35 000 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2019

Nr. 136 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG EN STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 september 2019

Tijdens de procedurevergadering van de vaste Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 4 september jl. is gevraagd om een nadere duiding van de portefeuilleverdeling drugsbeleid. Dit verzoek is gedaan met oog op het Algemeen Overleg Verslavingszorg/Drugsbeleid op 10 oktober aanstaande. Met deze brief voldoen wij aan dit verzoek.

Op 9 november 2017 hebben de drie bewindspersonen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport u per brief geïnformeerd over de portefeuilleverdeling gedurende deze kabinetsperiode.1 Hierin is onder andere te lezen dat de Minister voor Medische Zorg en Sport verantwoordelijk is voor drugs en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor preventie. Wij benoemen nu enkel deze dossiers aangezien deze relevant zijn voor uw vraag.

De Staatssecretaris is verantwoordelijk voor preventie. Daarmee is de Staatssecretaris ook verantwoordelijk voor preventie van drugsgebruik. Dit omvat de discussie over het al dan niet normaliseren van drugsgebruik en preventiebeleid gericht op gebruik van verschillende middelen als GHB of lachgas. Het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) inclusief aanverwante zaken als het testen van drugs en het afgeven van een Red Alert zijn ook de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris. Verslavingszorg, tenslotte, is zowel vanuit de drugs als de GGZ-portefeuille onderdeel van de portefeuille van de Staatssecretaris.

De Minister voor Medische Zorg en Sport is vanuit VWS verantwoordelijk voor het cannabisbeleid, waaronder het experiment gesloten coffeeshopketen en CBD-olie. De verstrekking van medicinale heroïne is onderdeel van de portefeuille van de Minister aangezien het hier gaat om inzet als geneesmiddel. Tenslotte is de Minister eindverantwoordelijk voor de internationale aspecten van het Nederlandse drugsbeleid.

De Staatssecretaris en Minister voor MZS zijn beiden verantwoordelijk voor harm reduction en de Opiumwet. Daarbij geldt dat de verantwoordelijkheid gerelateerd aan middelen zoals hierboven beschreven is. Voor vraagstukken rondom harm reduction en verslavingszorg die cannabis (CBD/THC) betreffen is de Minister verantwoordelijk, voor de overige vraagstukken is de Staatssecretaris verantwoordelijk.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Kamerstuk 34 775 XVI, nr. 16

Naar boven