34 971 Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met de versterking van de invloed van verzekerden op de zorgverzekeraar (verzekerdeninvloed Zvw)

E NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 11 februari 2020

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het nader voorlopig verslag van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met versterking van de invloed van verzekerden op de zorgverzekeraar (verzekerdeninvloed Zvw).

Ik dank de leden van de Groen Links-fractie, de Onafhankelijke Senaatsfractie en de PvdA-fractie voor hun inbreng. In deze nadere memorie van antwoord wordt bij de beantwoording van de gestelde vragen de volgorde van het nader voorlopig verslag gevolgd.

De leden van de PvdA-fractie, de Onafhankelijke Senaatsfractie en de Groen Links-fractie betreuren dat de regering het niet nodig vindt om in dit stadium ook nog andere beleidsterreinen verplicht voor te schrijven wat betreft de invloed van verzekerden. Zij vragen of de regering bij amvb de verzekerdeninvloed wil versterken op het gebied van een helder aanbod van polissen en verzekeringspremies, alsmede op het gebied van de wachtlijstaanpak.

Zoals is toegelicht in de memorie van antwoord meen ik dat inspraak op andere beleidsterreinen zeker waardevol kan zijn maar niet wettelijk moet worden voorgeschreven. Hiermee wordt – mede gelet op de eisen van de richtlijn Solvabiliteit II – niet meer dan noodzakelijk ingegrepen op de beleidsruimte van zorgverzekeraars en kan zoveel mogelijk worden aangesloten op de behoefte van de vertegenwoordiging en zorgverzekeraar. In de evaluatie zal worden meegenomen of de behoefte in de praktijk is veranderd en er alsnog andere beleidsterreinen (zoals bovengenoemden) aan de wettelijke regeling moeten worden toegevoegd. Ik vind het onwenselijk op de evaluatie vooruit te lopen.

De leden van de PvdA-fractie, de Onafhankelijke Senaatsfractie en de Groen Links-fractie refereren aan de memorie van antwoord, waarin de regering aangeeft dat in de evaluatie zal worden meegenomen of de behoefte aan het toevoegen van andere beleidsterreinen, in de praktijk is veranderd. Zij vragen hoe de regering daar zicht op denkt te krijgen en welke instrumenten daarvoor worden ingezet.

Binnen drie jaar na inwerkingtreding van deze wetswijziging zal de regering een evaluatie aan de Staten-Generaal sturen ten aanzien van de doeltreffendheid en de effecten van de artikelen in de praktijk. Daarin zal ook de behoefte aan het wettelijk verplichten van inspraak op andere beleidsterreinen worden meegenomen. Hoe de evaluatie gestalte krijgt, zal te zijner tijd worden bepaald. In ieder geval zullen stakeholdersessies plaatsvinden waarbij wordt gesproken met koepelorganisaties, als ook leden- en verzekerdenraden.

Via hen of via verzekeraars kan tevens directe input van verzekerden zelf worden opgehaald, bijvoorbeeld via een mailing/enquête, een regiobijeenkomst of bestaande klantenpanels voor bepaalde doelgroepen.

De Minister voor Medische zorg en Sport, B.J. Bruins

Naar boven