35 000 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2019

Nr. 13 MOTIE VAN DE LEDEN KRÖGER EN SMEULDERS

Voorgesteld 25 september 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het regeerakkoord erkent dat de vraag naar woningen enorm is toegenomen en dat de Nationale woonagenda de ambitie voor het bijbouwen van 700.000 woningen tot 2025 neerlegt;

constaterende dat zowel de Minister van Binnenlandse Zaken als de Minister van Infrastructuur en Waterstaat aangeeft dat woningbouw en mobiliteit goed op elkaar afgestemd moeten worden;

overwegende dat de Nationale woonagenda stelt dat het vergroten van de plancapaciteit niet los kan worden gezien van bereikbaarheidsvraagstukken en de middelen die daarvoor beschikbaar zijn;

overwegende dat deze woningbouw extra mobiliteit creëert en het niet zo kan zijn dat er eerst nieuwe woningen gebouwd worden en er pas daarna gekeken wordt naar de oplossingen van het mobiliteitsprobleem dat dit veroorzaakt;

verzoekt het kabinet om, de besteding van infrastructuurgelden en de geplande woningbouw te koppelen en stevig te verankeren;

verzoekt het kabinet tevens om bij grootschalige (woning)bouwprojecten afspraken te maken over oplossingen voor de extra mobiliteit die gegenereerd wordt door die bouwprojecten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kröger

Smeulders

Naar boven