35 000 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2019

Nr. 75 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 december 2018

Naar aanleiding van het IPCC Special Report «Global Warming of 1,5°C» en het UN Environment «Emissions Gap Report 2018» hebben de leden Van Raan en Akerboom van de Partij van de Dieren een amendement op de EZK-begroting 2019 (Kamerstuk 35 000 XIII) ingediend. Dit amendement met Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 74, beoogt in de beweegreden van de begroting een zin toe te voegen die toelicht dat deze begroting nog niet (naar rato) bijdraagt aan een beperking van de wereldwijde temperatuurstijging van 1,5° Celsius. Met deze brief geef ik een reactie op dit amendement.

Zowel voor het beperken van de opwarming tot ruim beneden 2 °C als het streven naar 1,5 °C is het gewenst om voor 2030 tot een aanzienlijke afname van de mondiale emissies te komen. Het IPCC rapport-biedt een belangrijke onderbouwing hiervoor. Het klimaatbeleid van het kabinet, waarvan het Klimaatakkoord een belangrijke pijler vormt, stelt als doel 49% reductie in 2030 te realiseren. Het Klimaatakkoord zal een significante versnelling van het Nederlandse klimaatbeleid bewerkstelligen.

In de begroting 2019 is het aanvullende beleid vanuit het Klimaatakkoord niet verwerkt, omdat het Klimaatakkoord nog moet worden gesloten. Zodra er een Klimaatakkoord is, wordt het aanvullende beleid ook in de Rijksbegroting verwerkt, waaronder in de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Dat is het moment waarop de appreciatie van de bijdrage van de begroting 2019 ten opzichte van de klimaatdoelen, waaronder de opwarming van de aarde, zou moeten worden gedaan.

Gezien het bovenstaande ontraad ik het amendement met Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 74 van de leden Van Raan en Akerboom.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven