Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2019
Op vrijdag 15 februari jl. heb ik een ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit
onderstand BES in verband met het introduceren van een toeslag bij de AOV-gerechtigde
leeftijd naar uw Kamer gestuurd voor de voorhangprocedure (Kamerstuk 35 000 IV, nr. 43). Met deze brief wil ik u informeren dat in artikel I, onderdeel E, van dat wijzigingsbesluit
abusievelijk verkeerde bedragen zijn opgenomen in artikel 17a, onderdelen a, b en
c. Bij de vaststelling van de bedragen (116, 145 en 140 USD per twee weken op Bonaire,
Sint Eustatius en Saba) in het betreffende artikel is geen rekening gehouden met de
rekenmethode van de onderstand. Daardoor zijn de bedragen zoals opgenomen in het ontwerpbesluit
van 15 februari jl. te laag, de onderliggende kostenberekening is wel goed.
Voor het berekenen van de hoogte van de onderstand wordt het in hoofdstuk 3 van het
Besluit onderstand BES neergelegde systeem van toeslagen gevolgd. Op basis hiervan
kan een AOV-gerechtigde recht hebben op het basisbedrag onderstand (artikel 13), zo
nodig de toeslag voor zelfstandig wonen (artikel 14) en de toeslag voor de AOV-gerechtigde
(artikel 17a nieuw). Om ervoor te zorgen dat het inkomen van een alleenstaande die
de AOV-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en zelfstandig woont per maand uitkomt op
het wettelijk minimumloon op maandbasis zal de toeslag voor de AOV-gerechtigde op
Bonaire, Sint Eustatius en Saba respectievelijk 186, 233 en 224 USD per twee weken
bedragen.
Het bepalen van het totale onderstandsbedrag dat een inwoner ontvangt is altijd afhankelijk
van de woon- en leefsituatie en het inkomen van de betrokkene. Indien er geen sprake
is van inkomsten, is het totale onderstandsbedrag voor een AOV-gerechtigde maximaal
het wettelijk minimumloon per twee weken. Is er geen recht op een toeslag zelfstandig
wonen of zijn er inkomsten, bijvoorbeeld uit pensioen, dan kan dat conform de systematiek
in de onderstand leiden tot een lager onderstandsbedrag. Het onderstandsbedrag en
de overige inkomsten kunnen voor een AOV-gerechtigde de hoogte van het wettelijk minimumloon
niet overschrijden.
In het bijgevoegde ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit onderstand BES zijn
de betreffende bedragen gecorrigeerd1.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark