Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2018
Hierbij informeer ik u, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften, over de
beleidsmatige mutaties die na de Najaarsnota 2018 (Kamerstuk 35 095, nr. 1) en de bijbehorende tweede suppletoire begrotingswet (Kamerstuk 35 095 IX, nrs. 1 en 2) zijn opgetreden op begroting IX (Financiën en Nationale Schuld). Deze mutaties worden
in de Slotwet 2018 verwerkt. Hieronder geef ik een toelichting.
• Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen
Premies ekv (– € 38,8 mln.)
In de tweede suppletoire begroting 2018 is een omvangrijke transactie bijgeboekt die
op dat moment naar verwachting in verzekering zou worden genomen. Deze transactie
is komen te vervallen. Hiermee is ook het risico op deze transactie komen te vervallen.
De premie-inkomsten exportkredietverzekering (ekv) worden met € 38,8 mln. verlaagd
naar het niveau van voor de tweede suppletoire begrotingswet.
Begrotingsreserve ekv (– € 38,8 mln.)
De storting in de begrotingsreserve wordt verlaagd met de bovengenoemde eerder verwachtte
premie-inkomsten. De definitieve storting in de begrotingsreserve is afhankelijk van
het saldo van definitieve realisatiecijfers van de premies, schades en recuperaties
ultimo 2018. Dit betekent dat de precieze omvang van de definitieve storting in de
begrotingsreserve per 31 december 2018 wordt vastgesteld. De nu opgevoerde mutatie
kan derhalve nog wijzigen op basis van de uiteindelijke definitieve realisatiecijfers.
Informatievoorziening over andere relevante wijzigingen
• Artikel 1 Belastingen
De Belastingdienst staat voor een grote opgave op het gebied van ICT. Het proces om
de (reguliere) ICT in den brede te verbeteren wordt voortvarend opgepakt. De hiermee
samenhangende investeringen in ICT die in 2018 worden verricht, leiden dit jaar naar
verwachting tot circa € 15 mln. meer ICT-uitgaven dan waar in de tweede suppletoire
begroting 2018 rekening mee was gehouden.
Daarnaast wordt naar verwachting in 2018 voor circa € 100 mln. meer verplichtingen
gerealiseerd dan verwacht. Voor een belangrijk deel (circa € 90 mln.) hangen deze
samen met betalingsverplichtingen die in december 2018 zijn aangegaan voor de dienstverlening
van Logius in 2019. Ten tijde van het opstellen van de tweede suppletoire begroting
2018 was de verwachting nog dat zowel de verplichting voor als de betaling van de
Logius-dienstverlening in 2019 zouden plaatsvinden. Omdat echter de opdrachtverlening
aan Logius voor dienstverlening 2019 reeds in december 2018 tot stand is gekomen,
beïnvloedt dit de verplichtingenstand in 2018. Gezien deze ontwikkeling kon deze verplichting
niet meer verwerkt worden in de tweede suppletoire begroting 2018. De daadwerkelijke
betalingen voor de Logius-dienstverlening 2019 worden zoals gepland in 2019 verricht.
• Artikel 11 Financiering staatsschuld
Naast bovenstaande mutaties zullen er bij de Slotwet ook mogelijk mutaties plaatsvinden
op het gebied van voortijdige beëindiging van schuld of derivaten (artikel 11 Financiering
staatsschuld). Voortijdige beëindiging van schuld en derivaten zijn twee instrumenten
die het Agentschap ter beschikking heeft bij het financieren van de staatsschuld.
Schuld kan voortijdig worden afgelost uit hoofde van cashmanagement. Beëindiging van
derivatencontracten is één van de manieren om de gemiddelde looptijd van de schuldportefeuille
te verlengen. Beide instrumenten zijn onderdeel van het bestaande financierings- en
renterisicobeleid. Zie hiervoor het risicokader staatsschuld 2016–2019 (Kamerstuk
31 935, nr. 25). Op dit moment is het nog niet mogelijk deze mutaties te ramen. Bij de Slotwet zullen
deze mutaties worden gepresenteerd en toegelicht.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra