Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt,
omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 2 juli 2018, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mede namens de Minister
van Economische Zaken en Klimaat.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 24 mei 2018, no. 2018000919,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 6 juni 2018, nr. W11.18.0119/TV, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet
een onjuistheid in de aanduiding van Verordening (EU) 1227/2011 te corrigeren.
Daarnaast wordt een verwijzing in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren naar
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie geactualiseerd.
Voorts wordt in de Telecommunicatiewet en de Wet dieren een aantal tekstuele verbeteringen
aangebracht.
Tevens worden in de Wet natuurbescherming een aantal verschrijvingen en een omissie
hersteld, en wordt een foutieve verwijzing in het overgangsrecht naar de Natuurbeschermingswet
1998 aangepast.
Verder is abusievelijk in de Wet op de economische delicten een onderscheid gemaakt
tussen overtreding van de verboden ten aanzien van het opzettelijk vangen en doden
en het onder zich hebben en verhandelen van beschermde dier- en plantensoorten, als
bedoeld in de Wet natuurbescherming. Deze onjuistheid wordt nu hersteld.
Tot slot wordt in de Wet van 11 april 2018 tot wijziging van de Wet informatie-uitwisseling
ondergrondse netten (evaluatie WION en regeling bevoegde rechter) (Stb. 2018, 120) een omissie hersteld.
Ik moge U, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, verzoeken het
hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten