34 986 Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet)

AI BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2021

Aanleiding

Op 10 februari 2020 heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) het rapport «De borging van nationale ruimtelijke belangen» gepubliceerd. Dit rapport ging over de borging van verschillende nationale ruimtelijke belangen als werelderfgoed, grote rivieren, defensie, Waddenzee en externe veiligheid in ruimtelijke plannen van gemeenten en verordeningen van provincies1

Destijds heeft de Minister voor Milieu en Wonen benadrukt dat een goede uitvoering van regels en de borging van de nationale belangen blijvend aandacht vraagt van alle overheden. Daarom heeft zij het rapport en de signalen met medeoverheden en betrokken departementen besproken en het initiatief genomen om een gezamenlijke pilot te starten naar leer- en verbeterpunten2. Hierbij ontvangt u de rapportage van de eerste pilot met als onderwerp buisleidingen en inrichtingen3, die inmiddels is afgerond. De rapportage wordt ook gepubliceerd op overheid.nl.

Pilotstudie 1: Doorwerking nationale ruimtelijke belangen – buisleidingen en inrichtingen

Deze eerste pilotstudie gaat over de doorwerking van ruimtelijke aspecten van de nationale belangen van buisleidingen en inrichtingen. Specifiek gaat het onderzoek over de ruimtelijke reservering voor buisleidingen van nationaal belang, reservering voor ruimte voor onderhoud van bestaande buisleidingen en de borging van de omgevingsveiligheid rondom buisleidingen en inrichtingen met gevaarlijke stoffen in bestemmingsplannen. De pilotstudie is opgesteld in samenspraak met medeoverheden en de Staatssecretaris van IenW en opgezet als een lerende evaluatie aan de hand van interviews en praktijkvoorbeelden.

De uitkomsten laten onder andere zien dat voor een goede borging van deze regels voor externe veiligheid en de doorwerking in de ruimtelijke ordening vooral kennis op het gebied van externe veiligheid en ruimtelijke ordening van belang is en hoe deze binnen de organisaties is georganiseerd en wordt onderhouden. De uitkomsten van de pilot laten hierover goede voorbeelden zien, maar er zijn ook gevallen waar de kennisborging niet optimaal geregeld lijkt te zijn. Ook verdient de samenloop van verschillende nationale ruimtelijke belangen aandacht voor de uitvoeringspraktijk, denk aan de woningbouwopgave, transport van gevaarlijke stoffen en klimaat- en energietransitie.

De verschillende punten zijn in gesprekken tussen professionals van gemeenten, provincies, omgevingsdiensten, ILT, veiligheidsregio’s en Rijkswaterstaat uitgediept en er is gezamenlijk naar mogelijkheden voor verbetering gezocht. Bijvoorbeeld in de vorm van een goed georganiseerde regionale samenwerking, kennisnetwerken en samenwerkingsagenda’s.

Vervolgpilots

Omdat de resultaten van deze pilot betrekking hebben op het specifieke werkgebied van de ruimtelijke aspecten van regels voor buisleidingen en inrichtingen zijn de resultaten uit deze pilot niet per se representatief voor de andere nationale ruimtelijke belangen. Ik heb met IPO en VNG afgesproken twee vervolgpilots te doen waarvoor de uitvoering een andere expertise vraagt. Ik verwacht op basis van de drie pilots een goed totaalbeeld te hebben over de borging van de ruimtelijke aspecten van nationale belangen en hoe en waar de uitvoering kan worden verbeterd.

Afronding

De opbrengst van de eerste pilot maakt het mogelijk met een gerichte vraagstelling en een kortere doorlooptijd de vervolgpilots uit te voeren en het beeld te verbreden naar de andere nationale belangen. Ik wil deze pilots voor de zomer afronden. Ik zal de uitkomsten daarvan na de zomer aan uw Kamer sturen, vergezeld van een beleidsreactie. Specifiek voor het milieudomein spelen ook de omgevingsdiensten een rol bij de borging van nationale belangen. Daarom zal ik in overleg met de Staatssecretaris van IenW treden om te onderzoeken hoe de uitkomsten van de pilot in de opvolging van aanbevelingen van de Adviescommissie Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH, commissie Van Aartsen) kunnen worden meegenomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Inspectie Leefomgeving en Transport, «De borging van nationale ruimtelijke belangen», 2018.

X Noot
2

Zie ook de brief aan de Eerste Kamer d.d. 4 september 2020.

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

Naar boven