34 986 Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet)

33 118 Omgevingsrecht

AF1 VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 6 mei 2020

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving2 hebben kennisgenomen van de brief3, d.d. 29 oktober 2019, waarbij een reactie wordt gegeven op een aantal toezeggingen inzake de stelselwijziging van het omgevingsrecht, waaronder toezegging T02442 inzake het uitvoeren van een nulmeting in het kader van het monitoringsprogramma. Naar aanleiding van deze brief is op 13 november 2019 een vraag gesteld aan de Minister voor Milieu en Wonen.

Op 29 november 2019 heeft de toenmalige Minister voor Milieu en Wonen in de nadere memorie van antwoord inzake het voorstel voor de Invoeringwet Omgevingswet4 een tussentijdse reactie gegeven op het verzoek van 13 november 2019. Zij heeft toen uitgelegd dat drie nulmetingen gericht zijn op de beleving van de verschillende betrokkenen bij het Omgevingsrecht, deze zijn reeds aan de Kamer aangeboden. Het deel van de metingen dat destijds moest worden afgerond had betrekking op de impact van de Omgevingswet in kwantitatieve zin. Zij wees erop dat het zorgvuldig onderzoeken en valideren van deze cijfers belangrijk is om na invoering evaluatie mogelijk te maken. Het versneld afronden van deze nulmeting in november 2019 zou volgens haar de betrouwbaarheid van toekomstige onderzoeken kunnen schaden. Zij merkte op dat daarom nog niet kon worden voldaan aan het verzoek uit de brief van 13 november 2019 over toezegging T02442. Aangekondigd werd dat informatie over de voortgang van de implementatie tijdig beschikbaar komt via de monitor invoering Omgevingswet. De Minister voor Milieu en Wonen liet in de nadere memorie van antwoord weten de rapportages binnenkort met de voortgangsbrief naar de Kamer te sturen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft vervolgens op 4 mei 2020 gereageerd in onderdeel 4 (0-metingen) van de brief5 inzake voortgang van de Omgevingswet. In dat onderdeel wordt verwezen naar bijlage 36 bij de brief van 4 mei 2020; de nulmetingsrapportage voor vergunningen en meldingen.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, WATERSTAAT EN OMGEVING

Aan de Minister voor Milieu en Wonen

Den Haag, 13 november 2019

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief7, d.d. 29 oktober 2019, waarbij een reactie wordt gegeven op een aantal toezeggingen inzake de stelselwijziging van het omgevingsrecht, waaronder toezegging T02442 inzake het uitvoeren van een nulmeting in het kader van het monitoringsprogramma. Naar aanleiding van de brief hebben deze leden een vraag aan u.

In de brief staat dat drie van de vier nulmetingen reeds opgeleverd zijn en dat de vierde nulmeting, die gericht is op kenmerken van vergunningverlenings-, toezicht en handhavingsprocessen voor de rechtspraak, in de afrondingsfase zit en uiterlijk het tweede kwartaal van 2020 beschikbaar komt. De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving zijn, vanuit hun verantwoordelijkheid te toetsen op uitvoerbaarheid, zeer benieuwd of de genoemde uitvoeringsorganisaties gereed zijn om per 1 januari 2021 over te kunnen gaan naar het nieuwe stelsel van omgevingsrecht. Een complete nulmeting over alle aspecten is daarbij een onontbeerlijk onderdeel. De leden verzoeken u dan ook om ook deze vierde nulmeting voor 3 december 2019 aan de Eerste Kamer beschikbaar te stellen. Als een definitieve versie nog niet gereed is, zijn zij ook bereid om een «concept definitieve»-versie te betrekken, mits die voldoende inzicht geeft in de stand van zaken nu en voor 1 januari 2021.

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving wijzen er volledigheidshalve op dat de toenmalige Minister van Infrastructuur en Milieu deze informatie voor 2018 reeds heeft toegezegd.

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag zo spoedig mogelijk.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Meijer

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 mei 2020

Met de brief van 1 april 2020 bent u geïnformeerd dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet op een later tijdstip dan 1 januari 2021 zal plaatsvinden. In deze voortgangsbrief schets ik hoe en wanneer een voorstel voor een nieuwe datum zal worden bepaald. Zoals in de brief van 1 april toegezegd, informeer ik u tevens over de voortgang van de Omgevingswet. Verder stuur ik u het rapport over de 0-meting van de vergunningen en meldingen en geef ik de meest recente aansluitcijfers.

Op weg naar een nieuwe inwerkingtredingsdatum

Na de brief van 1 april heb ik samen met de bestuurlijke partners besproken hoe we kunnen komen tot een nieuwe gedragen inwerkingtredingsdatum. Daarbij hebben wij eerst samen vastgesteld dat uitstel van de inwerkingtreding noodzakelijk was om het basisniveau van het DSO-LV af te kunnen ronden en ruimte te bieden voor de uitvoeringspraktijk om tijdig te implementeren; deze ruimte kwam door de uitbraak van het Coronavirus extra onder druk te staan. Komende weken zullen we de benodigde informatie op een rij zetten. Het gaat om informatie over wetgeving, DSO en implementatie. We zullen daarbij ook de effecten van de coronacrisis meenemen. Het streven is om mede namens de koepels eind mei de inwerkingtredingsdatum voor te stellen, waar wij al onze inspanningen op richten. De voorhang van het inwerkingtredings-KB is het moment om dit definitief vast te leggen.

De nieuwe inwerkingtredingsdatum moet realistisch zijn. De datum moet de benodigde ruimte bieden voor de afronding van het wetgevingsproces en de ontwikkeling van het DSO-LV basisniveau en voldoende tijd geven aan de uitvoeringspraktijk om te oefenen. Tegelijkertijd vind ik het van belang om de snelheid en energie in de voorbereidingen houden; de datum moet dus niet té ver in de tijd liggen.

1. Wetgeving

Na de behandeling van de Invoeringswet en het Invoeringsbesluit in de uw Kamer, is het Invoeringsbesluit aan de Afdeling advisering van de Raad van State voorgelegd. De consultatie van de Invoeringsregeling is afgerond en deze zal begin mei aan de Europese Commissie ter notificatie worden voorgelegd.

De Aanvullingsbesluiten bodem, geluid en grondeigendom zijn alle drie aan de Afdeling advisering van de Raad van State aangeboden. Het Aanvullingsbesluit bodem zal binnenkort ook ter notificatie aan de Europese Commissie worden voorgelegd.

Op 1 april heeft de Tweede Kamer de voorhang van het ontwerp van het Aanvullingsbesluit natuur afgerond. Hoewel de inwerkingtreding naar een later moment verschuift, blijft een spoedige behandeling van de Aanvullingswet natuur in uw Kamer van belang. Dit geeft andere overheden de tijd om de regels tot zicht te nemen en om de eigen werkprocessen op het stelsel Omgevingswet aan te passen. De Aanvullingswet en het Aanvullingsbesluit natuur zijn daarbij de laatste onderdelen. Het aanvullingsbesluit kan pas definitief worden als het advies van de Raad van State is verwerkt. Een definitieve AMvB is ook nodig voor het maken van vragenbomen voor vergunningcheck en -aanvragen in het DSO, zowel aan de Rijkskant als aan de decentrale kant.

Zoals hierboven al aangegeven willen de bestuurlijke partners en ik in de tweede helft van mei de datum vaststellen waarnaar we toewerken. Echte duidelijkheid over de datum van inwerkingtreding heeft de uitvoeringspraktijk als het Inwerkingtredings-KB wordt vastgesteld. Om de voorhang van dit KB te kunnen starten, dient de Afdeling advisering van de Raad van State te hebben geadviseerd over het ontwerp van het aanvullingsbesluit Natuur.

De totstandkoming van de aanvullingsregelingen vordert. De internetconsultatie op de Aanvullingsregeling bodem is afgerond; de notificatie bij de Europese Commissie loopt tot begin juli. Aan de Aanvullingsregeling geluid wordt gewerkt ten behoeve van de start consultatie. De consultatiereacties op de Aanvullingsregeling grondeigendom worden verwerkt; de regeling wordt gereed gemaakt voor publicatie. De consultatie van de Aanvullingsregeling natuur loopt tot 11 juni.

2. DSO

Het DSO is een elementair onderdeel in het omgevingswetstelsel. Zonder digitaal stelsel kan de wet niet in werking. In januari 2020 is een versie van de landelijke voorziening (DSO-LV) beschikbaar gesteld, waarop de bevoegde gezagen kunnen aansluiten met lokale software, kunnen oefenen en vullen met eigen content.

Zoals ik eerder heb gemeld in mijn brieven van voor de zomer van 2019 en december 2019, is er eerder vertraging opgelopen in de oplevering van de standaard voor het publiceren van omgevingswetdocumenten (STOP-TPOD standaard). Deze standaard is nodig voor het kunnen publiceren van Omgevingswetbesluiten. Ik ben blij dat ik kan melden dat deze standaard begin april is opgeleverd en gepubliceerd. Daarmee zijn nu alle standaarden bekend en beschikbaar. Dit betekent dat we met alle partijen – ontwikkelaars van DSO-LV, bevoegd gezagen en hun softwareleveranciers – ons nu kunnen richten op het afmaken van het basisniveau DSO-LV in 2020. Leveranciers kunnen hiermee de standaard in opdracht van bevoegd gezagen inbouwen in de decentrale software en zo deze keten op de werking beproeven.

De ontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) loopt zo veel als mogelijk door onder de nieuwe omstandigheden. Het op afstand werken is vrijwel direct omarmd waarmee alle partijen de ontwikkeling van het DSO en het aansluiten van overheden onverdroten hebben kunnen voortzetten. Eerdere ervaring met het digitaal samenwerken aan de Omgevingswet lijkt zich hiermee uit te betalen.

Het is belangrijk dat het DSO veelvuldig wordt getest door gebruikers. Ook als dat momenteel niet kan in de vorm van fysieke bijeenkomsten. Gebruikerstesten vormen immers een belangrijk onderdeel in de ontwikkeling van het DSO omdat zo inbreng van toekomstige gebruikers wordt geïnventariseerd en gebruikt om het DSO te verbeteren en klaar te maken voor de invoering. In de volgende voortgangsbrief zal ik uitgebreider in gaan op de aanpak om te komen tot een toegankelijk, begrijpelijk en bruikbaar DSO voor alle doelgroepen en de rol die gebruikerstesten daarbij hebben. Dit gebeurt ieder kwartaal, door verschillende gebruikersgroepen: burgers, bedrijfsleven, overheden, en – heel belangrijk – ook toekomstige gebruikersgroepen met een audiovisuele beperking en laaggeletterden. De gebruikerstest van 15 maart jl. is vanaf thuislocaties van de gebruikers succesvol uitgevoerd waarmee de eerste contouren zichtbaar worden van de mogelijke waarde die het DSO kan bieden om op afstand dienstverlening van de overheid te kunnen blijven ontvangen.

Om de begrijpelijkheid van de teksten van het DSO-LV voor laaggeletterden te toetsen en te verbeteren vindt er op 30 april een online testpanel plaats onder begeleiding van stichting ABC en het programma Aan de Slag met de Omgevingswet. Onderdeel van het testpanel zijn taalambassadeurs die voorheen laaggeletterd waren en nu geletterd zijn. In een online testomgeving zullen de taalambassadeurs de teksten bekijken en beoordelen. Vervolgens wordt bekeken of en hoe de teksten beter kunnen aansluiten bij de doelgroep laaggeletterden.

Aan de leden van uw Kamer is aangeboden het DSO in een praktijkproef te demonsteren. Uw verzoek was dit te organiseren op een dinsdag namiddag in mei. Het daadwerkelijk plannen van deze bijeenkomst blijkt echter ingewikkeld door de huidige Corona beperkingen. Graag vernemen wij van u of u het opportuun acht deze bijeenkomst nog vóór uw vakantiereces, in juli te laten doorgaan of dat u voorkeur heeft deze bijeenkomst na uw reces in september te laten plaatsvinden.

3. Implementatie

Tal van opleidingsactiviteiten en kennissessies die door de koepels en het programma ADS in de vorm van fysieke bijeenkomsten werden aangeboden zijn geannuleerd door de maatregelen van het kabinet ter bestrijding van het coronavirus. Deze fysieke opleidingsdagen en kennismomenten zijn nu omgezet naar webinars en online spreekuren. Ook worden er webcolleges over onderwerpen als de bruidsschat beschikbaar gesteld. Sinds enkele weken vinden bijna dagelijks één tot twee webinars en/of online spreekuren plaats. Docenten geven live trainingen vanuit huis en beantwoorden direct vragen van de deelnemers. De trainingen worden opgeslagen op de website en zijn daarna op elk moment van de dag, zeven dagen per week, te volgen.8 Het bereik van deze online-trainingen loopt van ongeveer 200 tot 1000 deelnemers per live-sessie. Dit is een signaal dat de behoefte aan informatie over de implementatie ook nu groot is, en dat het belangrijk is om een aanbod te blijven leveren dat aan die een behoefte voldoet. Om u een indruk te geven van de onderwerpen treft u in de bijlage een overzicht aan van alle nu geplande webinars en online spreekuren (bijlage 1).

Aansluitmonitor

Als bijlage 2 bij deze brief vindt u de tweede aansluitmonitor van de DSO. Deze aansluitmonitor geeft de voortgang weer van het aanmelden voor aansluiten, het aansluiten zelf en het daadwerkelijk gebruiken van de aansluitingen voor de drie koppelingen met de basisversie van DSO-LV. Veel aandacht is gelegd op het aanmelden voor het realiseren van de koppeling voor vergunningen en meldingen. Daarvoor zijn de meeste organisaties nu aangemeld.

Ik heb u toegezegd om bij de maandelijkse voortgangsbrieven de meest recente aansluitcijfers te vermelden. De cijfers zijn bijgevoegd in bijlage 2 en hebben betrekking op de situatie van 29 april 2020. De overzichten zijn ook te vinden via de website www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl.

We zien dat het aantal aanmeldingen voor het realiseren van de koppeling voor het doen van een aanvraag of een melding hoger is dan voor dat andere koppelingen. Acht van de tien rijkspartijen zijn aangemeld, en 21 van de 21 waterschappen. Van de gemeenten zijn er 309 van de 355 aangemeld en zijn er 56 aangesloten. Daarvan hebben 50 een proefaanvraag kunnen ontvangen en verwerken. Alle 29 omgevingsdiensten zijn aangemeld, en de eerste aansluitingen zijn gerealiseerd. In totaal is 88% van de organisaties nu aangemeld voor deze koppeling en een deel daarvan is al aangesloten.

De provincies zijn allemaal aangemeld voor de koppeling om te kunnen aansluiten om omgevingswetbesluiten te publiceren. Voor het neerzetten van het stelsel is het Rijk aangesloten op het DSO om omgevingsbesluiten (Omgevingsregel en de NOVI) te kunnen publiceren en het toepasbaar maken van de regels. Van alle organisaties is 42% nu aangemeld voor het realiseren van de koppeling voor het publiceren van omgevingswetbesluiten. Voor het realiseren van de koppeling om vragenbomen te kunnen ontsluiten is nu 38% van de organisaties aangemeld, een klein aantal heeft de aansluiting gerealiseerd.

4. Overige onderwerpen

0-metingen

Zoals eerder toegezegd9 ontvangt u bij deze brief de nulmetingsrapportage10 voor vergunningen en meldingen (bijlage 3). In de rapportage wordt in beeld gebracht hoe de stromen vergunningaanvragen en meldingen onder het huidige omgevingsrecht er in omvang en samenstelling uitzien. De nulmetingen vormen voorwerk voor monitoring en de evaluatie van de wet. Net als de andere nulmetingen bevat deze rapportage geen gegevens of uitspraken die inzicht geven in hoeverre de verschillende overheden al in staat zijn de nieuwe Omgevingswet uit te voeren.

De laatste nulmeting die nog moet worden afgerond, heeft betrekking op de rechtspraak. Ook die meting is gericht op het kunnen monitoren en evalueren van de impact van de wet in de jaren na de implementatie. De oplevering van dat onderzoek is vertraagd omdat voor het onderzoek data-analyses gemaakt moeten worden die vanwege de privacyrichtlijnen alleen op het kantoor van het Centraal Bureau van de Statistiek mogen worden uitgevoerd. Vanwege de noodzaak om vanuit huis te werken, kunnen deze analyses nu geen doorgang vinden.

Publieksvoorlichting

Het is belangrijk dat burgers en ondernemers bij inwerkingtreding van de Omgevingswet goed op de hoogte zijn van de veranderingen die op hen af komen. De voorlichting loopt langs twee lijnen.

Een landelijke online campagne richt zich op inwoners én ondernemers. Hierbij worden onderwerpen zoals participatie, toegankelijkheid van het Omgevingsloket en inspraakmogelijkheden actief online in beeld en tekst toegelicht. Er wordt bijvoorbeeld een animatie over participatie ontwikkeld die via allerlei online kanalen verspreid kan worden en zo bij de juiste doelgroepen terecht kan komen. Deze wijze van online publiekscampagne wordt ook in andere domeinen toegepast, zoals de belastingdienst voor de aangiftes en kent een hoge bekendheidsgraad. Met de campagne voor de Omgevingswet geef ik invulling aan de motie van Tweede Kamerlid Ronnes van 4 februari 2020.11

Het tweede deel van de voorlichtingsaanpak richt zich meer op de lokale situatie, en stelt overheden in staat hun inwoners en ondernemers op maat te informeren over de komst van de Omgevingswet. Daartoe is in samenwerking met vertegenwoordigers van gemeenten, provincies, waterschappen, omgevingsdiensten en bedrijfsleven een online Toolkit Omgevingswet ontwikkeld. De Toolkit bevat tal van communicatiemiddelen die decentrale overheden en hun vertegenwoordigers op het door hen gekozen moment kunnen inzetten in hun communicatie richting inwoners en ondernemers inclusief middelen voor minder taalvaardigen in de samenleving. Omdat de Omgevingswet sterk verbonden is met het dienstverleningsniveau van de bevoegd gezagen is eigen regie op de timing van de inzet van de communicatiemiddelen van belang.

In samenwerking met brancheorganisaties, zoals VNO-NCW, BOVAG en partijen zoals Natuur & Milieu, zijn afspraken gemaakt om deze Toolkit Omgevingswet ook voor deze organisaties beschikbaar te stellen en specifieke communicatiemiddelen op te nemen gericht op de communicatie met hun achterban.

De Toolkit Omgevingswet is vanaf 1 juli a.s. online toegankelijk. Verschillende benodigde middelen zoals een animatie over participatie komen al eerder beschikbaar. De Toolkit bevat verder onder meer standaard advertenties, banners voor op websites en uitleg-video’s die geplaatst kunnen worden op websites van gemeenten. De Toolkit zal ook na 1 juli regelmatig worden aangevuld met middelen die worden ontwikkeld op basis van de behoeften die bevoegd gezagen hebben en bij ons bekend worden gemaakt via de klankbordgroep, het Informatiepunt Omgevingswet en de Regionale Invoeringsondersteuning Coaches.

Vanuit het programma Aan de slag wordt communicatieonderzoek gebruikt om de effecten te monitoren en eventueel de communicatieaanpak bij te sturen.

Aanvullend op alle communicatie naar de diverse doelgroepen is vanuit het programma ADS ook een samenwerking gestart met het programma Digitale inclusie voor de ontwikkeling van twee trainingsprogramma’s Gebruik Omgevingsloket. Het programma Digitale Inclusie initieert de Informatiepunten Digitale Overheid bij alle bibliotheken in Nederland. De Informatiepunten Digitale Overheid zijn er voor mensen die moeite hebben met digitale dienstverlening en vragen hebben over het zaken doen met de overheid.

5. Tot slot

Er zijn door het lid Nicolaï van uw Kamer en door de Tweede Kamer vragen gesteld over het uitstel van de Omgevingswet. Deze zijn afzonderlijk beantwoord. Op deze plaats verwijs ik naar die beantwoording die ik tegelijk met deze brief aan het parlement zend.

De komende tijd gaat het werk aan de stelselherziening onverminderd voort. Ik hoop u in de volgende voortgangsbrief aan het einde van deze maand nader te kunnen informeren over de uitkomst van het overleg met de koepels over de nieuwe beoogde inwerkingtredingsdatum.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

De letters AF hebben alleen betrekking op 34 986.

X Noot
2

Samenstelling: Atsma (CDA), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Nooren (PvdA), (ondervoorzitter), Pijlman (D66), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Arbouw (VVD), Bezaan (PVV), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Geerdink (VVD), Gerbrandy (OSF), Janssen (SP), Kluit (GL), Meijer (VVD), (voorzitter), Moonen (D66), Nanninga (FVD, Nicolaï (PvdD), Pouw-Verweij (FVD), Prins-Modderaar (CDA), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Vendrik (GL), Verkerk (CU) en De Vries (Fractie-Otten).

X Noot
3

Kamerstukken I 2019/20, 34 986/33 118/35 000 VII, L.

X Noot
4

Kamerstukken I 2019/20, 34 986, S, blz. 18.

X Noot
5

Die brief – met bijlagen – is separaat gepubliceerd als Kamerstukken I, 2019/20, 33 118, BD

X Noot
6

Nulmeting en schattingen aantallen omgevingsvergunningen en meldingen 2016–2019. Deze bijlage is tevens toegevoegd aan dit verslag schriftelijk overleg. Rapport van 25 maart 2020 (Programma aan de slag met de Omgevingswet)

X Noot
7

Kamerstukken I 2019/20, 34 986/33 118/35 000 VII, L.

X Noot
9

T-nummer 02442

X Noot
10

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning.

X Noot
11

Kamerstukken II 2019/20, 33 118, nr. 136

Naar boven