35 000 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2019

Nr. 56 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2018

Graag bied ik u hierbij aan de jaarlijkse Decemberbrief voor de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Via deze brief wordt u geïnformeerd over kas- en verplichtingenmutaties ten opzichte van de tweede suppletoire begroting.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Hieronder volgt een overzicht van de voornaamste budgettaire mutaties ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2018 voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII). De genoemde mutaties zijn zoals gebruikelijk onderdeel van de Slotwet. Naar verwachting wordt in 2018 een ODA-prestatie van 0,59% van het BNI gerealiseerd.

Artikel 1: Duurzame handel en investeringen

Het budget voor artikel 1.2 «Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid» stijgt met EUR 0,9 mln. Extra activiteiten van het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) zorgden voor een overschrijding van het budget, dat in de tweede suppletoire begroting naar beneden was bijgesteld.

Het budget voor artikel 1.4 Dutch Good Growth Fund (DGGF) stijgt met EUR 7,9 mln. Met name bij onderdeel twee van het DGGF, financiering van lokaal midden- en kleinbedrijf in lage- en middeninkomenslanden, zorgden extra activiteiten voor hogere uitgaven. Hierdoor worden de bij de tweede suppletoire begroting verwachte lagere uitgaven deels gecompenseerd.

Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water

De uitgaven op artikel 2.2 «Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie» worden EUR 1,4 mln hoger. Deze verhoging is toe te schrijven aan het programma Fonds Duurzaam Water, dat door de RVO wordt uitgevoerd. Dit programma kent een voorspoedige uitvoering, waardoor er in het vierde kwartaal van 2018 al een hogere liquiditeitsbehoefte was dan eerder voorzien.

Artikel 3: Sociale ontwikkeling

De uitgaven op artikel 3.3 «Versterkt maatschappelijk middenveld» worden EUR 2,6 mln hoger. Dit heeft te maken met het feit dat enkele partnerschappen, zoals het Nederlandse Rode Kruis en de International Union for Conservation of Nature (IUCN), meer liquiditeit nodig hadden dan was voorzien.

Artikel 4: Vrede en veiligheid voor ontwikkeling

Het budget voor artikel 4.1 «Humanitaire hulp» stijgt met EUR 1,1 mln. Dit komt door de hoge noden aan het eind van het jaar in onder andere Jemen en Zuid-Soedan en een extra bijdrage aan het World Food Programme (WFP).

De uitgaven op het aflopende noodhulpfonds (artikel 4.4 «Noodhulpfonds») worden EUR 2,1 mln hoger. De betalingen van (tot en met 2017) aangegane verplichtingen vielen hoger uit dan geraamd.

Naar boven