig hebben om gezamenlijke uitdagingen het hoofd te bieden.

Gastland voor internationale organisaties

Nederland is een belangrijk gastland van internationale organisaties. Den Haag, als stad van Vrede en Recht, behoort met Brussel, Genève en Wenen tot de internationale top van vestigingsplaatsen. Inmiddels zijn er bijna 40 internationale organisaties in Nederland gevestigd, waar in 2019 nog het Europees Medicijn Agentschap (EMA) bij komt. Het gastlandschap voor internationale organisaties is een pijler van de invulling van artikel 90 van de Nederlandse Grondwet, die stelt dat de regering de ontwikkeling van de internationale rechtsorde bevordert. Het draagt bij aan de reputatie van Nederland in het buitenland en aan het Nederlandse internationale netwerk. De aanwezigheid van internationale organisaties levert een positieve bijdrage aan de Nederlandse economie, zowel door directe uitgaven van deze organisaties in Nederland als via bedrijven die in het kielzog van internationale organisaties naar Nederland komen.

Migratie

Gezien de complexiteit van het migratievraagstuk heeft het kabinet besloten tot het formuleren van een integrale migratieagenda1. Deze agenda is de komende jaren leidend voor de Nederlandse inspanningen op het gebied van migratie. De integrale benadering is opgesteld vanuit de gedachte dat overheidshandelen vanuit verschillende beleidsterreinen in binnen- en buitenland een samenhangend geheel moet vormen. Het is noodzakelijk om beleid te ontwikkelen en uit te voeren dat zich richt op alle delen van de migratieagenda, in samenwerking met alle relevante spelers. De zes pijlers van de migratieagenda zijn: 1) het voorkomen van irreguliere migratie, 2) het versterken van de opvang en bescherming voor vluchtelingen en ontheemden in de regio, 3) een solidair en solide asielstelsel binnen de Europese Unie en Nederland, 4) minder illegaliteit en meer terugkeer, 5) bevorderen legale migratieroutes en 6) het stimuleren van integratie en participatie. Prioriteiten zijn de bescherming van de mensenrechten, het voorkomen van irreguliere migratie, het tegengaan van mensensmokkel en -handel, beter grensmanagement en het bevorderen van terugkeer en herintegratie. De inzet is vooral gericht op de belangrijkste transit- en herkomstlanden van waaruit Nederland de grootste migratiedruk ervaart.

Instabiliteit en veiligheid

Het internationale veiligheidsbeleid is de ruggengraat van ons buitenlands beleid. Vanwege de directe raakvlakken met onze eigen veiligheid heeft het kabinet ervoor gekozen de internationale inzet voor veiligheid te intensiveren. Dit doen we door te investeren in diplomatie, defensie en ontwikkelingssamenwerking. De Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS), maar ook de BHOS nota «Investeren in Perspectief» is daarbij leidend. Samenvattend is de strategie gebaseerd op de pijlers «voorkomen», «verdedigen» en «versterken». De GBVS staat voor een realistische aanpak: anticiperend en preventief waar mogelijk, robuust waar noodzakelijk. En met een duidelijke focus op de landen en regio’s die het meest relevant zijn voor de veiligheid van Nederland en de Caribische delen van het Koninkrijk. Bij deze geïntegreerde veiligheidsbenadering zet Nederland alle relevante beleidsinstrumenten en actoren in.

Deelname aan militaire missies en operaties vormt een onlosmakelijk onderdeel van de internationale inzet van het kabinet voor een veilig Nederland. De Nederlandse inzet in vredesmissies en crisisbeheersingsoperaties richt zich met name op de regio’s rond Europa. Daarbij wil Nederland een betrouwbare partner zijn. Zoals ook gemeld in de Kamerbrief toekomstige inspanningen in missies en operaties heeft het kabinet dan ook besloten om in 2019 de bijdrage aan de Resolute Support missie te intensiveren en voort te zetten tot en met 2021, de huidige bijdrage aan de vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in Litouwen voort te zetten tot en met 2020 en de intentie aangekondigd om een proportionele bijdrage te leveren aan de NAVO-capaciteitsopbouwmissie in Irak. Het kabinet heeft tevens besloten om de huidige bijdrage aan MINUSMA per 1 mei 2019 te beëindigen. In de tweede helft van 2018 is het kabinet voornemens besluiten te nemen over een mogelijke hernieuwde maritieme inzet en bijdrage aan de strijd tegen ISIS.

De snelle technologische ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie zijn een motor achter onze welvaart. Maar ze vormen ook een risico als kwaadwillenden hiermee onze veiligheid kunnen aantasten, bijvoorbeeld door cyberaanvallen of ongewenste beïnvloeding van het publieke debat. Nederland investeert daarom in een ambitieuze cybersecurity-agenda. Ook maken we ons internationaal sterk voor de erkenning van het internationaal recht als regulerend kader voor het cyberdomein. Versterking van de cyberafschrikking en het achterhalen van daders van cyberaanvallen (attributie) zijn thema’s die ook in 2019 prominent op de agenda staan. Defensie, JenV, BZK en BZ werken bij de uitvoering van het internationale cyberbeleid daarbij nauwgezet samen.

Effectieve Europese samenwerking

Europa gaat in 2019 een jaar van veranderingen tegemoet. Oorzaken zijn de Brexit, de verkiezingen voor het Europees parlement, de installatie van een nieuwe Europese Commissie en de onderhandelingen over het volgende Meerjarig Financieel Kader voor de periode 2021–2027. Op 29 maart 2019 verlaat een lidstaat, zoals het er nu voor staat, voor het eerst in de geschiedenis de Europese Unie. Het vertrek van het Verenigd Koninkrijk (VK) raakt ons allemaal: de Unie als geheel maar zeker ook Nederland als toegangspoort tot het continent. Samen met onze Europese partners zet Nederland zich in voor goede en brede afspraken over het terugtrekkingsakkoord, de overgangsperiode en de toekomstige relatie met het VK. Onder het motto «prepare for the worst, hope for the best» bereiden alle departementen zich voor op de uittreding. Daarbij houdt Nederland rekening met noodzakelijke voorbereidingen voor een cliff edge Brexit (contingency planning). Ook bereiden we ons voor op een nieuwe relatie met het VK (preparedness). De Minister van BZ treedt op als coördinerend bewindspersoon.

De Brexit laat zien dat draagvlak voor de Europese Unie niet vanzelfsprekend is. De EU wekt vaak hoge verwachtingen die ze niet altijd waarmaakt. De realiteit van het leven van Europese burgers is soms ver verwijderd van de besluitvormingsprocessen in Brussel. De verkiezingen voor het Europees Parlement in mei 2019 en de vorming van een nieuwe Commissie zijn een nieuwe kans om deze afstand te verkleinen. Tegelijkertijd blijft een stevige rol van nationale parlementen essentieel voor het draagvlak.

Nederland wil voortrekker zijn binnen een daadkrachtige Europese Unie. Een Unie die in staat is om gezamenlijke uitdagingen het hoofd te bieden. Om resultaten te boeken die lidstaten alleen niet kunnen bereiken. Een Unie die bijdraagt aan duurzame welvaart, veiligheid en stabiliteit.

2.3 Investeren in perspectief

Welvaart en veiligheid in Nederland zijn nauw verbonden met de wereld om ons heen. Dit biedt kansen en uitdagingen. In veel opzichten gaat het steeds beter in de wereld: het aantal mensen dat in extreme armoede leeft is flink gedaald en de toegang tot basisvoorzieningen zoals schoon water, gezondheidszorg en onderwijs is sterk verbeterd. De economische groei in veel ontwikkelingslanden ondersteunt deze vooruitgang. Ook de Nederlandse economie staat er goed voor. Nederland is een groot handelsland en één van de meest innovatieve en concurrerende landen ter wereld. Tegelijkertijd zijn er grote veranderingen en serieuze uitdagingen waar het beleid voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op moet inspelen: meer conflicten en instabiliteit, grote vluchtelingen- en migratiestromen, de resterende extreme armoede in ontwikkelingslanden, hoge bevolkingsgroei in sommige regio’s, klimaatverandering, ongelijk verdeelde kansen, snelle technologische ontwikkelingen en digitalisering, opkomend protectionisme, scherpe internationale concurrentie en een dreigende handelsoorlog.

De zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen voor 2030 (Sustainable Development Goals – SDGs) zijn de internationale leidraad voor het beleid op het terrein van internationale handel en ontwikkelingssamenwerking. De SDGs vormen de ultieme preventieagenda: hieraan werken is een investering in het voorkomen van conflict en instabiliteit. De SDGs bevorderen de mensenrechten en de rechten van vrouwen en meisjes. Ze hebben de ambitie om vooral verbeteringen te realiseren voor mensen die het meest achtergesteld zijn (leave no one behind). De SDGs zijn tegelijkertijd een agenda voor innovatie en bieden het bedrijfsleven kansen om met innovatieve oplossingen voor de SDGs nieuwe markten aan te boren. De SDGs bieden voor het eerst een universele agenda voor internationale samenwerking.

Zoals beschreven in de nota Investeren in Perspectief werken we aan vier nauw verbonden hoofddoelen:

  • voorkomen van conflict en instabiliteit;

  • verminderen van armoede en maatschappelijke ongelijkheid;

  • bevorderen van duurzame inclusieve groei en klimaatactie wereldwijd;

  • versterken van het internationaal verdienvermogen van Nederland.

Onderdeel hiervan is het verbeteren van de opvang en de bescherming van vluchtelingen en ontheemden in de regio en het tegengaan van irreguliere migratie. Rode draad door het BHOS-beleid is het werken aan gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen en meisjes. De achterstelling van vrouwen is zichtbaar in alle aspecten van de samenleving. Dit betekent dat gendergelijkheid vraagt om actieve aandacht in alle onderdelen van het beleid. Vooruitgang boeken op de doelen van het BHOS-beleid vergt samenwerking met partners in Nederland en de rest van de wereld. De Europese Unie (EU) en gelijkgezinde EU-lidstaten zijn hierbij natuurlijke partners, naast de multilaterale ontwikkelingsbanken en VN-instellingen. Nederland werkt ook samen met bedrijven, kennisinstellingen en het maatschappelijk middenveld. Hun kennis en kunde zijn onmisbaar bij de aanpak van de grote maatschappelijke uitdagingen waarvoor we staan.

Duurzame ontwikkeling, handel en investeringen

Het kabinet zorgt voor samenhang in het buitenlandbeleid en zorgt zo voor meer effectiviteit. Het zet in op synergie tussen duurzame ontwikkeling, handel en investeringen. Economische groei en toegang tot buitenlandse markten voor ontwikkelingslanden zijn onderdeel van het ontwikkelingsbeleid. Het kabinet gebruikt de relaties met ontwikkelende en opkomende landen om die markten te ontsluiten voor het Nederlands bedrijfsleven. Onze innovatieve kracht en capaciteit maakt het kabinet toepasbaar voor ontwikkeling. Het kabinet zet zich bovendien in voor de belangen die wij delen met ontwikkelingslanden.

Ontwikkelingssamenwerking

Het kabinet richt zich in zijn beleid voor ontwikkelingssamenwerking meer op het voorkomen van conflicten en het tegengaan van instabiliteit en onveiligheid. Armoede, conflict, terreur, klimaatverandering, bevolkingsgroei en irreguliere migratie zijn nauw met elkaar samenhangende problemen. In de nabijheid van Europa heeft een groeiend aantal landen hiermee te kampen, met name in West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Bovendien concentreert extreme armoede in de wereld zich vooral in fragiele regio’s. Het is in ieders belang om de grondoorzaken hiervan in samenwerking met de landen zelf aan te pakken. De genoemde regio’s zijn de nieuwe focusregio’s voor ontwikkelingssamenwerking geworden. De bestaande inzet op het gebied van water, landbouw, seksuele & reproductieve gezondheid en rechten (SRGR), klimaat, rechtstaat en ontwikkeling van de private sector wordt meer gericht op de focusregio’s.

De snelgroeiende groep jongeren in deze regio’s heeft perspectief nodig op een toekomst met werk, onderwijs, gelijke kansen en veiligheid. Versterking van de positie van vrouwen en meisjes is ook hier een cruciale factor. Daarom investeert het kabinet in programma’s voor juist deze groepen. Er wordt in 2019 EUR 60 miljoen meer geïnvesteerd in nieuwe programma’s voor (beroeps)onderwijs, werk en inkomen voor jongeren en vrouwen in de focusregio’s vanuit de beleidsartikelen 1.3 en 3.4. De gezamenlijke inzet voor stabiliteit, armoedebestrijding en inclusieve groei is ook een investering om structureel en op langere termijn de druk van vluchtelingen, intern ontheemden en migranten te beperken.

Een proactieve handels-, innovatie- en investeringsagenda

Voor een zo hoog mogelijk rendement op de handels-, innovatie- en investeringsbevordering moeten publieke en private partijen de handen ineenslaan. Inspanningen worden sterker geconcentreerd op markten die voor Nederland het belangrijkst zijn, en meer gericht op het mkb en startups. Nederland is de vierde meest concurrerende economie wereldwijd. Nederland dankt een derde van zijn banen en nationaal inkomen aan het buitenland. Die sterke positie is echter niet vanzelfsprekend. Het is van groot belang dat we toegang houden tot internationale markten. Daarbij gaat het om een internationaal gelijk speelveld, het bestendigen van ons aandeel op bestaande markten, het aanboren van nieuwe markten, het aansporen van bedrijven en kennisinstellingen om internationaal actief te worden en een aantrekkelijk vestigingsklimaat in eigen land. Ook moet Nederland blijven investeren in kennis, innovatie en digitalisering en zich daarop internationaal positioneren als aantrekkelijke partner.

Gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes

Investeren in vrouwen is investeren in ontwikkeling en groei. Nederland zet zich in voor gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes (SDG-5) en hanteert dit als doel in alle onderdelen van het BHOS-beleid. Nederland investeert specifiek in vier subdoelen: 1) vergroten deelname van vrouwen aan (politieke) besluitvorming en vrouwelijk leiderschap; 2) economische empowerment en verbetering van het economische klimaat voor vrouwen; 3) preventie en uitbanning van geweld tegen vrouwen en meisjes; 4) versterking van de rol van vrouwen in conflictpreventie en vredesprocessen, en bescherming in conflictsituaties.

Klimaatactie en mobiliseren van de private sector voor duurzame en inclusieve groei

Nederland en ontwikkelingslanden hebben een gedeeld belang bij duurzaamheid en inclusieve groei wereldwijd. Respect voor mensenrechten, natuur en milieu, en eerlijke kansen voor iedereen zijn voorwaarden voor toekomstige welvaart en ontwikkeling. Het kabinet draagt hier met de gecombineerde agenda voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan bij, in lijn met het klimaatakkoord van Parijs en de SDGs. Om deze hoge ambities waar te maken ondersteunen we ontwikkelingslanden om de gevolgen van klimaatverandering het hoofd te bieden en hun economie te versterken. Ook moeten we de kansen van (digitale) technologische vooruitgang benutten. En zorgen dat de (Nederlandse) private sector met innovatieve oplossingen voor de SDGs nieuwe markten kan aanboren. Nederland maakt zich daarbij sterk voor verduurzaming van mondiale waardeketens en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. Ook zetten we ons in voor een toekomstbestendig multilateraal handels- en investeringssysteem dat duurzame groei en ontwikkeling stimuleert.

2.4 Departementen en postennet – intensivering voor Nederlanders wereldwijd

Het Kabinet heeft met het Regeerakkoord in 2017 besloten het postennet uit te breiden naar aanleiding van het AIV-advies «De vertegenwoordiging van Nederland in de wereld». Het advies stelde dat het werk van ambassades en consulaten de afgelopen jaren steeds omvangrijker en complexer is geworden. Extra middelen oplopend tot 40 miljoen euro worden gebruikt om het nieuwe beleid van het kabinet mogelijk te maken. Dit is onder meer vastgelegd in de GBVS-notitie, de BHOS-notitie en de migratiebrief. Gekozen is voor extra personele inzet in de zogenoemde ring van instabiliteit en op de prioritaire thema’s migratie, veiligheid, economische groei en Europa post-Brexit. Er worden Consulaten-Generaal geopend in Bangalore (India) en Atlanta (VS), met handelsbevordering als voornaamste taak. Tevens worden – na de opening van een ambassadekantoor in Tripoli (Libië) in 2017 en Niamey (Niger) in 2018 – ambassadekantoren geopend in Ndjamena (Tsjaad) en Ouagadougou (Burkina Faso). Deze ambassadekantoren dragen bij aan een effectieve aanpak van grensoverschrijdend terrorisme, criminaliteit, irreguliere migratiestromen en het tegengaan van grondoorzaken van instabiliteit. Deze intensiveringen worden nader toegelicht in de brief over het Postennet die voor de begrotingsbehandeling van BZ aan de Tweede Kamer wordt gestuurd.

3. HGIS NAAR BELEIDSTHEMA'S

De HGIS is ingedeeld langs een 8-tal beleidsthema’s en een categorie overige. Het HGIS budget voor 2019 komt uit op ca. EUR 6,1 miljard. Hiervan kwalificeert ca. 70% als Official Development Assistance (ODA). In onderstaand overzicht is de verdeling schematisch weergegeven.

HGIS 2019

HGIS 2019

Per beleidsthema wordt hierna specifiek ingegaan op de algemene doelstelling, de gevolgen van het beleid en een toelichting hierop. Per onderdeel is ook het ODA aandeel in de uitgaven inzichtelijk gemaakt. Verder is in bijlage 2 van deze nota een totaaloverzicht opgenomen waarin per departement aangegeven is welk deel van de uitgaven en inkomsten ODA en non-ODA betreft.

Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid

Algemeen

Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde inclusief gastlandbeleid, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.

Een sterke rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen en organisaties met een breed draagvlak en voortdurende inzet tegen straffeloosheid. De positie van Nederland als gastland voor Internationale Organisaties (IO’s) en diplomatieke missies, in het bijzonder organisaties met een mandaat op het gebied van vrede en recht, biedt een goed uitgangspunt voor de bevordering van de ontwikkeling van internationale rechtsorde. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.

Budgettaire gevolgen van beleid

bedragen x EUR 1.000

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2017

2018

2019

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

57.086

6.952

61.612

7.156

56.035

6.840

 

01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten

57.733

37.135

59.202

37.105

63.402

37.555

 

01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties

0

0

0

0

4.050

0

JenV

33.03.10 Opsporing en vervolging; NFI

542

0

555

0

555

0

 

33.03.39 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname

54

54

200

200

200

200

 

91.01.09 WIPO

229

0

252

0

252

0

 

91.01.07 Europol en Eurojust

19.412

0

35.193

0

22.193

0

BZK

07.01 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

1.565

0

200

0

0

0

IenW

17.01 Luchtvaart

1.119

0

1.311

0

1.311

0

 

18.01 Scheepvaart en havens

1.027

0

1.073

0

1.073

0

 

Totaal

138.767

44.141

159.598

44.461

149.071

44.595

Financiële instrumenten

BZ

  • Bijdragen (verdragscontributies) aan de VN, de bijdragen aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), het Internationaal Strafhof (ICC), de Carnegiestichting (Vredespaleis) en het International Impartial and Independent Mechanism (bewijsvergaringsmechanisme Syrië; IIIM).

  • Inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender en intersekse personen (LHBTI) en bevordering internationale rechtsorde/strijd tegen straffeloosheid.

  • Bijdragen aan internationale organisaties ten behoeve van verdere bescherming en bevordering van mensenrechten, met name de jaarlijkse bijdrage aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) van de VN waarbij specifiek wordt ingezet op de ondersteuning van de speciale procedures en verdragscomités.

  • Bijdrage aan huisvesting, campagnes en lobbyactiviteiten (bij acquisities) van Internationale Organisaties (IO’s) in Nederland. Dit onderdeel is t/m 2018 opgenomen onder beleidsthema 4.

  • Financiering van activiteiten met als doel dat de in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies goed kunnen functioneren binnen de kaders van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten, alsmede de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving.

  • Bijdrage aan het Speciaal Tribunaal Libanon en het Internationaal Strafhof.

JenV

  • Contributie aan de World Intellectual Property Organization (WIPO).

  • Bijdrage aan opsporing en vervolging Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

  • Bijdrage aan opsporing en vervolging drugbestrijding Suriname.

  • Bijdrage aan de huisvestingskosten van Europol en Eurojust.

BZK

  • Afrondende bijdrage van de tweedaagse conferentie United Nations Public Service Forum in het World Forum in Den Haag in juni 2017.

IenW

Contributies en bijdragen aan diverse internationale organisaties mede gericht op de versterking van de Nederlandse handels- en ondernemingspositie voor lucht- en scheepvaart:

  • Contributie aan International Civil Aviation Organization (ICAO).

  • Contributie aan de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR).

  • Contributie aan de International Maritime Organization (IMO).

  • Bijdrage aan de International Association of Marine Aids to Navigation and Lighthouse Authorities (IALA)

  • Bijdrage aan de Donaucommissie

  • Bijdrage aan de North Atlantic Ice Patrol.

Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit

Algemeen

Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking en het bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral in de ring rond Europa. Daarnaast het doel om vrede en veiligheid te bereiken door het voorkomen en terugdringen van conflictsituaties en het bevorderen van rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, legitieme en democratische staatsstructuren. Tevens het verlenen van noodhulp ter leniging van humanitaire nood wereldwijd.

Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland bloot staat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, ongewenste buitenlandse inmenging door statelijke actoren, grensoverschrijdende criminaliteit en cyberdreigingen.

Budgettaire gevolgen van beleid

bedragen x EUR 1.000

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2017

2018

2019

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

17.493

0

13.215

0

11.015

0

 

02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

8.477

0

15.018

0

14.351

0

 

02.03 Wapenbeheersing

10.176

1.941

10.955

3.252

10.794

3.252

 

02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

192.645

72.076

225.062

75.301

226.827

75.301

 

02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

25.177

7.822

28.286

11.314

28.013

11.205

BHOS

04.01 Humanitaire hulp

261.906

260.831

362.191

361.000

370.017

369.000

 

04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking

0

0

0

0

172.000

172.000

 

04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling

272.295

272.295

424.788

424.788

235.243

235.243

 

04.04 Noodhulpfonds

142.615

142.615

8.000

8.000

0

0

 

05.03 Bijdrage aan migratie en ontwikkeling

26.435

26.435

44.000

44.000

0

0

JenV

31.03.21 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties

8.512

8.512

8.600

8.600

8.600

8.600

Defensie

01.01.01 Crisisbeheersingsoperaties/BIV (inclusief contributies)

197.553

0

265.025

0

188.482

0

 

Totaal

1.163.284

792.527

1.405.140

936.255

1.265.342

874.601

Financiële instrumenten

BZ

  • Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO. Tot en met 2017 was hierin ook de Nederlandse bijdrage aan de nieuwbouw opgenomen.

  • Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen.

  • Het budget voor bestrijding en terugdringing internationaal terrorisme wordt structureel verhoogd. Het betreft een voortzetting van de inzet op het terrein van contraterrorisme, capaciteitsopbouw en gerichte preventie onder andere via grootschaliger projecten en intensivering van de politieke dialoog met andere landen en donoren.

  • Daarnaast wordt budget vrijgemaakt om in te zetten op cybersecurity. Deze middelen worden onder meer ingezet voor het bevorderen van een normatief internationaal kader voor cyberactiviteiten en versterking van de kennispositie van de medewerkers op het gebied van cyber.

  • Capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, cyber crime, data protectie en e-governance door middel van financiering van Nederlandse initiatieven onder het Global Forum on Cyber Expertise.

  • Jaarlijkse bijdrage aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism (ICCT).

  • Jaarlijkse bijdragen aan het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA), de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) en de Comprehensive Nuclear-Test-Ban Treaty Organization (CTBTO).

  • Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.

  • Bijdrage aan activiteiten onder auspiciën van het G8 Global Partnership op het gebied van het tegengaan van proliferatie van radiologische en nucleaire bronnen en bio-security.

  • Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).

  • Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling.

  • Vanuit het Budget Internationale Veiligheid (Defensie) wordt het budget vanaf 2019 verhoogd door de jaarlijkse inzet voor de beveiliging van de hoog-risico posten op de begroting van Buitenlandse zaken op te nemen.

  • Bijdragen ter bevordering van transitie in prioritaire gebieden, met name in de ring rond Europa via het in 2016 ingestelde Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP). Het NFRP bestaat uit het Matra programma gericht op (Zuid)Oost-Europa en het Shiraka-programma, gericht op de Arabische regio. Ook vanuit het Stabiliteitsfonds worden programma’s in een aantal landen in deze regio’s gefinancierd.

BHOS

  • Bijdragen aan het wereldwijde VN-noodhulpfonds Central Emergency Response Fund (CERF), UN-OCHA en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) ten behoeve van de snelle beschikbaarheid en flexibiliteit van de humanitaire hulp.

  • Bijdragen aan de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR), de United Nations Relief and Works Agency (UNRWA), het United Nations Children’s Fund (UNICEF) en het World Food Programme (WFP), eveneens ten behoeve van snelle beschikbaarheid en flexibiliteit van hulp.

  • Bijdragen aan organisaties die zich bezighouden met rampenparaatheid, innovatie, veiligheid van hulpverleners en opvang in de regio, waaronder steun aan lokale autoriteiten en gastgemeenschappen.

  • Nederland draagt bij aan een partnerschap met Wereldbank/IFC/ILO/UNICEF in een strategisch samenwerkingskader waarbinnen landenspecifieke programma’s worden uitgewerkt, met de focus op onderwijs en werk voor vluchtelingen en kwetsbare lokale bevolking.

  • Nederland steunt programma’s gericht op onderwijs voor vluchtelingenkinderen, toegang tot voorzieningen, bescherming van kwetsbare groepen en werk voor vluchtelingen en kwetsbare gastgemeenschappen.

  • Financiering van programma’s van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van migranten uit ontwikkelingslanden.

  • Het ondersteunen van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden, door financiering van activiteiten die belangrijk zijn voor betrokken ontwikkelingslanden en die bijdragen aan beter migratiemanagement, betere bescherming en perspectieven voor vluchtelingen en gastgemeenschappen, tegengaan van uitbuiting en mishandeling van migranten, bestrijding mensensmokkel/-handel, datacollectie en onderzoek, voorkomen van irreguliere migratie en het bevorderen van terugkeer en herintegratie.

  • Bevorderen van dataverzameling inzake migratiestromen en onderzoek naar migratiemotieven en de effectiviteit van diverse interventies om de grondoorzaken van irreguliere migratie aan te pakken.

  • Landenspecifieke bijdragen aan VN-organisaties, het Internationale Rode Kruis en Nederlandse NGO’s (Dutch Relief Alliance-DRA).

  • Bijdrage aan een legitieme en capabele overheid onder meer via een aantal grote, internationaal opererende NGO’s en IGO’s op het gebied van democratisering, zoals versterking van politieke partijen en parlement, en lokaal bestuur, met aandacht voor vergroting van de participatie van burgers in politieke besluitvorming. Tevens bijdrage aan het versterken van de rechtstaat zodat burgers betere mogelijkheden krijgen om hun recht te halen.

  • Vanaf 2019 staan alle budgetten voor humanitaire hulp onder subartikel 4.1. Het Relief Fund en bijbehorend subartikel 4.4 lopen dus af in 2018.

JenV

  • Het leveren van een bijdrage aan internationale missies door de inzet van civiele politie en justitie experts.

Defensie

  • De geïntegreerde benadering is het uitgangspunt voor de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. Om het geïntegreerde karakter te borgen, wordt de besluitvorming over het BIV (crisisbeheersingsoperaties inclusief contributies) interdepartementaal voorbereid en uitgevoerd.

  • De middelen voor hervorming van de veiligheidssector, beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden waar dat noodzakelijk is, rechtsstaatontwikkeling en capaciteitsopbouw worden per 2019 structureel overgeheveld naar de begrotingen van BHOS (EUR 30 miljoen) en BZ (EUR 30 miljoen).

  • Daarnaast wordt er ook per 2019 EUR 59,5 miljoen structureel toegedeeld aan de artikelen van de Defensiebegroting voor activiteiten ten behoeve van training en capaciteitsopbouw, civiel-militaire capaciteiten, luchttransport ten behoeve van missies en operaties, een uitzendbare KMAR-pool en nazorg.

Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking

Algemeen

De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om de Europese Unie en haar lidstaten zo vreedzaam, welvarend en sterk mogelijk de toekomst in te loodsen. Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een actieve opstelling van Nederland in het Europese besluitvormingsproces is dan ook in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vormgeven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.

Budgettaire gevolgen van beleid

bedragen x EUR 1.000

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2017

2018

2019

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

03.02 Europees ontwikkelingsfonds

192.480

192.480

229.469

229.469

234.281

234.281

 

03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap

9.800

3.920

9.720

3.888

9.720

3.888

 

03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie

4.277

0

5.827

0

4.827

0

VWS

02.11.06 Beschikbaarheid en productveiligheid opdrachten

134

0

0

0

0

0

 

02.11.07 Beschikbaarheid en productveiligheid bijdragen aan agentschappen

2.700

0

2.700

0

2.700

0

 

04.40.09 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten; bijdragen aan medeoverheden

0

0

1.500

0

1.000

0

Toerek.

EU-begroting

405.600

329.867

405.600

329.867

405.600

329.867

 

Totaal

614.991

526.267

654.816

563.224

658.128

568.036

Financiële instrumenten

BZ

  • Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit fonds is het voornaamste middel waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met de landen in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de landen en gebieden overzee (LGO) uitvoert. Het budget en het programma van het 11e EOF is voor een periode van zeven jaar (2014–2020) vastgesteld. Het grootste deel van het EOF is bestemd voor de financiering van de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden.

  • Bijdrage aan de Raad van Europa: Nederland beschouwt de Raad van Europa als een belangrijke hoeder van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in heel Europa.

  • Bijdrage aan de Benelux.

  • Subsidie aan European Institute for Public Administration.

  • Brexit-programma’s gericht op geschillenbeslechting, monitoring en toezicht, en hoe om te gaan met verschillen in regelgeving («dynamische equivalentie»). Daarnaast mogelijke studies op gebied van geschillenbeslechting in een nieuwe relatie EU-VK en /of regelgeving, in algemene zin of in bepaalde sectoren. Alsook diverse activiteiten op het gebied van voorlichting en publieksonderzoek.

VWS

  • Met vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU, heeft de Europese Commissie besloten het hoofdkantoor van de European Medicines Agency (EMA) naar Amsterdam te verhuizen. De Nederlandse overheid faciliteert en ondersteunt de EMA bij de verhuizing. Het College ter bevordering geneesmiddelen (CBG) ontvangt budget ter compensatie voor het wegvallen van de capaciteit en expertise van de Britse geneesmiddelenautoriteit in de beoordeling van nieuwe geneesmiddelen en voor het investeren in kennisdeling, opleiding en begeleiding binnen Europa op het dit gebied. De gemeente Amsterdam ontvangt een bijdrage voor de ondersteuning van EMA medewerkers die willen verhuizen naar Nederland.

Toerekening

  • De EU-toerekening betreft het aan de HGIS toegeschreven «Nederlandse aandeel» van de begroting van de Europese Commissie (het begrotingshoofdstuk 4; «Global Europe»). Uit dit hoofdstuk worden diverse programma's van de EU voor internationale samenwerking gefinancierd, waaronder het Nabuurschapsbeleid, het instrument voor Ontwikkelingssamenwerking, het budget voor Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheidsbeleid (GBVB) en Humanitaire hulp. Het merendeel van de uitgaven valt onder de ODA-criteria. De ontwikkelingsuitgaven voor landen in Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan vallen onder het EOF. Via het EOF (zie onder BZ) draagt Nederland hieraan bij.

Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

Algemeen

Het verlenen van excellente consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het Kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is, naast het opstellen van ambtsberichten, verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.

Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van geïntegreerd buitenlandbeleid, zoals het mensenrechtenbeleid en veiligheidsbeleid.

Internationaal Cultuurbeleid

De uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid (ICB) is een gedeelde verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Zoals opgenomen in het beleidskader internationaal cultuurbeleid 2017–2020 wordt voor de versterking van de Nederlandse cultuursector gekozen voor acht focuslanden waar de meest betrokken partijen (diplomatieke posten, fondsen, DutchCulture en anderen) samen optrekken op basis van een meerjarige strategie. Daarnaast vormt een nieuwe doelstelling om met cultuur een bijdrage te leveren aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld gericht op zeven landen in de ring rond Europa, waaraan met een bundeling van non-ODA en ODA-middelen op geïntegreerde wijze invulling wordt gegeven, en kleinschalige ondersteuning van culturele diplomatie wereldwijd

Budgettaire gevolgen van beleid

bedragen x EUR 1.000

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2017

2018

2019

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland

13.607

0

17.750

0

13.945

0

 

04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren

6.681

0

9.829

0

9.049

0

 

04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

6.567

0

7.856

0

7.706

0

 

04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

18.770

88

21.136

136

19.606

136

 

04.05 Gastlandbeleid internationale organisaties

3.442

0

6.267

0

0

0

OCW

08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken; cultuur

426

0

426

0

426

0

 

14.71/76 Cultuur; subsidies

4.640

0

4.617

0

4.617

0

 

Totaal

54.133

88

67.881

136

55.349

136

Financiële instrumenten

BZ

  • Verlenen van financiële- en niet financiële consulaire bijstand aan Nederlanders in nood en/of schrijnende gevallen.

  • Verstrekken van reisadviezen.

  • Adviseren en ondersteunen van Nederlandse gedetineerden door gedifferentieerde bezoekfrequentie, in bepaalde landen maandelijkse giften aan gedetineerden, en subsidies ten behoeve van resocialisatie, extra zorg en juridisch advies.

  • Verstrekken van visa kort verblijf.

  • Afnemen van inburgeringsexamens.

  • Verrichten van legalisaties en uitvoeren van verificatieonderzoeken.

  • Samenwerking met instanties in en buiten Nederland, de EU en internationale organisaties.

  • Op verzoek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie worden algemene en individuele ambtsberichten opgesteld, waarop door J&V mede het toelatings- en terugkeerbeleid wordt gebaseerd.

  • Subsidieverlening via de posten en aan DutchCulture voor internationale culturele activiteiten.

  • Ondersteuning van initiatieven in zeven landen in de ring rondom Europa die de lokale cultuursector versterken, cultuurparticipatie vergroten, de leefomgeving in steden verbeteren en behoud van lokaal cultureel erfgoed verduurzamen.

  • Via strategische beleidscommunicatie richt Buitenlandse Zaken zich op die doelgroepen die van belang zijn bij het ontwikkelen, bereiken en uitdragen van beleidsdoelstellingen op het terrein van buitenlandbeleid. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de media en via persoonlijke contacten als bijeenkomsten. Daarnaast worden online kanalen ingezet, zoals Facebook en twitter.

  • Naar aanleiding van het in 2016 verschenen proefschrift van dr. Rémy Limpach over het gebruik van extreem geweld in toenmalig Nederlands-Indië heeft het kabinet in december 2016 opdracht gegeven tot een breed en onafhankelijk vervolgonderzoek over deze periode. Het onderzoeksvoorstel is geraamd op totaal EUR 4,1 miljoen voor de periode 2017–2020.

  • Bijdrage aan publieksdiplomatie, waarmee Nederlandse ambassades activiteiten op het gebied strategische beleidscommunicatie, beeldvorming over Nederland en internationaal cultuurbeleid kunnen ondersteunen of opstarten.

  • Subsidie ten behoeve van Instituut Clingendael.

  • Voor uitgaven Koninklijk Huis aan staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken, inkomende bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders en ontvangsten Corps Diplomatique wordt EUR 2 miljoen geraamd.

  • Vanaf 2019 worden de uitgaven voor gastlandbeleid verantwoord onder beleidsthema 1; Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid.

OCW

  • In het kader van het internationaal cultuurbeleid financieren OCW en BZ samen een internationaliseringsprogramma (zie ook beleidsthema 7).

Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

Algemeen

Verminderen van armoede en maatschappelijke ongelijkheid, bevorderen van duurzame inclusieve groei wereldwijd en versterken van het internationaal verdienvermogen van Nederland. Daartoe werkt Nederland aan een toekomstbestendig multilateraal handels- en investeringssysteem met aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), versterking van de Nederlandse handels- en investeringspositie en aan versterking van de private sector en een verbeterd ondernemingsklimaat in ontwikkelingslanden.

Voor de implementatie van het regeerakkoord, waarin gevraagd wordt om een verhoogde inzet op de bestrijding van kinderarbeid, en in vervolg op de motie Van Laar en Voordewind (Kamerstuk 34 550, nr. 26), wordt per jaar EUR 15 miljoen structureel geïnvesteerd in de bestrijding van kinderarbeid. Hiervan gaat jaarlijks EUR 7 miljoen naar het op 12 juni 2018 gelanceerde Fonds Bestrijding Kinderarbeid en EUR 3 miljoen naar de bestrijding van kinderprostitutie. Voor de besteding van de overige middelen wordt onder andere gekeken naar complementaire interventies gericht op versterkte handhaving tegen kinderarbeid en de aanpak via kinderarbeidsvrije zones.

Budgettaire gevolgen van beleid

bedragen x EUR 1.000

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2017

2018

2019

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BHOS

01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO

14.771

4.587

35.023

23.145

30.553

19.075

 

01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie

73.633

0

97.015

0

107.919

0

 

01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

339.961

335.735

339.463

333.035

385.817

379.545

 

01.04 Dutch Good Growth Fund

43.629

43.629

72.650

72.650

0

0

EZK

1 Goed functionerende economie en markten

           
 

1.55 Opdrachten

0

0

136

0

149

0

 

1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

2.401

0

2.572

0

2.572

0

 

2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

           
 

2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

1.389

0

2.401

0

2.384

0

 

Totaal

475.784

383.951

549.260

428.830

529.394

398.620

Financiële instrumenten

BHOS

  • Contributies aan internationale organisaties zoals de OESO en WTO.

  • Programma’s ter ondersteuning van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

  • Het Fonds Bestrijding Kinderarbeid wordt ingezet om organisaties en bedrijven te helpen kinderarbeid te bestrijden. Het budget is inclusief een structurele verhoging van EUR 5 miljoen per jaar conform het regeerakkoord.

  • Financiële ondersteuning van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), de centrale uitvoeringsorganisatie voor publieke handelsbevordering.

  • Het instrument Starters International Business (SIB) biedt startende exporteurs de mogelijkheid om samen met de Kamers van Koophandel en andere organisaties een actieplan voor export op te stellen.

  • Het instrument Partners for International Business (PIB) ondersteunt de structurele positionering van clusters van Nederlandse bedrijven, met name uit topsectoren, op voor Nederland kansrijke markten.

  • Als gevolg van het regeerakkoord is binnen dit subartikel EUR 30 miljoen per jaar toegevoegd voor werkgelegenheid ten behoeve van de bestrijding van de grondoorzaken van armoede en migratie.

  • Er wordt extra ingezet op versterking van het innovatief vermogen van lokale en Nederlandse bedrijven om lokale ontwikkelingsuitdagingen aan te pakken.

  • Naast de inzet op de focusregio’s van de extra middelen voor werkgelegenheid voor jongeren en vrouwen en innovatie zullen ook programma’s van FMO, het Dutch Good Growth Fund (DGGF) en het Centrum tot Bevordering van de Import uit ontwikkelingslanden (CBI) de inzet vergroten op de focusregio’s. FMO zal daartoe in 2019 extra inzetten op het vergroten van toegang tot financiering voor startende bedrijven die zich richten op digitale innovaties in Sub-Sahara Afrika en de EU-nabuurschapslanden.

  • Het Dutch Good Growth Fund (DGGF) is een revolverend fonds dat financiering verschaft voor ontwikkelingsrelevante en risicodragende investeringen en export-transacties.

  • Door het behaalde succes van het Infrastructure Development Fund (IDF) fonds, zowel financieel (revolverendheid) als qua impact (het aantal banen dat is gecreëerd) is het plan om het IDF te vernieuwen en op te schalen, waarbij vooral meer geïnvesteerd zal worden in de focusregio’s.

  • Het Partnerschapsprogramma met de International Labour Organization (ILO).

  • Bijdragen aan beleidsondersteuning en -onderzoek en evaluatie, alsmede incidentele projecten, zoals de Nederlandse deelname aan buitenlandse Wereldtentoonstellingen.

  • Uitgaven ten behoeve van het Nederlands paviljoen aan de EXPO 2020 in Dubai, welke plaatsvindt van oktober 2020 tot en met april 2021. De EXPO biedt onder andere als publieksevenement een uitstekend platform om Nederland te presenteren aan een economisch zeer interessante doelgroep.

  • NB. De uitgaven voor het DGGF zijn met ingang van 2019 toegevoegd aan het beleidsartikel «versterkte private sector» (art. 1.3).

EZK

  • Contributies aan de International Telecommunications Union (ITU) en de Universal Postal Union (UPU).

  • Door de bijdrage aan de World Intellectual Property Organization (WIPO) wordt internationale innovatie gestimuleerd door middel van een effectief internationaal systeem voor intellectueel eigendom.

  • Bijdragen aan de World Tourist Organization (UNWTO) en de Stichting tot Bevordering van de Uitvoer.

Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

Algemeen

Toegenomen voedselzekerheid; verbeterd waterbeheer, drinkwater, sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiëne; toegenomen weerbaarheid tegen klimaatverandering en tegengaan van klimaatverandering; duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen.

Internationaal werken aan groene en slimme mobiliteit, klimaatadaptatie en circulaire economie

We willen snel, slim en veilig van A naar B en de belasting voor het klimaat en de luchtkwaliteit verminderen. We willen economische groei, maar ook een gezonde leefomgeving zonder afval. En we willen droge voeten houden. Dit zijn grote maatschappelijke vraagstukken waar geen pasklare antwoorden voor bestaan. Maar met de kennis, creativiteit en innovatie die ons land in huis heeft, zijn er volop mogelijkheden. Zo maakt Nederland op duurzaamheidsgebied goede stappen.

We lopen voorop als het gaat om slimme mobiliteit (smart mobility) en recycling van verpakkingsmaterialen. Van onze vooraanstaande positie in watermanagement wordt inmiddels wereldwijd gebruik gemaakt, bijvoorbeeld bij trajecten als Valuing water en de activiteiten van de Watergezant. Het Global Center of Excellence on Climate Adaptation gaat hier nog meer aan bijdragen door Nederland te positioneren als mondiaal center of excellence op het gebied van water en klimaatadaptatie in samenwerking met andere grote internationale spelers. Het Global Center of Excellence richt zich met name op het versnellen van klimaatadaptieve maatregelen door het delen/ontwikkelen van kennis, opschalen van succesvolle pilots en het bieden van financieringsoplossingen (o.a. via bankable projects). Dit op basis van vraag gestuurd handelen en in nauwe aansluiting met de partnerlanden van de Delta Coalitie, de Delta Alliantie en anderen.

Nu is het moment om verder de weg in te slaan om het Nederland van vandaag én morgen bereikbaar, leefbaar en duurzaam te houden. Daarmee draagt Nederland bij aan de realisatie van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen, die onder de Agenda 2030 zijn afgesproken, en waaraan Nederland zich gecommitteerd heeft. In deze context zet IenW zich in voor een klimaatadaptieve en duurzame infrastructuur en leefomgeving, duurzaam waterbeheer, slimme en groene mobiliteit en circulaire economie. Deze ambities worden ondersteund door gerichte inzet in de internationale arena. Zo heeft Nederland zich gecommitteerd aan de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling (Sustainable Development Goals). Europese en internationale inzet op deze ambities draagt bij aan de mondiaal bepaalde doelen van deze Agenda en biedt daarnaast economische kansen, stimuleert slimme groene investeringen, creëert banen en bevordert zo de Nederlandse innovaties en kennis die ook buiten de landgrenzen kunnen worden ingezet.

Budgettaire gevolgen van beleid

bedragen x EUR 1.000

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2017

2018

2019

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BHOS

02.01 Voedselzekerheid

341.528

341.528

337.295

337.295

339.295

339.295

 

02.02 Water

195.426

195.426

199.283

199.283

193.714

193.714

 

02.03 Klimaat

127.820

126.369

171.028

169.178

190.468

189.318

IenW

11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water)

9.251

0

15.231

0

14.411

0

 

19.02 Internationaal beleid, coordinatie en samenwerking

4.902

0

7.795

0

5.552

0

 

23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO)

871

35

940

35

940

35

 

97.01 IenW-brede programmamiddelen

1

0

0

0

0

0

EZK

4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

           
 

4.55 Opdrachten

434

0

343

0

309

0

 

4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

576

0

1.649

0

1.449

0

 

6 Een concurr., duurz. en veil. agro-, viss.- en voedselketen

           
 

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)

9.975

4.114

10.394

4.133

0

0

 

8 Natuur en biodiversiteit

           
 

8.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

1.103

0

1.338

0

0

0

LNV

11 Een concurr., duurz. en veil. agro-, viss.- en voedselketen

           
 

11.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)

0

0

0

0

10.264

4.133

 

12 Natuur en biodiversiteit

           
 

12.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

0

0

0

0

1.188

0

 

Totaal

691.887

667.472

745.296

709.924

757.590

726.495

Financiële instrumenten

BHOS

Uitbannen van de huidige honger en ondervoeding:

  • Met UNICEF en de Global Alliance for Improved Nutrition (GAIN) wordt gewerkt aan betere voeding voor jonge kinderen en hun moeders.

  • Via de bilaterale programma’s in de focuslanden wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners bijgedragen aan lokale vergroting van voedingszekerheid door te investeren in verbetering van koopkracht en toegang tot gezond en nutriëntenrijk voedsel.

Bevorderen van inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector:

  • Met de Nederlandse landbouwsector wordt samengewerkt via Agriterra, AgriProfocus en de Topsectoren Agrofood en Tuinbouw/Uitgangsmaterialen.

  • Door middel van het SDG Partnerschap-programma met de RVO wordt samen met het Nederlands bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en hun lokale partners geïnvesteerd in ondernemingen en innovaties die de lokale voedselzekerheid duurzaam versterken.

  • Het partnerschap met de Wereldbank wordt verder uitgebouwd en Nederland participeert in het private sector loket van het door de Wereldbank beheerde Global Agriculture and Food Security Program (GAFSP).

  • In Oost- en West-Afrika (Kenia, Oeganda, Ethiopië, Ghana, Benin, Mali, Nigeria, Ivoorkust) wordt de samenwerking onder meer voortgezet met Wageningen Universiteit, SNV Netherlands Development Organisation (voorheen Stichting Nederlandse Vrijwilligers), diverse maatschappelijke organisaties en internationale partners zoals met het International Fertilizer Development Center (IFDC).

  • Met de bilaterale programma’s wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners bijgedragen aan ontwikkeling van de kleinschalige landbouw door te investeren in productiviteitsverbetering, markttoegang en ketenontwikkeling.

Realiseren van ecologisch houdbare voedselsystemen:

  • Met het International Fund for Agricultural Development (IFAD), SNV en het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW) van het Netherlands Space Office (NSO) wordt bijgedragen aan het klimaatweerbaar maken van de kleinschalige landbouw.

  • Via de bilaterale programma’s wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in de verduurzaming van inclusieve voedselproductie en het hele ecologische systeem waarin boer(inn)en opereren.

Versterking van kennis en capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid:

  • De investeringen bestaan uit faciliteiten en samenwerkingsverbanden die kennis en kunde van de Nederlandse private sector, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties koppelen aan capaciteitsversterking in lage inkomenslanden.

  • Met de Consultative Group on International Agricultural Research (CGIAR) wordt internationaal landbouwkundig- en voedingsonderzoek uitgevoerd. Voor verzekerde toegang tot land wordt samengewerkt met organisaties op het gebied van landrechten zoals het Kadaster International, de International Land Coalition (ILC) en het Global Land Tool Network (GLTN).

Verbeterd waterbeheer:

  • Instrumenten zijn bilaterale programma’s van de ambassades in de partnerlanden en centraal gefinancierde programma’s via multilaterale instellingen, via de RVO (onder andere private sector instrumentarium) en via maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen.

  • Om een impuls te geven aan de mondiale uitvoeringsagenda voor waterzekerheid (primair SDG 6) en als vervolg op de uitkomsten van het High Level Panel on Water (HLPW), zal Nederland samen met Bangladesh, Mexico, Peru, Zuid Afrika en de Wereldbank een «valuing water movement» op gang brengen en de principes van het HLPW in de praktijk toepassen.

  • In het kader van de inzet op efficiënt watergebruik zal met de nieuwe FAO (The Food and Agriculture Organization of the United Nations) database de waterproductiviteit in de landbouw in 15 landen objectief worden gemonitord met behulp van satelliettechnologie.

  • In het kader van de inzet op grensoverschrijdend stroomgebiedbeheer is er aandacht voor de rol van waterdiplomatie en de rol van Nederland.

Drinkwater en sanitaire voorzieningen:

  • Instrumenten zijn bilaterale programma’s van de ambassades in de partnerlanden en centraal gefinancierde programma’s via multilaterale instellingen, via de RVO (onder andere private sector instrumentarium) en via maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen.

  • Versterking van de instituties die nodig zijn voor duurzame diensten aan juist de meest kwetsbare groepen, krijgt nog meer nadruk in de programmering.

Klimaat en hernieuwbare energie:

  • Het nationaal klimaatfonds wordt ingezet ten behoeve van versterking van de weerbaarheid van ontwikkelingslanden tegen klimaatverandering (adaptatie) en voor vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (mitigatie).

  • Aan klimaatadaptatie wordt vooral bijgedragen via programma’s op het gebied van voedselzekerheid en water, maar ook bijvoorbeeld via duurzaam landschapsbeheer en activiteiten gericht op het tegengaan van ontbossing.

  • Nederland werkt nauw samen met de Wereldbank om internationale bedrijven te bewegen de waardering van natuurlijk kapitaal te integreren in hun besluitvorming.

  • De RVO beheert de energiefaciliteit met activiteiten gericht op de ondersteuning van drie tot vijf landen in de regio Midden-Oosten/Noord-Afrika bij hun transitie naar een duurzame energievoorziening.

  • Nederland heeft in 2018 een positief besluit genomen over de herkapitalisatie van de Global Environment Facility (GEF) voor de periode 2019–2022. De totale Nederlandse bijdrage aan dit fonds is EUR 83,6 miljoen verdeeld over vier jaar.

Duurzaam beheer van grondstoffen:

  • Met steun van het Verenigd Koninkrijk, de Europese Commissie, bedrijfsleven en de ngo’s Solidaridad en IPIS (International Peace Information Service), lanceerde Nederland in 2016 het initiatief voor een European Partnership for Responsible Minerals (EPRM). Activiteiten zijn gericht op het verbeteren van de omstandigheden waaronder mineralen gewonnen, verwerkt en verhandeld worden.

  • Een van de andere activiteiten die Nederland steunt ten behoeve van het bevorderen van verantwoorde mijnbouw is de «Responsible Mining Index».

  • Verder blijft Nederland bijdragen aan het vergroten van de maatschappelijke en ontwikkelingsimpact van de winning van mineralen in ontwikkelingslanden door bijdragen aan programma’s van het IMF (Managing Natural Resources Wealth Topical Fund) en de Wereldbank (Extractives Global Programmatic Support).

IenW

  • In 2016 is het nieuwe programma Water Internationaal gestart als opvolger van het programma HGIS Partners voor Water 3. Dit betreft het centrale uitvoeringsprogramma van de interdepartementale Internationale Water Ambitie (IWA). Het programma wordt aangestuurd vanuit het Interdepartementale Water Cluster, waarin de drie ministeries BZ, EZK en IenW samenwerken. Voor de uitvoering van het Partners voor Water 2016–2021 programma is mandaat verleend aan RvO. Het budget dat wordt ingezet is onderverdeeld in een deel voor lange termijn samenwerking met zeven Deltalanden, een subsidiedeel ten behoeve van marktbetrokkenheid en samenwerking met kansrijke nieuwe landen en Holland promotie. Een belangrijke doelstelling in 2018 binnen de IWA is om het Partners voor Water instrument inclusief het subsidie instrument beter te verbinden met het overige instrumentarium.

  • Met de Blue Deal bundelen Rijk en Unie van Waterschappen (UvW) de krachten om de waterveiligheid en waterzekerheid van stedelijke delta’s en toeleverende watersystemen over de grens te vergroten, innovatie te bevorderen en exportkansen voor Nederland te vergroten. Het doel van de Blue Deal is om 20 miljoen mensen in 40 stroomgebieden in de wereld beter te beschermen tegen overstromingen, beter toegang tot water en betere waterkwaliteit.

  • Op het terrein van milieu en klimaat draagt IenW op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken bij aan internationale organisaties inzake milieuaangelegenheden, zoals aan UNEP, UNECE en het International Transport Forum (ITF). Vrder worden er verschillende opdrachten uitgevoerd, waaronder vanuit IenW het aandeel van de Nederlandse bijdrage aan Estec/Galileo Reference Center (GRC). Met ingang van 2018 is er ook sprake van een nieuwe verdragsverplichting, namelijk die voor het zgn. Minamata-verdrag, inzake de regulering van kwik-emissies.

  • Daarnaast draagt IenW contributie af aan de World Meteorological Organization (WMO).

EZK

  • Met ingang van 2019 heeft het Ministerie van LNV een eigen begrotingshoofdstuk. De middelen van LNV worden overgeheveld van de EZK-begroting naar die van LNV.

  • Op het gebied van klimaat draagt EZK op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken bij aan internationale organisaties, zoals de International Transaction Log UNFCCC, het Partnership for Market Readiness en de Carbon Pricing Leadership Coalition.

LNV

  • Contributies aan Food and Agriculture Organization (FAO), United Nations Environment Programme (UNEP) en overige bijdragen aan internationale organisaties.

Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)

Algemeen

Menselijke ontplooiing en het bevorderen van sociale gelijkheid en inclusieve ontwikkeling, door het bijdragen aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) voor iedereen en een halt toeroepen aan de verspreiding van hiv/aids. Daarnaast wordt ingezet op het bevorderen van vrouwenrechten en gendergelijkheid. Tevens wordt bijgedragen aan ontwikkeling via onderwijs en daarmee bijgedragen aan het vergroten van kansen en perspectieven voor jongeren en een toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek. Ten slotte wordt het maatschappelijk middenveld versterkt door bevordering en bescherming van de politieke ruimte voor maatschappelijke organisaties en versterken van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen, zodat zij hun stem kunnen laten horen.

Budgettaire gevolgen van beleid

bedragen x EUR 1.000

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2017

2018

2019

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BHOS

03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

432.331

430.866

444.684

443.073

430.084

428.473

 

03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

43.876

43.876

52.539

52.539

52.439

52.439

 

03.03 Maatschappelijk middenveld

206.900

206.900

219.304

219.304

220.270

220.270

 

03.04 Onderwijs

30.893

30.893

69.800

69.800

64.300

64.300

OCW

06.70 Hoger beroepsonderwijs

2.858

2.858

2.873

2.873

2.873

2.873

 

07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs

49.001

42.160

51.437

44.380

51.437

44.380

 

08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies

186

0

196

0

196

0

 

08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige

185

0

185

0

185

0

 

16.70 Onderzoek en wetenschappen; WOTRO

454

454

454

454

454

454

EZK

7 Groen onderwijs van hoge kwaliteit

           
 

7.35 Groen onderwijs van hoge kwaliteit (o.a.ISRIC)

1.331

1.251

0

0

0

0

VWS

09.12.07 Algemeen; bijdrage aan agentschappen

0

 

879

     
 

09.12.10 Algemeen; bijdrage aan internationale organisaties/WHO-partnerschap

3.728

0

2.989

0

3.868

0

 

Totaal

771.743

759.258

845.340

832.423

826.106

813.189

Financiële instrumenten

BHOS

  • Bijdrage aan het United Nations Population Fund (UNFPA).

  • Inzet van menselijk, financieel en politiek kapitaal op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.

  • Intensivering op de thema’s vrouwenrechten en gendergelijkheid in fragiele settings en binnen humanitaire hulp. De doellanden zijn Afghanistan, Colombia, de Democratische Republiek Congo, Irak, Jemen, Libië, Syrië en Zuid-Soedan.

  • Een aantal internationale organisaties met mandaat op het gebied van gezondheid krijgt algemene vrijwillige en/of geoormerkte bijdragen (WHO, UNICEF, UNFPA, UNAIDS, GFATM, GAVI).

  • Een nieuwe investering is de meerjarige bijdrage aan het Trust Fund van de Global Financing Facility for Every Woman, Every Child. Ook deze bijdrage gaat samen met personele en politieke inzet op onderhandelingen met partners en ontvangende overheden over het belang en de voordelen van substantiële eigen investeringen in jongeren en vrouwen.

  • De programma’s van de vijfentwintig Strategische Partnerschappen binnen het beleidskader Samenspraak en Tegenspraak richten zich op het versterken van de capaciteit van maatschappelijke organisaties lage- en lage-middeninkomenslanden op het terrein van pleiten en beïnvloeden.

  • Via het Accountability fonds, gekanaliseerd via ambassades, zullen direct lokale partners gesteund worden. Legitimiteit en ownership van Zuidelijke ngo’s worden daarbij in de geformuleerde programma’s benadrukt als voorwaarde voor effectief «Pleiten en Beïnvloeden».

  • Ten behoeve van de aanpak van grondoorzaken en het creëren van perspectief voor jongeren gaat het Kabinet de inzet op het gebied van (beroeps)onderwijs uitbreiden in de focusregio’s.

  • Via het Globaal Partnership for Education (GPE) gaat Nederland onderwijsbeleid steunen in ontwikkelingslanden, vooral in landen die achterblijven, zoals in de Sahel en de Hoorn van Afrika.

  • Op 1 augustus 2017 is het Orange Knowledge Programme, OKP van start gegaan. Het OKP bundelt de instrumenten van voorloper Netherlands Fellowship Programme (NFP, beurzen, maatwerkgroepstrainingen) en het Netherlands Initiative for Capacity Development in Higher Education, NICHE (samenwerkingsprojecten tussen kennisinstellingen) in één geïntegreerd programma.

OCW

  • Bijdragen aan internationale onderwijsinstellingen.

  • Bijdrage aan internationaal programma Wageningen UR International Soil and information Centre (ISRIC); Deze middelen zijn bij de start van het kabinet Rutte III overgeheveld vanuit het Ministerie van Economische zaken en Klimaat.

EZK

  • Het budget voor de bijdrage aan ISRIC is met ingang van begroting 2018 overgegaan naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

VWS

  • In 2019 zal VWS een nieuw meerjarig partnerschapprogramma met de WHO starten.

Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling

Algemeen

Versterkte kaders voor ontwikkeling en inclusieve groei door versterkte multilaterale betrokkenheid, de inzet van cultuur en sport in ontwikkelingslanden om een sociale en kansrijke samenleving te stimuleren en het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid in Nederland.

Budgettaire gevolgen van beleid

bedragen x EUR 1.000

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2017

2018

2019

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BHOS

05.01 Multilaterale samenwerking

150.637

150.637

122.266

122.266

131.057

131.057

 

05.02 Overig armoedebeleid

117.060

115.336

20.192

13.300

71.700

64.070

 

05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen

0

0

40.551

40.551

101.248

101.248

Financiën

04.50.01 Deelname aan internationale instellingen; Mult. Ontw. Banken en Fondsen

3.132

3.132

0

0

0

0

 

04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB

34.898

31.977

33.787

28.044

33.787

28.043

 

04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank)

0

0

0

0

0

0

 

04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank)

0

0

0

0

0

0

 

04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank)

0

0

215.676

215.676

290.722

290.722

 

04.52.01 Technische assistentie

1.500

0

1.500

0

1.500

0

Toerek.

Opvang asielzoekers

736.560

736.560

440.033

440.033

419.953

419.953

 

Totaal

1.043.787

1.037.642

874.005

859.870

1.049.967

1.035.093

Financiële instrumenten

BHOS

  • Bijdragen aan de begrotingen van de Internationale Financiële Instellingen en VN-instellingen en fondsen via middelenaanvulling, kapitaalverhoging en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden. Deze organisaties leveren ook een belangrijke bijdrage aan de uitvoering van de duurzame ontwikkelingsdoelen en de klimaatafspraken.

  • Compensatie van de Wereldbank (IDA) en regionale ontwikkelingsbanken voor schuldverlichting geeft ontwikkelingslanden de financiële ruimte een sterker eigen armoedebeleid te voeren.

  • Bijdrage aan UNESCO.

  • Om de inzichtelijkheid van de BHOS begroting verder te verbeteren is er met ingang van begrotingsjaar 2017 een nieuw artikelonderdeel 5.4 gecreëerd. Zie ook de Kamerbrief over de inzichtelijkheid van de BHOS begroting. Het ODA-budget wordt meerdere keren per jaar gecorrigeerd voor ontwikkelingen van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) en de asielopvangkosten. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct door vertaald naar de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toe- of afnemen als in de loop van het jaar de raming wordt bijgesteld.

Financiën

  • Bijdragen aan de begroting van de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) via middelen aanvulling, kapitaalverhogingen en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden over een breed spectrum aan sectoren, o.a. op terrein van economische en sociale sectoren.

  • Bijdragen aan de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB), welke sinds januari 2016 operationeel is. Op basis van een door de oprichtende aandeelhouders bepaalde verdeelsleutel heeft Nederland een aandeel toegewezen gekregen en zich hierop ingeschreven. De doelstelling van de AIIB is tweeledig:

    • Het bevorderen van duurzame economische ontwikkeling, het creëren van welvaart en het verbeteren van het infrastructuurnetwerk in Azië door te investeren in infrastructuur en andere productieve sectoren;

    • Het bevorderen van regionale samenwerking en partnerschappen door samen te werken met andere multilaterale en bilaterale ontwikkelingsinstellingen bij het adresseren van ontwikkelingsuitdagingen.

    Wegens de Nederlandse deelname aan de AIIB is een kapitaalstorting geraamd. De totale toegezegde Nederlandse kapitaalstorting bij de AIIB is USD 206,3 miljoen. Deze kapitaalstorting wordt tussen 2015 en 2019 in 5 gelijke tranches van elk USD 41,26 miljoen betaald, waarvan de eerste twee in 2016 zijn betaald. Als gevolg van een besluit van de OESO-DAC is het mogelijk om 83% van de kapitaalinleg te rapporteren als ODA.

  • Nederland ondersteunt een aantal multilaterale systeemorganisaties die, behalve dat zij direct werkzaam zijn op het terrein van armoedebestrijding, ook van groot belang zijn voor het effectief functioneren van het multilaterale kanaal en het versterken van armoedebeleid in ontwikkelingslanden. Het betreft de Wereldbank, UNDP en UNICEF.

  • Daarnaast verleent het Ministerie van Financiën technische assistentie aan haar counterparts in de landen die behoren tot de Nederlandse kiesgroeplanden bij IMF, Wereldbank en European Bank for Reconstruction and Development (EBRD).

Toerekening

  • De toerekening betreft de kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen, die aan het ODA-budget worden toegeschreven. De uitgaven worden verantwoord op de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Beleidsthema 9: Overige uitgaven

Onder overige uitgaven zijn de uitgaven gegroepeerd die niet onder één van de beleidsinhoudelijke hoofdstukken kunnen worden ondergebracht. Dit betreft vooral de apparaatsuitgaven voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de uitgaven voor attachés, die vanuit de verschillende vakdepartementen worden uitgezonden naar de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland om met hun specifieke kennis mede invulling te geven aan het buitenlands beleid.

Budgettaire gevolgen van beleid

bedragen x EUR 1.000

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2017

2018

2019

   

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

BZ

05.01 Geheim

0

0

0

0

0

0

 

06.01 Nominaal en onvoorzien

0

0

6.194

0

25.868

0

 

07.01 Apparaat

748.472

275.514

793.212

282.116

740.740

269.616

JenV

91.01.01 Eigen personeel/attachés

1.939

0

1.497

0

1.497

0

BZK

11.01 Centraal apparaat (attachés)

286

0

193

0

193

0

OCW

08.76 Internationaal onderwijs Bijdragen (inter)nationale organisaties: attachés

135

0

0

0

0

0

 

91.01 Eigen personeel/attachés

0

0

139

0

139

0

FIN

01.03.01 Belastingdienst; eigen personeel (attachés)

1.080

0

1.066

0

1.066

0

 

01.04.01 Belastingdienst; ICT materieel (attachés)

371

0

371

0

371

0

 

10.20 Nominaal en onvoorzien (attachés)

0

0

– 36

0

– 36

0

 

21.01.01 Centraal apparaat (attachés)

1.101

0

1.088

0

1.088

0

DEF

08.02.34 Apparaatsuitgaven; Attachés

17.134

0

22.200

0

17.958

0

IenW

98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel)

1.340

0

1.898

0

1.898

0

 

98.02 Apparaatsuitgaven (attachés materieel)

449

0

612

0

612

0

EZK

2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

           
 

2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie)

4.419

0

7.500

0

7.577

0

 

2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA)

10.888

0

11.621

0

11.371

0

 

6.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attaches)

16.457

0

17.811

0

0

0

 

40 Apparaat (attachés)

2.486

0

1.526

0

0

0

LNV

11 Een concurr., duurz. en veil. agro-, viss.- en voedselketen

           
 

11.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attaches)

0

0

0

0

17.170

0

 

50 Apparaat (attachés)

0

0

0

0

1.525

0

SZW

96.20.01 Apparaatsuitgaven (attachés)

483

0

498

0

498

0

VWS

10.01.01 Personeel

0

0

1.100

0

300

0

 

10.01.02 Materieel

0

0

12.740

0

11.900

0

 

10.03.01 Apparaatsuitgaven (attachés)

1.144

0

1.187

0

1.187

0

 

Totaal

808.184

275.514

882.398

282.116

842.922

269.616

BZ

  • Betreft de uitgaven die samenhangen met de HGIS-indexering en onvoorziene uitgaven.

  • De apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en vak-attachés van andere ministeries zijn hierin opgenomen. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.

Defensie

  • Defensie draagt bij aan de verdediging en de bescherming van de belangen van het Koninkrijk en de internationale veiligheid en rechtsorde. Door de veranderende veiligheidssituatie wordt er steeds meer van Defensie gevraagd, in Nederland, bilateraal en in het kader van de bondgenootschappelijke verdediging (NAVO) en de Europese defensiesamenwerking (EU).

  • De uitgaven hebben betrekking op het defensie attaché-netwerk. Dit netwerk is van cruciaal belang om de taken van Defensie uit te kunnen voeren. Zij bieden Defensie een permanente aanwezigheid in de wereld waarin zij kansen identificeren en creëren, relaties onderhouden en bouwen met partners, voorzien in informatie en kennis en Nederlandse belangen behartigen.

EZK

  • Tot structureel 2 mln per jaar is toegevoegd voor de versterking van Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) en het Netwerk van Innovatie Attachés.

  • Het Netwerk van Innovatie Attachés – ook wel IA Netwerk genoemd – werkt aan het versterken van het Nederlandse innovatievermogen door samenwerking tussen Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en overheidsorganisaties met toonaangevende buitenlandse counterparts te bevorderen en door hun informatiepositie over trends en ontwikkelingen in het buitenland te versterken. Het gaat daarbij om het te gelde maken van Nederlandse innovaties en kennis in het buitenland, het naar Nederland halen van innovatie en kennis opdat hier het wiel niet opnieuw uitgevonden hoeft te worden en vooral het samen met innovatieve buitenlandse partijen werken aan nieuwe innovaties en kennis. De vraag vanuit Nederlandse topsectoren, bedrijven en kennisinstellingen is hier leidend, maar aan de andere kant wordt die vraag ook actief gevoed vanuit het IA Netwerk. Het nieuwe missiegedreven innovatiebeleid stuurt hierbij expliciet aan op cross sectorale samenwerking ten behoeve van de maatschappelijke thema’s energietransitie en duurzaamheid, landbouw, water en voedsel, gezondheid en zorg, veiligheid en de hiervoor benodigde sleuteltechnologieën zoals fotonica, ICT en kunstmatige intelligentie, nano-, kwantum- en biotechnologie.

  • Gezamenlijke aansturing van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) door EZK en BHOS. De NFIA helpt en adviseert bedrijven uit het buitenland bij het opzetten, uitrollen en/of uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland. De NFIA focust daarbij op het aantrekken van buitenlandse investeringen die bijdragen aan bestaande Nederlandse ecosystemen en clusters. De NFIA richt zich daarnaast op de promotie van Nederland in het buitenland als een land met een aantrekkelijk investerings- en vestigingsklimaat en speelt een actieve rol bij het in stand houden daarvan.

IenW

  • Bijdrage aan de IenW-raden bij diverse posten. De IenW-raden versterken de door IenW ingezette transities voor circulaire economie, klimaatadaptatie en waterbeheer en slimme en groene mobiliteit. Daarnaast zijn ze cruciaal voor de bevordering van handel en mogelijkheden voor onderneming voor de transport, water en milieusector van Nederland.

  • Bijdrage aan de handelsbevordering van de IenW sectoren door in te zetten op specifieke handelsmissies en bilaterale samenwerkingsrelaties, bv met China en de VS.

LNV

  • Bijdrage aan het landbouwradennetwerk. Landbouwraden en -attachés verrichten specialistische, beleidsmatige en uitvoerende economische dienstverlening voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden op het terrein van landbouw, biodiversiteit, duurzame grondstofketens, voedselzekerheid en -veiligheid). Zij spelen hierbij voortdurend in op veranderingen in mondiale landbouwpraktijken, voedingspatronen en opkomende markten waarbij de agrarische kennis en technologie uit Nederland in binnen en buitenland wordt ingezet.

VWS

  • Nadat het definitieve besluit is genomen om EMA te vestigen in Amsterdam is het van groot belang om het EMA tijdens de verhuizing optimaal te ondersteunen en ontzorgen, zodat de continuïteit van de geneesmiddelenbeoordeling gegarandeerd is, het toezicht op de veiligheid van geneesmiddelen in de EU gewaarborgd blijft en Nederland zich in Europa als betrouwbare partner laat zien. Om deze doelen te bereiken wordt er vanuit HGIS een bijdrage geleverd aan de tijdelijke en permanente huisvesting van EMA en wordt er ondersteuning geboden aan het EMA projectteam georganiseerd vanuit VWS.

4. BIJLAGEN

Bijlage 1 De HGIS-verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2018

 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

HGIS-uitgaven

           

Stand Miljoenennota 2018

5.601,9

5.415,8

5.387,6

5.560,0

5.634,3

Macrobijstellingen (BNI-mutaties)

56,3

256,5

258,3

260,9

256,2

 

Eindejaarsmarge

110,7

32,0

13,0

Overboekingen van/naar HGIS

377,6

370,5

455,7

403,6

437,6

 

Intertemporele kasschuiven

50,0

– 50,0

Desalderingen

37,3

9,1

9,6

9,6

9,6

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2019

6.183,8

6.133,9

6.124,3

6.184,3

6.337,6

6.578,7

             

HGIS-ontvangsten

           

Stand Miljoenennota 2018

154,8

134,7

134,6

134,5

134,5

Desalderingen en overboekingen

41,0

12,8

13,6

13,5

13,5

Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2019

195,8

147,6

148,2

147,9

147,9

147,9

             

Saldo HGIS-uitgaven en ontvangsten

5.987,9

5.986,3

5.976,1

6.036,4

6.189,7

6.430,8

Bijlage 2a De HGIS-uitgaven horizontaal: meerjarencijfers per begroting en per begrotingsartikel

a. De HGIS-uitgaven per begroting en artikel. Realisaties 2017, vermoedelijke uitkomsten 2018 en begrotingsramingen 2019 t/m 2023 (bedragen x EUR 1000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

 

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

Totaal

wv. ODA

V Buitenlandse Zaken

                           

01 Versterkte internationale rechtsorde

                           
 

01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

57.086

6.952

61.612

7.156

56.035

6.840

54.035

6.840

50.035

6.840

50.135

6.840

50.135

6.840

 

01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten

57.733

37.135

59.202

37.105

63.402

37.555

63.502

37.555

63.502

37.555

63.502

37.555

63.502

37.555

 

01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties

       

4.050

 

4.000

 

2.100

 

2.100

 

2.100

 

02 Veiligheid en stabiliteit

                           
 

02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

17.493

 

13.215

 

11.015

 

11.015

 

11.015

 

11.015

 

11.015

 
 

02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

8.477

 

15.018

 

14.351

 

13.851

 

14.251

 

14.251

 

14.251

 
 

02.03 Wapenbeheersing

10.176

1.941

10.955

3.252

10.794

3.252

10.794

3.252

10.794

3.252

10.794

3.252

10.794

3.252

 

02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

192.645

72.076

225.062

75.301

226.827

75.301

222.581

75.301

223.581

75.301

223.581

75.301

224.381

75.301

 

02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

25.177

7.822

28.286

11.314

28.013

11.205

29.822

11.929

29.822

11.929

29.822

11.929

29.822

11.929

03 Effectieve Europese samenwerking

                           
 

03.02 Europees ontwikkelingsfonds

192.480

192.480

229.469

229.469

234.281

234.281

234.281

234.281

238.897

238.897

192.735

192.735

192.735

192.735

 

03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap

9.800

3.920

9.720

3.888

9.720

3.888

9.720

3.888

9.720

3.888

9.720

3.888

9.720

3.888

 

03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie

4.277

 

5.827

 

4.827

 

4.327

 

4.327

 

4.327

 

4.327

 

04 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

                           
 

04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland

13.607

 

17.750

 

13.945

 

13.945

 

13.945

 

13.945

 

13.945

 
 

04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren

6.681

 

9.829

 

9.049

 

7.899

 

6.499

 

6.499

 

6.499

 
 

04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

6.567

 

7.856

 

7.706

 

7.706

 

8.794

 

8.794

 

8.794

 
 

04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

18.770

88

21.136

136

19.606

136

19.648

136

18.648

136

18.648

136

18.648

136

 

04.05 Gastlandbeleid internationale organisaties

3.442

 

6.267

                     

05.01 Geheim

0

 

0

 

0

 

0

 

0

 

0

 

0

 

06.01 Nominaal en onvoorzien

0

 

6.194

 

25.868

 

39.537

 

71.284

 

98.183

 

133.206

 

07.01 Apparaat

748.472

275.514

793.212

282.116

740.740

269.616

742.934

269.616

752.970

269.616

752.781

269.616

754.582

269.616

Totaal

1.372.883

597.928

1.520.610

649.737

1.480.229

642.074

1.489.597

642.798

1.530.184

647.414

1.510.832

601.252

1.548.456

601.252

                               

VI Justitie en Veiligheid

                           

31 Nationale politie

                           
 

31.03.21 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties

8.512

8.512

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

8.600

33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

                           
 

33.03.10 Opsporing en vervolging; NFI

542

 

555

 

555

 

555

 

555

 

555

 

555

 
 

33.03.39 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname

54

54

200

200

200

200

200

200

200

200

200

200

200

200

91 Apparaatsuitgaven kerndepartement

                           
 

91.01.07 Europol en Eurojust

19.412

 

35.193

 

22.193

 

22.193

 

22.193

 

22.193

 

22.193

 
 

91.01.09 WIPO

229

 

252

 

252

 

252

 

252

 

252

 

252

 
 

91.01.01 Eigen personeel/attachés

1.939

 

1.497

 

1.497

 

1.497

 

1.497

 

1.497

 

1.497

 

Totaal

30.688

8.566

46.297

8.800

33.297

8.800

33.297

8.800

33.297

8.800

33.297

8.800

33.297

8.800

                               

VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

                           

07.01 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

1.565

 

200

                     

11.01 Centraal apparaat (attachés)

286

 

193

 

193

 

193

 

193

 

193

 

193

 

Totaal

1.851

0

393

0

193

0

193

0

193

0

193

0

193

0

                               

VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

                           

06 Hoger Beroepsonderwijs

                           
 

06.70 Hoger beroepsonderwijs

2.858

2.858

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

2.873

07 Wetenschappelijk Onderwijs

                           
 

07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs

49.001

42.160

51.437

44.380

51.437

44.380

51.437

44.380

51.437

44.380

51.437

44.380

51.437

44.380

08 Internationaal onderwijsbeleid

                           
 

08.71 Internationaal onderwijs;Subsidies

186

 

196

 

196

 

196

 

196

 

196

 

196

 
 

08.76 Internationaal onderwijs Bijdragen (inter)nationale organisaties: attachés

135

                         
 

08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige

185

 

185

 

185

 

185

 

275

 

275

 

275

 
 

08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken; cultuur

426

 

426

 

426

 

426

 

426

 

426

 

426

 

14.71/76 Cultuur; subsidies

4.640

 

4.617

 

4.617

 

4.617

 

4.527

 

4.527

 

4.527

 

16 Onderzoek en wetenschappen

                           
 

16.70 Onderzoek en wetenschappen; WOTRO

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

454

91 Apparaatskosten

                           
 

91.01 Eigen personeel/attachés

   

139

 

139

 

139

 

139

 

139

 

139

 

Totaal

57.885

45.472

60.327

47.707

60.327

47.707

60.327

47.707

60.327

47.707

60.327

47.707

60.327

47.707

                               

IXB Financiën

                           

01 Belastingen

                           
 

01.03.01 Belastingdienst; eigen personeel (attachés)

1.080

 

1.066

 

1.066

 

1.066

 

1.066

 

1.066

 

1.066

 
 

01.04.01 Belastingdienst; ICT materieel (attachés)

371

 

371

 

371

 

371

 

371

 

371

 

371

 

04 Internationale financiele betrekkingen

                           
 

04.50.01 Deelname aan internationale instellingen; Mult. Ontw. Banken en Fondsen

3.132

3.132

                       
 

04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB

34.898

31.977

33.787

28.044

33.787

28.043

 

0

 

0

 

0

 

0

 

04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank)

     

0

 

0

21.731

21.731

21.388

21.388

21.074

21.074

21.074

21.074

 

04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank)

     

0

 

0

25.053

25.053

24.658

24.658

24.296

24.296

24.296

24.296

 

04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank)

   

215.676

215.676

290.722

290.722

179.919

179.919

128.474

128.474

237.812

237.812

287.712

287.712

 

04.52.01 Technische assistentie

1.500

 

1.500

 

1.500

 

1.500

 

1.500

 

1.500

 

1.500

 

10.20 Nominaal en onvoorzien (attachés)

   

– 36

 

– 36

 

– 36

 

– 36

 

– 36

 

– 36

 

21.01.01 Centraal apparaat (attachés)

1.101

 

1.088

 

1.088

 

1.088

 

1.088

 

1.088

 

1.088

 

Totaal

42.082

35.109

253.452

243.720

328.498

318.765

230.692

226.703

178.509

174.520

287.171

283.182

337.071

333.082

                               

X Defensie

                           

01 Opdracht inzet

                           
 

01.01.01 Crisisbeheersingsoperaties/BIV (inclusief contributies)

197.553

 

265.025

 

188.482

 

188.482

 

188.482

 

188.482

 

188.482

 

08 Ondersteuning krijgsmacht door Cdo Dienstencentra

                           
 

08.02.34 Apparaatsuitgaven; Attachés

17.134

 

22.200

 

17.958

 

17.876

 

17.876

 

17.876

 

17.876

 

Totaal

214.687

0

287.225

0

206.440

0

206.358

0

206.358

0

206.358

0

206.358

0

                               

XII Infrastructuur en Waterstaat

                           

11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water)

9.251

 

15.231

 

14.411

 

14.411

 

13.611

 

10.302

 

8.802

 

17.01 Luchtvaart

1.119

 

1.311

 

1.311

 

1.311

 

1.311

 

1.311

 

1.311

 

18.01 Scheepvaart en havens

1.027

 

1.073

 

1.073

 

1.073

 

1.073

 

1.073

 

1.073

 

19.02 Internationaal beleid, coordinatie en samenwerking

4.902

 

7.795

 

5.552

 

5.552

 

6.344

 

4.344

 

4.344

 

23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO)

871

35

940

35

940

35

940

35

940

35

940

35

940

35

97.01 IenW-brede programmamiddelen

1

                         

98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel)

1.340

 

1.898

 

1.898

 

1.898

 

1.898

 

1.407

 

1.407

 

98.02 Apparaatsuitgaven (attachés materieel)

449

 

612

 

612

 

612

 

612

 

612

 

612

 

Totaal

18.960

35

28.860

35

25.797

35

25.797

35

25.789

35

19.989

35

18.489

35

                               

XIII Economische Zaken en Klimaat

                           

1 Goed functionerende economie en markten

                           
 

1.55 Opdrachten

   

136

 

149

 

149

 

149

 

149

 

149

 
 

1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

2.401

 

2.572

 

2.572

 

2.572

 

2.572

 

2.572

 

2.572

 

2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

                           
 

2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie)

4.419

 

7.500

 

7.577

 

7.527

 

7.426

 

7.437

 

7.437

 
 

2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA)

10.888

 

11.621

 

11.371

 

11.410

 

10.071

 

10.071

 

10.071

 
 

2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

1.389

 

2.401

 

2.384

 

2.246

 

2.246

 

2.323

 

2.323

 

4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

                           
 

4.55 Opdrachten

434

 

343

 

309

 

309

 

309

 

309

 

309

 
 

4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

576

 

1.649

 

1.449

 

1.449

 

1.500

 

1.500

 

1.500

 

6 Een concurr., duurz. en veil. agro-, viss.- en voedselketen

                           
 

6.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attaches)

16.457

 

17.811

                     
 

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)

9.975

4.114

10.394

4.133

                   

7 Groen onderwijs van hoge kwaliteit

                           
 

7.35 Groen onderwijs van hoge kwaliteit (o.a.ISRIC)

1.331

1.251

                       

8 Natuur en biodiversiteit

                           
 

8.55 Opdrachten

                           
 

8.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

1.103

 

1.338

                     

40 Apparaat (attachés)

2.486

 

1.526

                     

Totaal

51.459

5.365

57.291

4.133

25.811

0

25.662

0

24.273

0

24.361

0

24.361

0

                               

XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

                           

11 Een concurr., duurz. en veil. agro-, viss.- en voedselketen

                           
 

11.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attaches)

       

17.170

 

17.162

 

16.762

 

16.762

 

16.762

 
 

11.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)

       

10.264

4.133

10.264

4.133

10.264

4.133

10.264

4.133

10.264

4.133

12 Natuur en biodiversiteit

                           
 

12.55 Opdrachten

                           
 

12.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

       

1.188

 

1.188

 

1.188

 

1.188

 

1.188

 

50 Apparaat (attachés)

       

1.525

 

1.525

 

1.525

 

1.525

 

1.525

 

Totaal

0

0

0

0

30.147

4.133

30.139

4.133

29.739

4.133

29.739

4.133

29.739

4.133

                               

XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid

                           

96.20.01 Apparaatsuitgaven (attachés)

483

 

498

 

498

 

498

 

498

 

498

 

498

 

Totaal

483

0

498

0

498

0

498

0

498

0

498

0

498

0

                               

XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport

                           

02.11.06 Beschikbaarheid en productveiligheid opdrachten

134

                         

02.11.07 Beschikbaarheid en productveiligheid bijdragen aan agentschappen

2.700

 

2.700

 

2.700

                 

04.40.09 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten; bijdragen aan medeoverheden

   

1.500

 

1.000

                 

09.12.07 Algemeen; bijdrage aan agentschappen

   

879

                     

09.12.10 Algemeen; bijdrage aan internationale organisaties/WHO-partnerschap

3.728

 

2.989

 

3.868

 

3.868

 

3.868

 

3.868

 

3.868

 

10.01.01 Personeel

   

1.100

 

300

                 

10.01.02 Materieel

   

12.740

 

11.900

 

5.550

             

10.03.01 Apparaatsuitgaven (attachés)

1.144

 

1.187

 

1.187

 

1.187

 

1.187

 

1.187

 

1.187

 

Totaal

7.706

0

23.095

0

20.955

0

10.605

0

5.055

0

5.055

0

5.055

0

                               

XVII Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking

                           

01 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

                           
 

01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO

14.771

4.587

35.023

23.145

30.553

19.075

28.797

19.075

28.906

19.075

25.956

16.125

25.956

16.125

 

01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie

73.633

 

97.015

 

107.919

 

102.296

 

89.577

 

79.516

 

79.516

 
 

01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

339.961

335.735

339.463

333.035

385.817

379.545

384.639

379.420

384.639

379.420

384.639

379.420

384.789

379.570

 

01.04 Dutch Good Growth Fund

43.629

43.629

72.650

72.650

 

0

 

0

 

0

 

0

 

0

02 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

                           
 

02.01 Voedselzekerheid

341.528

341.528

337.295

337.295

339.295

339.295

339.295

339.295

339.295

339.295

339.295

339.295

339.295

339.295

 

02.02 Water

195.426

195.426

199.283

199.283

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

 

02.03 Klimaat

127.820

126.369

171.028

169.178

190.468

189.318

210.468

209.318

210.873

209.318

210.873

209.318

210.873

209.318

03 Sociale vooruitgang

                           
 

03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

432.331

430.866

444.684

443.073

430.084

428.473

426.784

425.173

426.784

425.173

426.784

425.173

426.784

425.173

 

03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

43.876

43.876

52.539

52.539

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

52.439

 

03.03 Maatschappelijk middenveld

206.900

206.900

219.304

219.304

220.270

220.270

221.206

221.206

219.506

219.506

219.206

219.206

219.206

219.206

 

03.04 Onderwijs

30.893

30.893

69.800

69.800

64.300

64.300

64.300

64.300

64.300

64.300

64.300

64.300

64.300

64.300

04 Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling

                           
 

04.01 Humanitaire hulp

261.906

260.831

362.191

361.000

370.017

369.000

370.017

369.000

370.017

369.000

370.017

369.000

370.017

369.000

 

04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking

       

172.000

172.000

162.000

162.000

162.000

162.000

162.000

162.000

162.000

162.000

 

04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling

272.295

272.295

424.788

424.788

235.243

235.243

235.243

235.243

235.243

235.243

235.243

235.243

235.243

235.243

 

04.04 Noodhulpfonds

142.615

142.615

8.000

8.000

                   

05 Multilaterale samenwerking en overige inzet

                           
 

05.01 Multilaterale samenwerking

150.637

150.637

122.266

122.266

131.057

131.057

136.616

136.616

136.616

136.616

136.616

136.616

136.616

136.616

 

05.02 Overig armoedebeleid

117.060

115.336

20.192

13.300

71.700

64.070

71.800

64.170

71.800

64.170

71.800

64.170

71.800

64.170

 

05.03 Bijdrage aan migratie en ontwikkeling

26.435

26.435

44.000

44.000

 

0

 

0

 

0

 

0

 

0

 

05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen

   

40.551

40.551

101.248

101.248

241.039

241.039

356.137

356.137

443.916

443.916

598.726

598.726

Totaal

2.821.716

2.727.958

3.060.072

2.933.207

3.096.124

2.959.047

3.240.653

3.112.008

3.341.846

3.225.406

3.416.314

3.309.935

3.571.274

3.464.895

                               

Toerekeningen

                           

EU-begroting

405.600

329.867

405.600

329.867

405.600

329.867

405.600

329.867

405.600

329.867

405.600

329.867

405.600

329.867

Opvang asielzoekers

736.560

736.560

440.033

440.033

419.953

419.953

364.873

364.873

342.532

342.532

337.988

337.988

337.988

337.988

Totaal

1.142.160

1.066.427

845.633

769.900

825.553

749.820

770.473

694.740

748.132

672.399

743.588

667.855

743.588

667.855

                               

TOTAAL UITGAVEN

5.762.560

4.486.860

6.183.753

4.657.239

6.133.869

4.730.381

6.124.291

4.736.924

6.184.200

4.780.414

6.337.722

4.922.899

6.578.706

5.127.759

Bijlage 2b: De HGIS-ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per begroting en per begrotingsartikel

Realisaties 2017, vermoedelijke uitkomsten 2018 en begrotingsramingen 2019 t/m 2023 (bedragen x EUR 1.000)

Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

V Buitenlandse Zaken

             

2 Veiligheid en stabiliteit

             
 

10 Doorberekening Defensie diversen

 

227

242

242

242

242

242

 

40 Restituties contributies

 

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

3 Effectieve Europese samenwerking

             
 

30 Restitutie Raad van Europa

341

250

250

250

250

250

250

4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

             
 

10 Consulaire dienstverlening aan Nederlanders

22.337

22.000

9.500

9.500

9.500

9.500

9.500

 

20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

31.569

34.500

37.500

38.000

38.000

38.000

38.000

 

40 Doorberekening Defensie diversen

1.300

890

890

890

890

890

890

7 Apparaat

             
 

10 Diverse ontvangsten

30.041

44.950

26.450

26.450

26.450

26.450

26.450

 

11 Koersverschillen

8.105

           
 

Totaal

93.693

103.817

75.832

76.332

76.332

76.332

76.332

                 

IXB Financiën

             

04.50.03 Ontvangsten IFI's

3.828

4.000

4.000

4.229

4.109

4.109

4.109

 

Totaal

3.828

4.000

4.000

4.229

4.109

4.109

4.109

                 

X Defensie

             

01.01.01 Crisisbeheersingsoperaties BIV (inclusief contributies)

20.569

21.407

1.407

1.407

1.407

1.407

1.407

 

Totaal

20.569

21.407

1.407

1.407

1.407

1.407

1.407

                 

XII Infrastructuur en Water

             

19.09 Ontvangsten klimaat

6.443

           
 

Totaal

6.443

0

0

0

0

0

0

                 

XIII Economische Zaken en Klimaat

             

02 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

125

           
 

Totaal

125

0

0

0

0

0

0

                 

XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

             

1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

             
 

1.10 ontvangsten internationaal ondernemen

9.431

3.619

3.491

3.373

3.264

3.264

3.264

 

1.40 ontvangsten DGGF

5.511

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

5 Multilaterale samenwerking en overige inzet

             
 

5.20 Ontvangsten en restituties m.b.t. leningen

29.333

28.795

28.659

28.659

28.659

28.659

28.659

 

5.21 Ontvangsten OS

29.279

31.176

31.176

31.176

31.176

31.176

31.176

 

5.23 diverse ontvangsten non-ODA

15.052

           
 

Totaal

88.606

66.590

66.326

66.208

66.099

66.099

66.099

                 
 

TOTAAL ONTVANGSTEN

213.264

195.814

147.565

148.176

147.947

147.947

147.947

Bijlage 3: Berekening ODA-plafond 2018–2023, realisatie ODA-prestatie 2017 en raming ODA-prestatie 2018–2023

Berekening ODA-plafond 2018–2023 (bedragen in miljoenen EUR)
   

2018

2019

2020

2021

2022

2023

 

Raming BNI

775.760

815.867

844.696

873.515

901.523

930.429

               

A:

Basisbedrag 0,7% BNI

5.430

5.711

5.913

6.115

6.311

6.513

B:

Bij: geraamde aflossingen op ODA-leningen

38

34

31

23

20

20

B:

Bij: geraamde ontvangsten OS

34

35

34

34

34

34

C:

Maatregelen Rutte II

– 1.456

– 1.462

– 1.462

– 1.462

– 1.462

– 1.462

D:

Kasschuiven Rutte II

132

– 118

– 304

– 331

– 475

 

E:

Dichten tijdelijke dip door correctie kasschuiven Rutte II (Rutte III)

 

118

304

331

475

 

F:

Intensivering OS/ODA Rutte III

400

300

200

100

   

G:

Kasschuif IDA

 

50

 

– 50

   

H:

Overig (o.m opvang in de regio, Voorjaarsnotabesluitvorming, AIIB en BIV)

83

68

26

26

26

28

I:

ODA-plafond 2018–2023

4.662

4.735

4.742

4.785

4.928

5.132

Realisatie netto ODA prestatie 2017 en Raming netto ODA-prestatie 2018–2023 (bedragen in miljoenen EUR)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Bruto ODA-totaal

4.492

4.662

4.735

4.742

4.785

4.928

5.132

Af: geraamde aflossingen op ODA-leningen

– 39

– 38

– 34

– 31

– 23

– 20

– 20

Af: geraamde ontvangsten OS

– 54

– 34

– 35

– 34

– 34

– 34

– 34

Netto ODA (in miljoenen euro)

4.399

4.590

4.666

4.676

4.728

4.874

5.079

               

Raming BNI (in miljarden euro)

728,6

775,8

815,9

844,7

873,5

901,5

930,4

               

Netto ODA in % van het BNI

0,60

0,59

0,57

0,55

0,54

0,54

0,55

In bovenstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de opbouw van het ODA-budget en de hieraan gekoppelde ODA prestatie. Hieronder volgt een toelichting op de onderdelen, die gezamenlijk de omvang van het totale ODA-budget bepalen:

  • A. Het uitgangspunt is 0,7% van het BNI.

  • B. Aflossingen op ODA leningen en overige ontvangsten worden hieraan toegevoegd. Deze worden jaarlijks bijgesteld. Het gaat daarbij om structureel ca. EUR 55 miljoen per jaar.

  • C. Het kabinet Rutte II heeft verschillende structurele maatregelen doorgevoerd op het ODA-budget. Ten eerste een taakstelling van EUR 1 miljard per jaar. Daarnaast is onder het kabinet Rutte II een ruilvoettaakstelling doorgevoerd van EUR 49 miljoen per jaar. Ten slotte is in de vorige kabinetsperiode het ODA budget verlaagd als gevolg van de verwerking van ESA-20102 en het schrappen van de EKI-reservering.3

  • D/E. Het kabinet Rutte III corrigeert voor de kasschuiven van het kabinet Rutte II. Hierdoor neemt het ODA budget deze kabinetsperiode toe met EUR 118 miljoen in 2019 oplopend naar EUR 475 miljoen in 2022 en komt het ODA-budget vanaf 2022 weer op 0,7% BNI minus EUR 1,4 miljard, zoals afgesproken in het Regeerakkoord “Vertrouwen in de toekomst”. Het ODA-budget blijft de komende kabinetsperiode gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI.

  • F. Daarenboven worden er in deze kabinetsperiode incidenteel extra middelen toegevoegd van in totaal EUR 1 miljard, verdeeld over 2018 t/m 2021.

  • G. Het betalingsritme voor de Wereldbank (IDA) wordt aangepast. Dit leidt tot een kasschuif.

  • H. De regel overig bestaat uit een aantal budgettaire consequenties voor ODA zoals de toevoeging van extra budget in 2018 voor opvang in de regio, voorjaarsbesluitvorming (o.a. de eindejaarsmarge), de ontvlechting van het BIV en de ODA-bijdrage aan de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB). De AIIB is sinds januari 2016 operationeel. Op basis van een door de oprichtende aandeelhouders bepaalde verdeelsleutel heeft Nederland een aandeel toegewezen gekregen en zich hierop ingeschreven. Het budget voor de AIIB komt bovenop de bestaande ODA-afspraken.

  • I. Bovenstaande maatregelen resulteren in het totale ODA-budget.

Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema

(BEDRAGEN X EUR 1.000)

Begroting

Omschrijving

2017

2018

2019

Artikel

1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid

     

BZ

01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

6.952

7.156

6.840

V-01.01

 

01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten

37.135

37.105

37.555

V-01.02

JenV

33.03.39 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname

54

200

200

VI-33.03.39

   

44.141

44.461

44.595

 
           

2. Vrede, veiligheid en stabiliteit

       

BZ

02.03 Wapenbeheersing

1.941

3.252

3.252

V-02.03

 

02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

72.076

75.301

75.301

V-02.04

 

02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

7.822

11.314

11.205

V-02.05

BHOS

04.01 Humanitaire hulp

260.831

361.000

369.000

XVII-04.01

 

04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking

0

0

172.000

XVII-04.02

 

04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling

272.295

424.788

235.243

XVII-04.03

 

04.04 Noodhulpfonds

142.615

8.000

0

XVII-04.04

 

05.03 Bijdrage aan migratie en ontwikkeling

26.435

44.000

0

XVII-05.03

JenV

31.03.21 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties

8.512

8.600

8.600

VI-31.03.21

   

792.527

936.255

874.601

 

3. Effectieve Europese samenwerking

       

BZ

03.02 Europees ontwikkelingsfonds

192.480

229.469

234.281

V-03.02

 

03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap

3.920

3.888

3.888

V-03.03

Toerek.

EU-begroting

329.867

329.867

329.867

Toerekening

   

526.267

563.224

568.036

 
           

4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

 

BZ

04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

88

136

136

V-04.04

   

88

136

136

 
           

5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

       

BHOS

01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO

4.587

23.145

19.075

XVII-01.01

 

01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

335.735

333.035

379.545

XVII-01.03

 

01.04 Dutch Good Growth Fund

43.629

72.650

0

XVII-01.04

   

383.951

428.830

398.620

 
           

6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

       

BHOS

02.01 Voedselzekerheid

341.528

337.295

339.295

XVII-02.01

 

02.02 Water

195.426

199.283

193.714

XVII-02.02

 

02.03 Klimaat

126.369

169.178

189.318

XVII-02.03

IenW

23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO)

35

35

35

XII-23.01

EZK

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)

4.114

4.133

0

XIII-6.95

LNV

11.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)

0

0

4.133

XVI-16.95

   

667.472

709.924

726.495

 
           

Begroting

Omschrijving

2017

2018

2019

Artikel

7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)

       

BHOS

03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

430.866

443.073

428.473

XVII-03.01

 

03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

43.876

52.539

52.439

XVII-03.02

 

03.03 Maatschappelijk middenveld

206.900

219.304

220.270

XVII-03.03

 

03.04 Onderwijs

30.893

69.800

64.300

XVII-03.04

OCW

06.70 Hoger beroepsonderwijs

2.858

2.873

2.873

VIII-06.70

 

07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs

42.160

44.380

44.380

VIII-07.70/76

 

16.70 Onderzoek en wetenschappen; WOTRO

454

454

454

VIII-16.70

EZK

7.35 Groen onderwijs van hoge kwaliteit (o.a.ISRIC)

1.251

0

0

XIII-17.35

   

759.258

832.423

813.189

 
           

8. Versterkte kaders voor ontwikkeling

       

BHOS

05.01 Multilaterale samenwerking

150.637

122.266

131.057

XVII-05.01

 

05.02 Overig armoedebeleid

115.336

13.300

64.070

XVII-05.02

 

05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen

0

40.551

101.248

XVII-05.04

Financiën

04.50.01 Deelname aan internationale instellingen; Mult. Ontw. Banken en Fondsen

3.132

0

0

IXB-04.50.01

 

04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB

31.977

28.044

28.043

IXB-04.50.05

 

04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank)

0

0

0

IXB-04.50.07

 

04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank)

0

0

0

IXB-04.50.08

 

04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank)

0

215.676

290.722

IXB-04.50.09

Toerek.

Opvang asielzoekers

736.560

440.033

419.953

Toerekening

   

1.037.642

859.870

1.035.093

 

9. Overige uitgaven

       

BZ

07.01 Apparaat

275.514

282.116

269.616

V-07.01

   

275.514

282.116

269.616

 
           

Totaal ODA binnen HGIS

4.486.860

4.657.239

4.730.381

 

ODA buiten HGIS (instituten LNV)

4.725

4.725

4.725

 

TOTAAL ODA

4.491.585

4.661.964

4.735.106

 

Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven BHOS-begroting per regio In 2019

Vanwege de vernieuwde geografische focus van het BHOS-beleid (BHOS-nota «Investeren in perspectief») is de indeling van deze bijlage gewijzigd. Naast het eerdere overzicht van de aan ambassades te delegeren landenbudgetten en soms ook gedelegeerde budgetten voor een regio (zoals de Hoorn van Afrika en het Grote Merengebied), geeft de bijlage met ingang van de HGIS-nota 2019 ook een inschatting per regio van uitgaven vanuit de centrale budgetten. De HGIS-nota en het HGIS-jaarverslag bieden zo voortaan het overzicht van de in het beleid aangekondigde verschuivingen van ODA-middelen naar de focus-regio’s West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Daarbij is de ordening op thema gehandhaafd, in lijn met het thematische karakter van de BHOS-begroting. Omdat centrale budgetten doorgaans niet vooraf naar land of regio zijn verdeeld, moeten de gepresenteerde cijfers gezien worden als een inschatting en niet als exacte bedragen. De tabel in het HGIS-jaarverslag zal vervolgens de gerealiseerde geografische allocaties in het betreffende jaar weergeven.

Een belangrijke kanttekening bij de tabel voor 2019 is dat hierin de nieuwe geografische accenten van het BHOS-beleid nog niet volledig tot uitdrukking kunnen komen. De reden is dat de financiële doorvertaling naar land- en regioniveau van de in mei jongstleden gepresenteerde beleidsnota niet eerder dan aan het eind van dit kalenderjaar bekend is, bij de vaststelling van de jaarplannen en de meerjarige inzet van posten en op thema’s. Aanpassingen zijn echter in voorbereiding, waaronder het beschikbaar stellen van budgetten voor de nieuwe focuslanden Libanon, Jordanië en Irak (vooral gerelateerd aan begrotingsartikel 4.2 – vluchtelingenopvang in de regio en migratiesamenwerking) en voor een beperkt aantal andere landen in de nieuwe focusregio’s (zoals Tunesië en Niger). Ook wordt gewerkt aan schema’s voor verantwoorde vermindering c.q. afschaling van budgetten voor Indonesië, Ghana, Mozambique, Benin en Rwanda. Voorafgaand aan het debat over de BHOS-begroting van 2019 zal de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in een Kamerbrief een tussenstand presenteren van dit proces van aanpassing van beleid.

Een tweede kanttekening betreft de reikwijdte van de tabel. Niet alle centrale uitgaven zijn direct aan een regio toerekenbaar. Zo is onder meer Humanitaire Hulp niet opgenomen. Humanitaire Hulp wordt geboden waar deze nodig is; het is vooraf niet te bepalen in welke regio deze middelen worden besteed. Wel stuurt de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking elk voorjaar een brief naar de Kamer met een indicatieve planning. Ook budgetten die revolveren bij een uitvoerder zijn geen onderdeel van geplande begrotingsuitgaven en zijn daarom niet opgenomen. Dit geldt bijvoorbeeld voor fondsen op het terrein van private sector ontwikkeling, zoals DRIVE en DGGF.

Regio Sahel / West-Afrika

2019

Mali

 

1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

1.000.000

2.2 Water

9.000.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

15.500.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

7.000.000

totaal

32.500.000

   

Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten

 

1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

25.000.000

2.1 Voedselzekerheid

11.000.000

2.2 Water

20.000.000

2.3 Klimaat

3.000.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

52.000.000

3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

7.000.000

3.3 Maatschappelijk middenveld

33.000.000

3.4 Onderwijs

10.000.000

4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking

16.000.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

10.000.000

totaal

187.000.000

   

Totaal Regio Sahel / West-Afrika

219.500.000

Regio Hoorn van Afrika

2019

Ethiopië

 

2.1 Voedselzekerheid

38.900.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

18.074.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

963.000

totaal

57.937.000

   

Kenia

 

1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

1.500.000

2.1 Voedselzekerheid

1.700.000

2.2 Water

2.600.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

500.000

totaal

6.300.000

   

Oeganda

 

2.1 Voedselzekerheid

13.000.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

3.000.000

totaal

16.000.000

   

Zuid-Soedan

 

2.1 Voedselzekerheid

4.500.000

2.2 Water

4.500.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

10.500.000

totaal

19.500.000

   

Regionaal Hoorn van Afrika

 

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

6.913.000

totaal

6.913.000

   

Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten

 

1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

60.000.000

2.1 Voedselzekerheid

26.000.000

2.2 Water

16.000.000

2.3 Klimaat

15.000.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

48.000.000

3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

6.000.000

3.3 Maatschappelijk middenveld

31.000.000

3.4 Onderwijs

9.000.000

4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking

26.000.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

30.000.000

totaal

267.000.000

   

Totaal Regio Hoorn van Afrika

373.650.000

Regio MENA

2019

Jemen

 

2.2 Water

2.000.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

4.500.000

3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

200.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

4.500.000

totaal

11.200.000

   

Palestijnse gebieden

 

1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

1.000.000

2.1 Voedselzekerheid

6.400.000

2.2 Water

4.000.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

7.450.000

totaal

18.850.000

   

Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten

 

1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

30.000.000

2.1 Voedselzekerheid

4.000.000

2.2 Water

4.000.000

2.3 Klimaat

2.000.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

24.000.000

3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

3.000.000

3.3 Maatschappelijk middenveld

15.000.000

3.4 Onderwijs

4.000.000

4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking

71.000.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

35.000.000

totaal

192.000.000

   

Totaal Regio MENA

222.050.000

Regio Grote Meren

2019

Burundi

 

2.1 Voedselzekerheid

18.100.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

5.400.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

3.000.000

totaal

26.500.000

   

Democratische Republiek Congo

 

3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

600.000

totaal

600.000

   

Rwanda

 

2.1 Voedselzekerheid

31.000.000

2.2 Water

8.000.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

6.300.000

totaal

45.300.000

   

Regionaal Grote Meren

 

2.1 Voedselzekerheid

9.300.000

2.2 Water

5.500.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

4.500.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

4.500.000

totaal

23.800.000

   

Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten

 

1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

10.000.000

2.1 Voedselzekerheid

4.000.000

2.2 Water

2.000.000

2.3 Klimaat

4.000.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

28.000.000

3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

7.000.000

3.3 Maatschappelijk middenveld

17.000.000

3.4 Onderwijs

5.000.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

10.000.000

totaal

87.000.000

   

Totaal Regio Grote Meren

183.200.000

Regio Azië

2019

Afghanistan

 

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

20.000.000

totaal

20.000.000

   

Bangladesh

 

2.1 Voedselzekerheid

10.100.000

2.2 Water

25.200.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

6.000.000

3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

2.500.000

totaal

43.800.000

   

Indonesië

 

1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

400.000

2.1 Voedselzekerheid

2.500.000

2.2 Water

5.000.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

3.500.000

totaal

11.400.000

   

Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten

 

1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

39.000.000

2.1 Voedselzekerheid

6.000.000

2.2 Water

8.000.000

2.3 Klimaat

5.000.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

55.000.000

3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

7.000.000

3.3 Maatschappelijk middenveld

35.000.000

3.4 Onderwijs

10.000.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

9.000.000

totaal

174.000.000

   

Totaal Regio Azië

249.200.000

Regio Afrika – overig

2019

Benin

 

2.1 Voedselzekerheid

11.850.000

2.2 Water

15.000.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

7.000.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

500.000

totaal

34.350.000

   

Ghana

 

1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

3.500.000

2.1 Voedselzekerheid

9.700.000

2.2 Water

6.000.000

totaal

19.200.000

   

Mozambique

 

2.1 Voedselzekerheid

10.050.000

2.2 Water

10.113.000

2.3 Klimaat

500.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

13.000.000

3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

1.000.000

totaal

34.663.000

   

Regionaal Afrika

 

2.2 Water

1.500.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

8.000.000

totaal

9.500.000

   

Inzet in deze regio vanuit centrale budgetten

 

1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

58.000.000

2.1 Voedselzekerheid

14.000.000

2.2 Water

15.000.000

2.3 Klimaat

6.000.000

3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

76.000.000

3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid

10.000.000

3.3 Maatschappelijk middenveld

48.000.000

3.4 Onderwijs

14.000.000

4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

27.000.000

totaal

268.000.000

   

Totaal Regio Afrika – overig

365.713.000

Overig decentraal

 

Suriname

 

3.3 Maatschappelijk middenveld

2.000.000

5.2 Overig armoedebeleid

725.000

totaal

2.725.000

Bijlage 6: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema

(BEDRAGEN X EUR 1.000)

Begroting

Omschrijving

2017

2018

2019

Artikel

1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van de mensenrechten en gastlandbebeid

BZ

01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

50.134

54.456

49.195

V-01.01

 

01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten

20.598

22.097

25.847

V-01.02

 

01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties

0

0

4.050

V-01.03

JenV

33.03.10 Opsporing en vervolging; NFI

542

555

555

VI-33.03.10

 

91.01.09 WIPO

229

252

252

VI-91.01.09

 

91.01.07 Europol en Eurojust

19.412

35.193

22.193

VI-91.01.07

BZK

07.01 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

1.565

200

0

VII-07.01

IenW

17.01 Luchtvaart

1.119

1.311

1.311

XII-17.01

 

18.01 Scheepvaart en havens

1.027

1.073

1.073

XII-18.01

   

94.626

115.137

104.476

 
           

2. Vrede, veiligheid en stabiliteit

       

BZ

02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

17.493

13.215

11.015

V-02.01

 

02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

8.477

15.018

14.351

V-02.02

 

02.03 Wapenbeheersing

8.235

7.703

7.542

V-02.03

 

02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

120.569

149.761

151.526

V-02.04

 

02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

17.355

16.972

16.808

V-02.05

BHOS

04.01 Humanitaire hulp

1.075

1.191

1.017

XVII-04.01

Defensie

01.01.01 Crisisbeheersingsoperaties/BIV (inclusief contributies)

197.553

265.025

188.482

X-01.01.01

   

370.757

468.885

390.741

 
           

3. Effectieve Europese Samenwerking

       

BZ

03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap

5.880

5.832

5.832

V-03.03

 

03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie

4.277

5.827

4.827

V-03.04

VWS

02.11.06 Beschikbaarheid en productveiligheid opdrachten

134

0

0

XVI-02.11

 

02.11.07 Beschikbaarheid en productveiligheid bijdragen aan agentschappen

2.700

2.700

2.700

XVI-02.11

 

04.40.09 Zorgbreed beleid; inrichten uitvoeringsactiviteiten; bijdragen aan medeoverheden

0

1.500

1.000

XVI-04.40

Toerek.

EU-begroting

75.733

75.733

75.733

Toerekening

   

88.724

91.592

90.092

 
           

4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

       

BZ

04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland

13.607

17.750

13.945

V-04.01

 

04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren

6.681

9.829

9.049

V-04.02

 

04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

6.567

7.856

7.706

V-04.03

 

04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

18.682

21.000

19.470

V-04.04

 

04.05 Gastlandbeleid internationale organisaties

3.442

6.267

0

V-04.05

OCW

08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken; cultuur

426

426

426

XIII-08.77

 

14.71/76 Cultuur; subsidies

4.640

4.617

4.617

XIII-14.71

   

54.045

67.745

55.213

 
           

5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

       

BHOS

01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO

10.184

11.878

11.478

XVII-01.01

 

01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie

73.633

97.015

107.919

XVII-01.02

 

01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

4.226

6.428

6.272

XVII-01.03

EZK

1.55 Opdrachten

0

136

149

XIII-11.55

 

1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

2.401

2.572

2.572

XIII-11.95

 

2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

1.389

2.401

2.384

XIII-13.95

   

91.833

120.430

130.774

 
           

6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

       

BHOS

02.03 Klimaat

1.451

1.850

1.150

XVII-02.03

IenW

11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water)

9.251

15.231

14.411

XII-11.01

 

19.02 Internationaal beleid, coordinatie en samenwerking

4.902

7.795

5.552

XII-19.02

 

23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO)

836

905

905

XII-23.01

 

97.01 IenW-brede programmamiddelen

1

0

0

XII-97.01

EZK

4.55 Opdrachten

434

343

309

XIII-04.55

 

4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

576

1.649

1.449

XIII-04.95

 

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)

5.861

6.261

0

XIII-06.95

 

6.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (Overig)

0

0

0

XIII-06.95

 

8.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

1.103

1.338

0

XIII-08.95

LNV

11.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP)

0

0

6.131

XIII-1.95

 

11.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (Overig)

0

0

0

XIII-1.95

 

12.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties

0

0

1.188

XIII-3.95

   

24.415

35.372

31.095

 
           

7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)

       

BHOS

03.01 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en HIV/aids

1.465

1.611

1.611

XVII-03.01

OCW

07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs

6.841

7.057

7.057

VIII-07.70/76

 

08.71 Internationaal onderwijs;Subsidies

186

196

196

VIII-08.71

 

08.76 Internationaal onderwijs; Bijdragen (inter)nationale organisaties: overige

185

185

185

VIII-08.76

EZK

7.35 Groen onderwijs van hoge kwaliteit (o.a.ISRIC)

80

0

0

XIII-17.35

VWS

09.12.07 Algemeen; bijdrage aan agentschappen

0

879

 

XVI-09.12.07

 

09.12.10 Algemeen; bijdrage aan internationale organisaties/WHO-partnerschap

3.728

2.989

3.868

XVI-09.12.10

   

12.485

12.917

12.917

 
           

8. Versterkte kaders voor ontwikkeling

       

BHOS

05.02 Overig armoedebeleid

1.724

6.892

7.630

XVII-05.02

Financiën

04.52.01 Technische assistentie

1.500

1.500

1.500

IX-04.52.01

 

04.50.05 Deelname aan internationale instellingen; AIIB

2.921

5.743

5.744

IX-04.50.01

 

04.55.01 Technische assistentie subsidies

0

0

0

IX-04.55.01

   

6.145

14.135

14.874

 
           

9. Overige uitgaven

       

BZ

Geheim

0

0

0

V-05.01

 

Nominaal en onvoorzien

0

6.194

25.868

V-06.01

 

Apparaat

472.958

511.096

471.124

V-07.01

Div. dept.

Attachés

59.712

83.011

76.314

Div. Begrotingen

   

532.670

600.301

573.306

 
           

Totaal non-ODA

1.275.700

1.526.514

1.403.488

 

Bijlage 7: Internationale Klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2019

In het Klimaatakkoord van Parijs hebben de rijke landen hun toezegging uit 2009 om ontwikkelingslanden te ondersteunen bij hun investeringen op het terrein van klimaat herbevestigd. Het moet daarbij vanaf 2020 gaan om USD 100 miljard per jaar. Tevens is overeengekomen dat de ontwikkelde landen aangeven op welke wijze de klimaatfinanciering collectief wordt opgeschaald in de aanloop naar 2020. Omdat er nog geen internationaal overeengekomen richtlijnen bestaan, wordt er in UNFCCC-verband gewerkt aan een definitie en gemeenschappelijke rapportage voor klimaatfinanciering.

Nederland wil de komende jaren blijven werken aan geleidelijke stijging van de publieke en private klimaatuitgaven. Hiertoe wordt een Nationale Fonds voor klimaat en ontwikkeling opgezet waarin EUR 40 miljoen per jaar wordt geïnvesteerd. Daarnaast krijgt het beleidsartikel voor klimaat in 2019 EUR 20 miljoen extra om klimaatactie in ontwikkelingslanden te ondersteunen. Met deze extra investeringen is de verwachting dat Nederland in 2019 EUR 470 miljoen aan publieke klimaatrelevante uitgaven voor ontwikkelingslanden kan realiseren. Daarnaast is het streven EUR 460 miljoen aan private klimaatfinanciering te mobiliseren door middel van het Nationale Fonds voor klimaat en ontwikkeling, publiek-private partnerschappen, multilaterale klimaatfondsen, multilaterale ontwikkelingsbanken en FMO.

Internationale samenwerking op het terrein van klimaat richt zich op vergroting van de weerbaarheid van gemeenschappen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Dit gebeurt vooral binnen de speerpunten voedselzekerheid en water en via het Nationale Fonds voor klimaat en ontwikkeling. Daarnaast wordt ingezet op vergroening van de economie en reductie van CO2-uitstoot door bevordering van toegang tot hernieuwbare energie, het tegengaan van ontbossing en het behoud van ecosystemen. Voor het bereiken van resultaten wordt onder andere samengewerkt met het bedrijfsleven, NGO’s, kennisinstellingen, FMO, multilaterale klimaatfondsen en ontwikkelingsbanken.

In onderstaande tabel wordt op hoofdlijnen een indicatie gegeven van de klimaatfinanciering in 2019. Bij de verantwoording over 2019 zal worden gerapporteerd over de gerealiseerde klimaatuitgaven ten behoeve van ontwikkelingslanden.

Klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2019 (bedragen x EUR miljoen):

Artikel BHOS-begroting

Indicatie 2019

1. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

50

2. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

 

2.1 Voedselzekerheid

95

2.2 Water

70

2.3 Klimaat

145

3. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)

40

Overig

 

Internationale financiële instellingen en VN

70

Totaal

470

Gemobiliseerd privaat kapitaal

460

Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie 2019

Deze bijlage licht de verwachte HGIS-uitgaven in 2019 toe op het gebied van migratie. Eerst wordt per begrotingsartikel een overzicht gegeven van de financiële inspanningen die volledig gericht zijn op migratie. Vervolgens wordt stilgestaan bij instrumenten en programma’s die gedeeltelijk aan vluchtelingen of migratie gerelateerd zijn.

1. Begrotingsartikelen die volledig gericht zijn op migratie en opvang in de regio

Artikel

Budget

2019

   

EUR in mln.

waarvan ODA

06.37.02

Asieltoerekening

420

420

17.04.02

Migratiesamenwerking en ontwikkeling

34

34

 

Opvang in de regio

138

138

 

Totaal

592

592

Asieltoerekening: eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen in Nederland (JenV-begroting)

In de begroting van Justitie en Veiligheid staat wat de totale kosten voor asielopvang zijn en welk deel daarvan wordt toegerekend aan Official Development Assistance (ODA). Conform de richtlijnen van het OESO Development Assistance Committee (DAC) wordt de eerstejaarsopvang van asielzoekers in Nederland uit ODA-middelen gefinancierd. Deze HGIS-middelen worden alleen overgeheveld naar de JenV-begroting voor asielzoekers die afkomstig zijn uit landen die volgens de OESO DAC gelden als ontwikkelingslanden. Voor 2019 houdt het kabinet rekening met een asielinstroom van 23.950, waarvan 2.000 zogenaamde zij-instroom. De aan ODA toegerekende kosten worden onder andere berekend op basis van de kostprijs van het COA, het verwachte aantal asielzoekers uit DAC-landen en de verwachte opvangduur.

Migratie en ontwikkeling (BHOS-begroting)

Er is EUR 34 miljoen structureel beschikbaar voor migratiesamenwerking en ontwikkeling als onderdeel van het artikel Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling. Nederland zet de komende jaren meer middelen in op migratiesamenwerking met derde landen, als onderdeel van de integrale aanpak van irreguliere migratie. Prioriteiten zijn de bescherming van de mensenrechten, het voorkomen van irreguliere migratie, het tegengaan van mensensmokkel en -handel, beter grensbeheer en het bevorderen van terugkeer en herintegratie. De inzet is vooral gericht op de belangrijkste transit- en herkomstlanden in Noordelijk Afrika, het Midden-Oosten en Westelijk Azië van waaruit Nederland de grootste migratiedruk ervaart.

Uit deze middelen worden zowel inspanningen binnen als buiten Nederland gefinancierd:

  • Financiering van programma’s van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden en de betrokkenheid van diaspora in Nederland bij ontwikkeling van hun herkomstlanden. We bevorderen de terugkeer van irreguliere migranten die niet langer rechtmatig in Nederland verblijven. Nederland steunt programma’s die langs de belangrijkste migratieroutes uitbuiting, mishandeling en (seksueel) geweld tegen (irreguliere) migranten tegengaan, onder meer in Niger en Libië. Vrouwen en meisjes zijn hierbij een punt van aandacht.

  • Nederland helpt landen in noordelijk Afrika om mensensmokkel en mensenhandel beter te bestrijden en slachtoffers goed op te vangen. Ook worden in herkomstlanden bewustwordingscampagnes opgezet die potentiële migranten waarschuwen voor de risico’s van irreguliere migratie.

  • Nederland draagt via programma’s van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) bij aan vrijwillige terugkeer en herintegratie van de vele (irreguliere) migranten die in Noord-Afrikaanse transitlanden zijn gestrand. Op die manier wordt hen een uitweg geboden uit hun penibele situatie en een alternatief voor de gevaarlijke overtocht richting Europa. Nederland werkt hierbij nauw samen met EU-partners en draagt bij via onder meer het EU Noodtrustfonds voor Afrika.

  • Nederland zet zowel in EU-verband als bilateraal in op brede samenwerking met herkomstlanden, met duidelijke afspraken over terugkeer. In dit kader financieren we activiteiten die belangrijk zijn voor betrokken ontwikkelingslanden en die bijdragen aan beter migratiemanagement.

  • Tot slot levert Nederland een bijdrage aan datacollectie over migratiestromen en onderzoek naar migratiemotieven en de effectiviteit van diverse interventies om de grondoorzaken van irreguliere migratie aan te pakken.

Vluchtelingenopvang in de regio

Nederland biedt steun aan ontwikkelingslanden die veel vluchtelingen opvangen, om de perspectieven van vluchtelingen en gastgemeenschappen te verbeteren. De focus ligt op Libanon, Jordanië, Irak en de Hoorn van Afrika. De inzet richt zich op:

  • 1) Versterkte bescherming, met veel aandacht voor kwetsbare groepen (kinderen, vrouwen, mensen met een beperking): betere registratie en documentatie en meer rechten en vrijheden voor vluchtelingen; voorkomen en aanpakken van mishandeling, misbruik, uitbuiting, kinderarbeid, kindhuwelijken, overlevingsprostitutie; sociale protectie voor meest kwetsbare groepen.

  • 2) Uitbreiding en verbetering van onderwijsvoorzieningen.

  • 3) Werk en inkomen: steun voor vakopleidingen en beroepsonderwijs; bevorderen economische ontwikkeling en banengroei, o.a. door steun voor start-ups en MKB.

Alle programma’s richten zich zowel op vluchtelingen als op even kwetsbare lokale bevolking. Daarnaast richt de inzet zich steeds op inclusie van vluchtelingen in lokale structuren en worden lokale voorzieningen uitgebreid en verbeterd om dit mogelijk te maken.

Om bovenstaande doelstellingen te bereiken is Nederland een partnerschap aangegaan met een vijftal organisaties, namelijk Wereldbank, IFC, ILO, UNICEF en UNHCR, die internationaal een voortrekkersrol spelen bij de uitvoering van de VN Vluchtelingencompact, voor de transformatie van een humanitaire naar een ontwikkelingsaanpak in landen die veel vluchtelingen opvangen. Het betreft een strategisch samenwerkingskader waarbinnen landenspecifieke programma’s worden uitgewerkt.

2. Begrotingsartikelen die deels aan vluchtelingen of migratie gerelateerd zijn

Naast bovengenoemde middelen zijn er meerdere instrumenten die gedeeltelijk ingezet kunnen worden voor hulp aan vluchtelingen of voor de aanpak van de grondoorzaken die mensen doen besluiten hun land te verlaten, zoals onveiligheid of gebrek aan economisch perspectief. Hieronder worden de meest relevante begrotingsartikelen genoemd. Het is op voorhand niet aan te geven welke bedragen voor vluchtelingen zullen worden ingezet vanuit bijvoorbeeld de noodhulpmiddelen. Daarom worden in plaats van de specifieke uitgaven voor vluchtelingen en/of migratie de begrotingsstanden van de artikelen genoemd. Om dezelfde reden is er geen totaalbedrag opgenomen in de tabel.

Artikel

Budget

2019

   

EUR in mln.

waarvan ODA

05.02.04

Stabiliteitsfonds

91

55

05.02.05

Nederlands fonds voor regionale partnerschappen (NFRP); Shiraka en Matra

28

11

05.03.02

Europees ontwikkelingsfonds

234

234

17.04.01

Humanitaire hulp, inclusief bijdragen aan UNHCR, UNRWA en WFP

370

369

Stabiliteitsfonds (BZ-begroting)

Het Stabiliteitsfonds is een instrument om activiteiten op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling te ondersteunen op een snelle en flexibele manier. De aandacht gaat voornamelijk uit naar gebieden met reële veiligheidsdreigingen, veelal instabiele landen die dreigen af te glijden naar een gewelddadig conflict, en naar post-conflictsituaties. Vanuit het Stabiliteitsfonds worden projecten gefinancierd die mede relevant zijn voor de aanpak van grondoorzaken van migratie. Voorbeelden zijn projecten die zich richten op hervorming van de veiligheidssector (security sector reform), voorkomen van gewelddadig extremisme (preventing violent extremism), conflictpreventie (early warning & early action) en implementatie van VNVR Resolutie 1325 (vrouwen, vrede en veiligheid).

NFRP (BZ-begroting)

De overgang naar democratie in de Arabische regio is een langdurig proces met voor- en achteruitgang. Nederland steunt deze processen met het programma Shiraka (wat partnerschap betekent in het Arabisch). Shiraka streeft naar blijvende veranderingen in de positie van de burger en in de relatie tussen burger en overheid in de Arabische regio en past daarmee ook bij de aanpak van grondoorzaken. Met Shiraka helpt Nederland de Arabische regio bijvoorbeeld met (A) lokale maatschappelijke initiatieven, bijvoorbeeld op het gebied van vakbondsrechten en persvrijheid; (B) capaciteitsopbouw van politieke organisaties door samenwerking van Nederlandse politieke partijen met lokale politieke partijen; (C) overheidssamenwerking bijvoorbeeld gericht op mensenrechten, goed bestuur, economische ontwikkeling en versterking van de verantwoording van overheden tegenover de burgers.

Europees Ontwikkelingsfonds (BZ-begroting)

Het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) is bestemd voor de economische en sociale ontwikkeling van landen uit Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan (ACS) en de landen en gebieden overzee (LGO). Het EOF heeft echter ook bijgedragen aan het EU-noodtrustfonds (EU Trust Fund for Africa, het EUTF) dat tijdens de Valletta migratietop in november 2015 werd opgericht. Het EU-noodtrustfonds is gericht op het bevorderen van stabiliteit, de aanpak van de grondoorzaken van irreguliere migratie, bescherming en opvang in de regio, de aanpak van mensenhandel en mensensmokkel, migratiemanagement en het bevorderen van terugkeer en re-integratie.

Noodhulp en bijdragen UNHCR, UNRWA en WFP (BHOS-begroting)

Nederland verleent noodhulp aan slachtoffers van conflicten en rampen. Een deel van die slachtoffers is ontheemd. De Nederlandse humanitaire inspanningen zijn gericht op het redden van levens, het verminderen van menselijk lijden en het beschermen van menselijke waardigheid. Het is wenselijk om slachtoffers van conflicten en rampen zoveel mogelijk te helpen in de betreffende regio’s. Ook in 2019 zal er sprake zijn van significante humanitaire inzet. Daarnaast wordt een groot deel van de Nederlandse bijdrage aan internationale organisaties zoals UNHCR, UNRWA en WFP gebruikt voor noodhulp aan ontheemden en vluchtelingen.

Overige relevante activiteiten gerelateerd aan migratie

Bovenstaand overzicht is niet uitputtend. Een groot deel van de Nederlandse inspanningen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en diplomatie is gericht op het bieden van perspectief via sociaaleconomische ontwikkeling, stabiliteit en de aanpak van ongelijkheid. Deze inspanningen gecombineerd met de diverse thematische programma’s binnen ontwikkelingssamenwerking dragen ook bij aan de aanpak van grondoorzaken voor irreguliere migratie (bijv. veiligheid en rechtsorde, water, voedselzekerheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten). Vanuit het beleidsthema veiligheid en rechtsorde is het Addressing Root Causes fonds een goed voorbeeld. In 2016 zijn er vanuit dit fonds internationale en lokale NGO’s geselecteerd die 21 programma’s uitvoeren in 12 landen die zijn gericht op de aanpak van grondoorzaken van gewapend conflict, instabiliteit en irreguliere migratie (EUR 125 miljoen voor periode 2016–2021). Daarnaast kunnen Nederlandse bijdragen via andere internationale (financiële) instellingen ook deels aan vluchtelingen of migratie gerelateerd zijn.

In de nota «Investeren in Perspectief – Goed voor de wereld, goed voor Nederland» welke op 18 mei 2018 aan de Tweede Kamer is aangeboden, wordt ingegaan op de inzet van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking – als integraal onderdeel van het buitenlands beleid – gericht op de bestrijding van de grondoorzaken van armoede, migratie, terreur en klimaatverandering. De nota sluit onder meer aan op de Integrale Migratieagenda.


X Noot
1

Kamerstuk 19 637 nr. 2375.

X Noot
2

Toelichting ESA 2010: Door veranderingen in boekhoudkundige regels door de EU (European System of Accounts, ESA 2010) en een herziening van de bronnen voor het berekenen van het BNI door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het BNI in 2014 opwaarts bijgesteld. Omdat het een rekenkundige correctie van het BNI betrof heeft het kabinet er destijds voor gekozen deze BNI-bijstelling niet door te vertalen in een opwaartse bijstelling van het ODA-budget.

X Noot
3

Toelichting EKI: Reserveringen voor exportkredietverzekeringen (EKI) zijn reserveringen voor de kwijtschelding van exportkredietschulden van ontwikkelingslanden. Deze schulden zijn ontstaan door investeringen of leveringen van Nederlandse bedrijven aan bedrijven in ontwikkelingslanden. De Nederlandse overheid staat hiervoor garant. Als de ontvangende partij niet betaalt, resulteert deze constructie in een schuld van de overheid van het ontwikkelingsland aan de Nederlandse overheid.

Sinds 2015 wordt geen reservering meer opgenomen voor schuldkwijtschelding aan ontwikkelingslanden in het kader van EKI. Omdat de ODA-begroting destijds niet is gecompenseerd voor het wegvallen van de raming voor EKI-schuldkwijtschelding wordt een reeks van EUR 150 miljoen per jaar in mindering gebracht op het ODA-budget. Wanneer landen aanspraak doen op de EKI-schuldkwijtschelding, dan wordt dit achteraf aan de ODA-realisatie toegevoegd. Dit bedrag hoeft niet gecompenseerd te worden door bezuinigingen op andere ODA-uitgaven. Het gaat namelijk om een schuldkwijtschelding waarvan de uitgaven vaak al jaren eerder zijn gedaan.

Naar boven