35 000 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2019

Nr. 17 GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN KRÖGER EN SMEULDERS TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 13

Voorgesteld 2 oktober 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Regeerakkoord erkent, dat de vraag naar woningen enorm is toegenomen en dat de nationale woonagenda de ambitie voor het bijbouwen van 700.000 woningen tot 2025 neerlegt;

constaterende dat zowel de Minister van Binnenlandse Zaken als de Minister van Infrastructuur en Waterstaat aangeeft dat woningbouw en mobiliteit goed op elkaar afgestemd moeten worden;

overwegende dat de Nationale Woonagenda stelt dat het vergroten van de plancapaciteit niet los kan worden gezien van bereikbaarheidsvraagstukken en de middelen die daarvoor beschikbaar zijn;

overwegende dat deze woningbouw extra vraag naar mobiliteit kan creëren, en het belangrijk is bij woningbouwplannen goede samenhang te borgen met de mobiliteitsopgaven die deze met zich meebrengen,

roept het kabinet op om bij de voorbereiding van planvorming in het MIRT goede analyse uit te voeren hoe de te plannen woningbouw samen kan gaan met de hiermee gepaard gaande mobiliteitsopgave,

roept het kabinet op om bouwafspraken samen met decentrale overheden bij grootschalige (woning)bouwafspraken passende oplossingen binnen of buiten de bestaande infrastructuur in kaart te brengen voor de extra mobiliteit die gegenereerd wordt door die (woning)bouw.

Kröger

Smeulders

Naar boven