Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juli 2019
Met deze brief ga ik graag in op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse
Zaken van 11 juni jl. om een verslag van het bezoek van de Chinese vicepresident Wang
Qishan aan Nederland op 29 mei jl.
Programma
De vicepresident van China, de heer Wang Qishan, bracht van 28 tot en met 30 mei een
werkbezoek aan Nederland. In zijn delegatie zaten onder meer een viceminister van
Nationale Ontwikkeling en Hervorming, de heer Zhang Yong, een viceminister van Buitenlandse
Zaken, de heer Le Yucheng, en een viceminister van Handel, de heer Yu Jianhua.
Op 28 mei werd de vicepresident in de vooravond op Schiphol verwelkomd door Wim Geerts,
secretaris-generaal van Defensie en aankomend ambassadeur te Peking. Op 29 mei legde
de vicepresident overdag op eigen gelegenheid enkele culturele bezoeken af. ’s Avonds
werd hij op Paleis Noordeinde in audiëntie ontvangen door Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander.
Vervolgens had de vicepresident op het Catshuis achtereenvolgens een tête-à-tête met
Minister-President Rutte, een delegatieoverleg waaraan tevens de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking en ikzelf deelnamen, en een werkdiner waaraan
tevens vijf vertegenwoordigers van de private sector deelnamen. Op 30 mei vervolgde
vicepresident Wang in de ochtend zijn reis naar Duitsland.
Inhoud
Gezien de vertrouwelijkheid die gangbaar is in het diplomatieke verkeer, is onderstaande
nadrukkelijk geen gespreksverslag maar een globale, Nederlandse weergave van het besprokene.
Het bezoek van vicepresident Wang Qishan was het eerste contact op hoog niveau met
China na het verschijnen van de kabinetsbrede Chinanotitie op 15 mei jl. Het bezoek
was daarom een uitgelezen mogelijkheid om toe te lichten dat Nederland belang hecht
aan de relatie met China, en daarbij streeft naar een nieuwe balans met aandacht voor
de brede economische betrekkingen, maar ook voor mensenrechten en veiligheid. Nederland
wees er in de gesprekken op dat de EU hierbij voor Nederland een zeer belangrijke
partner is, en memoreerde aan de succesvolle EU-Chinatop van 9 april jl. waar onder
meer was overeengekomen om in 2020 een investeringsakkoord tussen de EU en China af
te ronden.
In de gesprekken kwam de positie van Nederland als Gateway to Europe aan de orde. Er werd gesproken over intensivering van de samenwerking op het gebied
van connectiviteit, op het raakvlak van het Chinese Belt and Road Initiative en de EU Strategy on Connecting Europe and Asia, waarbij ook samenwerking in derde markten en in multilateraal verband tot de mogelijkheden
behoren.
Zowel van Nederlandse als van Chinese zijde werd aandacht gevraagd voor eerlijke behandeling
van bedrijven en markttoegang. Van Nederlandse zijde werd de hoop uitgesproken dat
China en de VS in staat zouden zijn hun handelsconflicten op te lossen en de gespannen
situatie te de-escaleren. Nederland en China waren gelijkgezind waar het aankwam op
revitalisatie en hervorming van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), en hechtten beiden
aan een functionerend multilateraal systeem. Daarbij dient wat Nederland betreft te
worden gewaakt voor erosie van standaarden.
Er werden mogelijkheden voor nadere innovatiesamenwerking besproken, in het bijzonder
op het gebied van klimaat, waarbij valt te denken aan windenergie op zee, mitigatie
en adaptatie. Er bleek aan beide zijden belangstelling te bestaan voor het uitvoeren
van een vergelijkende studie naar de Rijn- en Yangtzedelta’s. Van Nederlandse zijde
werd gewezen op de interesse van Nederlandse financiële marktpartijen om in China
actief te worden. Vicepresident Wang maakte bekend dat de Chinese overheid had besloten
om Nederland een Renminbi Qualified Foreign Institutional Investors (RQFII)-quotum van 50 miljard Chinese yuan toe te kennen.
Minister-President Rutte maakte van de gelegenheid gebruik om aandacht te vragen voor
de mensenrechtensituatie in China, met name de positie van de Oeigoeren in Xinjiang.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok