Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 september 2019
Hierbij bied ik u het Meerjarenprogramma 2018–2020 van de Raad voor het Openbaar Bestuur
(ROB) en een tussenrapportage met een vooruitblik op het komende parlementair jaar
aan.1
Vorig jaar heb ik u het werkprogramma van de ROB met een looptijd van twee jaar in
plaats van één jaar aangeboden. Hierin zijn op hoofdlijnen drie adviesthema’s beschreven
– de rechtsstaat, het veranderend samenspel en de financiële verhoudingen –, waarop
meerdere adviezen uitgebracht zijn en gaan worden. Dit is gedaan om de vorm en het
tijdpad van de programmering beter op de huidige adviespraktijk aan te laten sluiten.
Van de ROB heb ik op 28 augustus jl. een tussenrapportage ontvangen, waarin de raad
uiteengezet heeft waar zij halverwege de uitvoering van het programma staat en wat
de raad in het komende parlementair jaar gaat oppakken. Het laat onder andere zien
dat het Meerjarenprogramma 2018–2020 van de ROB nog actueel is en geen aanpassing
behoeft.
Daarom bied ik u – conform artikel 26, lid 3, Kaderwet adviescolleges – als werkprogramma
van de ROB het (ongewijzigde) «Meerjarenprogramma 2018–2020» en de daarbij behorende
tussenrapportage aan.
De tussenrapportage toont een voortvarende uitvoering. Er zijn diverse nuttige adviezen
uitgebracht, bijvoorbeeld over de invloed van digitalisering op onze democratie, de
kiesgerechtigde leeftijd, de decentralisaties en de beleidsvrijheid. In de komende
periode mogen we ook weer veel van de ROB verwachten. De ROB blijft bovendien open
staan voor nieuwe vragen die actueel gaan worden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren