34 997 Regels inzake een uniform experiment met teelt en verkoop van hennep en hasjiesj voor recreatief gebruik in een gesloten coffeeshopketen (Wet experiment gesloten coffeeshopketen)

Nr. 30 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR MEDISCHE ZORG EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Ontvangen ter Griffie op 6 september 2019.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 4 oktober 2019.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 5 oktober 2019.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2019

Hierbij bieden wij u mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een wijziging aan van het bij brief van 11 april 2019 reeds bij uw Kamer voorgehangen ontwerpBesluit experiment gesloten coffeeshopketen1. Deze wijziging betreft de nadere invulling van artikel 2 van dit ontwerpbesluit, welk artikel gereserveerd was voor aanwijzing van de aan het experiment deelnemende gemeenten. In de genoemde brief hebben wij u laten weten dat de aanwijzing van de deelnemende gemeenten, in aanvulling op de eerdere voorhang van het ontwerpbesluit, aan uw Kamer zou worden voorgelegd na ontvangst van en besluitvorming over het door ons gevraagde advies van de Adviescommissie experiment gesloten coffeeshopketen. Inmiddels heeft deze commissie advies over de aan te wijzen gemeenten uitgebracht en heeft het kabinet daarover een beslissing genomen. Het betreffende kabinetsstandpunt2 is aan uw Kamer verzonden. Voor de inhoud van artikel 2 van het ontwerpbesluit verwijzen wij u naar de bijlage3.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure die in artikel 13 van het voorstel van wet experiment gesloten coffeeshopketen is voorgeschreven. Deze biedt uw Kamer de mogelijkheid zich gedurende vier weken over de wijziging van het ontwerpbesluit uit te spreken voordat het aan de Afdeling Advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd.

Wij streven ernaar het besluit met ingang van 1 januari 2020 in werking te laten treden.

Een soortgelijke brief hebben wij gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 34 997, nr. 25.

X Noot
2

Kamerstuk 34 997, nr. 29

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven