35 000 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019

D VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 31 mei 2019

De leden van de vaste commissies voor Justitie1 en Veiligheid en voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport2 hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken3, d.d. 28 maart 2019, waarbij hij de Kamer informeert over het standpunt van het kabinet ten aanzien van ratificatie van het Facultatief Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (hierna: IVESCR) en, in het verlengde hiervan, ook de facultatieve protocollen bij het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (VN-Verdrag Handicap) en het Verdrag inzake de rechten van het kind (VN-Kinderrechtenverdrag). Naar aanleiding hiervan is op 1 mei 2019 een brief gestuurd aan de Minister.

De Minister heeft op 29 mei 2019 gereageerd.

De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier voor dit verslag, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Minister van Buitenlandse Zaken

Den Haag, 1 mei 2019

De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben kennisgenomen van uw brief4, d.d. 28 maart 2019, waarbij u de Kamer informeert over het standpunt van het kabinet ten aanzien van ratificatie van het Facultatief Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (hierna: IVESCR) en, in het verlengde hiervan, ook de facultatieve protocollen bij het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (VN-Verdrag Handicap) en het Verdrag inzake de rechten van het kind (VN-Kinderrechtenverdrag). Naar aanleiding van uw brief hebben voornoemde leden enkele vragen aan u.

U schrijft in uw brief dat de regering het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: Afdeling) bij het voorstel van rijkswet voor de goedkeuring van het Facultatief Protocol bij het IVESCR enige tijd geleden heeft ontvangen. Naar aanleiding daarvan, zo vervolgt u, vindt een nadere overweging plaats wegens mogelijke financiële en juridische gevolgen van ratificatie. De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben geen beeld van welke vraagstukken er nu voorliggen bij de regering om nog niet tot ratificatie over te gaan. Zij vragen u daarom aan te geven welke nadere overweging op financieel en juridisch vlak plaatsvindt. Ook vragen zij u in dat kader of u het advies van de Afdeling tegelijk met de reactie op de onderhavige brief de Kamer wil doen toekomen.

Voorts heeft u in uw brief geschreven dat de uitkomsten van een uitgebreide evaluatie over het functioneren van de verdragscomités, die in 2020 wordt afgerond, worden afgewacht. De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport vragen u waarom er gewacht wordt op de uitkomsten van deze evaluatie. Wat is de aard en aanleiding van de evaluatie? En wat is het verband tussen deze evaluatie en het niet-ratificeren van de protocollen?

De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport zien uw reactie – bij voorkeur voor 17 mei 2019 – met belangstelling tegemoet.

Mede namens de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Martens

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 mei 2019

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Economische Zaken en Klimaat, Justitie en Veiligheid, Rechtsbescherming, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport de reactie aan op het verzoek van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid en voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 01-05-2019 met kenmerk 163239.04u inzake Vragen naar aanleiding van brief over ratificatie protocollen.

Ten aanzien van de vraag van uw leden over de nadere overweging op financieel en juridisch vlak naar aanleiding van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State, wijst het kabinet erop dat adviezen van Afdeling advisering van de Raad van State over voorstellen tot wet volgens artikel 26 lid 2.a van de Wet op de Raad van State openbaar worden gemaakt op moment van de inzending van het voorstel aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Aangezien het kabinet heeft besloten de ratificatieprocedure voor de verdragen in kwestie aan te houden, is openbaarmaking van het advies van Afdeling advisering van de Raad van State op dit moment niet aan de orde.

In algemene zin kan worden gesteld dat ratificatie van de drie facultatieve protocollen in kwestie gevolgen kan hebben voor de nationale rechtsorde, doordat zij een individueel klachtrecht introduceren. Dat klachtrecht versterkt de rechtspositie van belanghebbenden op een wijze waarvan de financiële en rechtsgevolgen op het terrein van sociaal en economisch beleid moeilijk blijven te overzien, mede gelet op de relatief geringe hoeveelheid gepubliceerde zienswijzen, terwijl die gevolgen in hun onderlinge samenhang in potentie verstrekkend kunnen zijn voor de overheid.

De VN-evaluatie over het systeem van toezichthoudende organen vindt plaats naar aanleiding en op basis van AVVN-resolutie 68/268 en wordt momenteel voorbereid door het kantoor voor de Hoge Commissaris inzake Mensenrechten (Office of the High Commissioner on Human Rights – OHCHR). Meer informatie hierover is te vinden op de website van de OHCHR, via deze link: https://www.ohchr.org/EN/HRBodies/HRTD/Pages/TBStrengthening.aspx

De VN-evaluatie ziet onder meer op institutionele aspecten, de werkwijzen van comités, de kwaliteit van hun leden en de kwaliteit van hun zienswijzen en aanbevelingen. Het kabinet verwacht dat de evaluatie beter inzicht zal bieden in het functioneren van de verschillende comités en in de veranderingen die nodig zijn om de kwaliteit en effectiviteit ervan te verbeteren. Dit kan mogelijk gevolgen hebben voor het functioneren van de comités die toezichthouden op het IVESCR, het VN-Verdrag Handicap en het VN-Kinderrechtenverdrag.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
1

Samenstelling Justitite en Veiligheid:

Kox (SP), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), (waarnemend voorzitter), Duthler (Fractie-Duthler), Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Knip (VVD), Backer (D66), Schouwenaar (VVD), Kok (PVV), Gerkens (SP), Vlietstra (PvdA), Lokin-Sassen (CDA), Dercksen (PVV), D.J.H. van Dijk (SGP), Van Rij (CDA), Rombouts (CDA), Van de Ven (VVD), Bikker (CU), Baay-Timmerman (50PLUS), Van Zandbrink (PvdA), vacature (PVV), Fiers (PvdA), Andriessen (D66), Vink (D66) en Aardema (PVV).

X Noot
2

Samenstelling Volksgezondheid, Welzijn en Sport:

Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), De Vries-Leggedoor (CDA), Flierman (CDA), Ganzevoort (GL), Martens (CDA), (voorzitter), Van Strien (PVV), Bruijn (VVD), (vice-voorzitter), Gerkens (SP), Atsma (CDA), D.J.H. van Dijk (SGP), Don (SP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Bredenoord (D66), Schnabel (D66), vacature (SP), Klip-Martin (VVD) Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Van Zandbrink (PvdA), Fiers (PvdA), Wever (VVD) en Vink (D66)

X Noot
3

Kamerstukken I 2018/19, 35 000 V, B.

X Noot
4

Kamerstukken I 2018/19, 35 000 V, B.

Naar boven