Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 januari 2019
Op 19 oktober heeft u mij verzocht een reactie te geven naar aanleiding van een melding
van een voorval op de schietbaan Washikemba te Bonaire. Bij dit verzoek heeft u een
bijlage meegestuurd van een e-mail die aan de Commandant der Strijdkrachten (CDS)
is gestuurd. Met deze brief kom ik, wegens omstandigheden sterk verlaat, aan uw verzoek
tegemoet. Mijn excuus daarvoor.
In de e-mail wordt melding gemaakt van een potentieel onveilige situatie op een politieschietbaan
te Bonaire. Deze situatie werd op 2 oktober jl. door drie Defensiemedewerkers geconstateerd.
De melders hadden bedenkingen bij onder meer het beheer, de bekendheid met het baanreglement
en de status van het onderhoud van de baan. Meer in het bijzonder ging het daarbij
om onderhoud aan de aarden wal die een buffer vormt tussen de schietbaan en de omgeving.
Omdat er volgens de melders sprake was van potentieel gevaar hebben zij zich genoodzaakt
gezien om op 3 oktober jl. bij het Hoofd Operaties van de Koninklijke Marechaussee
(KMar) op Bonaire een melding te doen van een vermoeden van een misstand. Daarbij
deden zij tevens een beroep op de Klokkenluidersregeling.
Aansluitend heeft de KMar de melding als Melding van Voorval (MVV) geregistreerd in het daarvoor bestemde digitale meldsysteem. De drie melders
zijn overigens nog gewoon werkzaam bij het onderdeel waar ze tot dan toe werkzaam
waren, namelijk bij het Opleidings Trainings- en Kenniscentrum van de KMar. Zij hebben
de status van klokkenluider en worden over de voortgang van de afhandeling op de hoogte
gehouden.
De KMar heeft direct maatregelen genomen om de situatie te verbeteren. Zo is het baanreglement
opnieuw aan alle betrokkenen bekendgemaakt. Ook zijn de instructies voor de verantwoordelijke
baancommandanten en afspraken over beheer en controle aangescherpt.
Op 9 oktober heeft de Commandant der Strijdkrachten (CDS) een e-mail van één van de
melders ontvangen met daarin nogmaals de melding. De dag erna heeft de CDS een reactie
per e-mail teruggestuurd waarin hij aangaf dat de daartoe geëigende instanties binnen
Defensie met onderzoeken zijn gestart.
Conform de Klokkenluidersregeling is de melding doorgestuurd naar de secretaris-generaal
(SG) en naar de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID). De COID heeft op
15, 17 en 18 oktober meldgesprekken met de drie melders gevoerd en de melding getoetst
aan de Klokkenluidersregeling. Uit het gesprek tussen de COID en melders volgde op
6 november een advies aan de SG om de melding te behandelen als een vermoeden van een misstand. Bij melding van een misstand mag de melder geen negatieve gevolgen van diezelfde
melding ondervinden: hij geniet zogeheten «klokkenluidersbescherming». De SG heeft
dit advies overgenomen.
Tijdens de afhandeling van de melding was nog niet helder of de door de KMar getroffen
maatregelen voldoende gewaarborgd waren en of daarmee volledig aan de regelgeving
van Defensie werd voldaan. Hierop is op 12 november besloten alsnog over te gaan op
een gebruikersverbod voor Defensiepersoneel en de periodieke beoordeling af te wachten.
Dergelijke beoordelingen worden uitgevoerd door de Militaire Commissie Gevaarlijke
Stoffen (MCGS). Defensie heeft de baanbeheerder (de politie) van het gebruikersverbod
op de hoogte gesteld.
Op 21 november heeft de SG een Commissie van Onderzoek (CvO) ingesteld. Deze CvO onderzoekt in hoeverre er sprake was van een (potentieel)
onveilige situatie op de schietbaan op Bonaire. Ook wordt onderzocht wat hiervan in
voorkomend geval de oorzaken waren en welke lessen Defensie uit dit voorval kan trekken.
De melders worden in de derde week van januari door de CvO gehoord. Het resultaat
van het onderzoek wordt naar verwachting medio februari 2019 afgerond.
Voor wat betreft de Inspectie Veiligheid Defensie (IVD) is het goed te vermelden dat
deze zelfstandige afwegingen maakt en deze melding niet onderzoekt.
Nadat de MCGS de baan had beoordeeld, is deze op 4 december 2018 weer vrijgegeven
voor gebruik door Defensie onder de voorwaarde dat wordt voldaan aan de door de MCGS
vastgestelde beheersmaatregelen. De opvolging hiervan is een continue verantwoordelijkheid
van de beheerder en de instructeurs. Vanwege deze reden is voorgeschreven dat de beheerder
aanwezig is en toezicht houdt. De controle op uitvoering van de maatregelen komt aan
de orde in de periodieke tweejaarlijkse MCGS-beoordeling. Overigens is het laatste
beoordelingsrapport gedeeld met de beheerder en zijn ook de andere gebruikers geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser