Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 oktober 2018
Inleiding
Hierbij reageer ik op het verzoek van de vaste commissie voor Defensie om een toelichting
op de inhoud en de totstandkoming van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en de Verenigde Staten van Amerika inzake de totstandkoming van een raamwerk voor
samenwerking op het gebied van defensieaangelegenheden (hierna: «het raamverdrag»)
(Trb. 2018, nr. 125).
Inhoud van het raamverdrag
Nederland en de Verenigde Staten hebben een nauwe defensierelatie. Er is sprake van
intensieve samenwerking op het gebied van onder meer operaties, de aanschaf en het
onderhoud van materieel, onderzoek en ontwikkeling, opleidingen, en trainingen en
oefeningen.
Het is gebruikelijk dat partnerlanden afspraken over samenwerkingsactiviteiten op
defensiegebied vastleggen in niet-juridisch verbindende internationale beleidsafspraken
(Memoranda of Understanding, MoU’s). De Verenigde Staten hebben echter de wens uitgesproken om de belangrijkste
standaardbepalingen op het gebied van defensiesamenwerking in een juridisch verbindend
raamverdrag vast te leggen, waaronder bepalingen inzake aansprakelijkheid, uitwisseling en bescherming van informatie,
bruikleen van materieel, logistieke ondersteuning en uitwisseling van personeel.
Het is de bedoeling dat het raamverdrag wordt ingeroepen in toekomstige bilaterale
MoU’s voor defensiesamenwerking. Het raamverdrag zal als onderliggende «algemene voorwaarden»
relevant zijn voor de toepassing en uitvoering van deze MoU’s. Het raamverdrag bevat
alleen standaardbepalingen. Er zijn in het raamverdrag geen afspraken opgenomen over
nieuwe samenwerkingsprojecten of -activiteiten. Dergelijke afspraken zullen worden
vastgelegd in nieuwe MoU’s. Het raamverdrag is niet relevant voor bestaande MoU’s
en heeft daarop ook geen invloed.
Het raamverdrag onderstreept de sterke defensierelatie tussen Nederland en de Verenigde
Staten. Met de ondertekening van het raamverdrag is Nederland toegetreden tot een
selecte groep van landen waarmee de Verenigde Staten soortgelijke verdragen hebben
gesloten, te weten Australië, Canada en het Verenigd Koninkrijk. Het vastleggen van
standaardafspraken in een raamverdrag komt de defensiesamenwerking tussen de Verenigde
Staten en Nederland ten goede. Toekomstige MoU’s kunnen sneller tot stand worden gebracht,
omdat deze kunnen verwijzen naar de bepalingen in het raamverdrag. Tot slot draagt
het raamverdrag bij aan het vergroten van de transparantie over de samenwerkingsafspraken
op defensiegebied.
Totstandkoming van het raamverdrag
Het raamverdrag is op 2 juli jongstleden in Washington, D.C. ondertekend en marge
van het bezoek van de Minister-President aan president Trump. Zoals gebruikelijk,
zal het raamverdrag ter goedkeuring worden voorgelegd aan het parlement.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten