Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 34970 nr. H |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 34970 nr. H |
Vastgesteld 9 december 2019
De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid2, voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit3 en voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning4 hebben op 24 september de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 15 april 2019 besproken waarin zij antwoordt op vragen van de PVV-fractie over de bestrijding van online-desinformatie5.
Naar aanleiding van het antwoord hebben de leden van de fractie van FVD op 15 oktober 2019 inbreng geleverd. De leden van de fractie van FVD hebben een aantal nadere vervolgvragen en opmerkingen, waarbij de leden van de fractie van de PVV zich hebben aangesloten.
De commissies hebben aansluitend de Minister op 23 oktober 2019 een brief gestuurd.
De Minister heeft op 9 december 2019 gereageerd.
De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Van Dooren
Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Den Haag, 23 oktober 2019
De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid, Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning hebben op 24 september uw brief d.d. 15 april 2019 besproken waarin u antwoordt op vragen van de PVV-fractie over de bestrijding van online-desinformatie6.
Naar aanleiding van uw antwoord hebben de leden van de fractie van FVD op 15 oktober 2019 inbreng geleverd. De leden van de fractie van FVD hebben de volgende nadere vervolgvragen en opmerkingen, waarbij de leden van de fractie van de PVV zich aansluiten.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van FVD, waarbij de leden van de fractie van de PVV zich aansluiten.
Europese benadering desinformatie
De leden van de FVD-fractie hechten eraan, alvorens enkele vragen te stellen aan u, erop te wijzen dat de «Europese benadering» ten aanzien van desinformatie sinds de 17e eeuw geweest is het open en vrije debat, de «clash of opinions», in de hoop dat daaruit de waarheid naar voren zal komen. Van Milton’s Aeropagitica (1644)7 tot aan Mill’s On Liberty (1859)8 en in onze tijd Charb’s Lettre aux escrocs de l’islamophobie qui font le jeu des racists (2015)9 – de kern van de Europese benadering is een oriëntatie op vrijheid, een voorliefde voor de grondrechten die het recht op vrije expressie centraal stellen en – in Nederland – het afstand nemen van censuur.
Bent u het met de leden van de FVD-fractie eens dat het op zijn minst ironisch moet worden genoemd dat de «Europese benadering», zoals gepresenteerd in het Verslag over de uitvoering van het actieplan tegen desinformatie10, nu een geheel andere kant lijkt op te gaan?
Nederlandse Grondwet
Een tweede vraag heeft betrekking op het specifiek Nederlandse van de discussie over vrijheid van expressie. De leden van de FVD-fractie citeren eerst Artikel 7 van de Grondwet:
1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
2. De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending.
3. Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan 16 jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.
4. De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame.
In de literatuur wordt ervan uitgegaan dat de Nederlandse Grondwet zich onderscheidt van Artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) doordat de Nederlandse Grondwet zo expliciet censuur lijkt uit te sluiten (Artikel 7, lid 1 van de Grondwet «voorafgaand verlof»). Kunt u aangeven of u het ook als een speciale verantwoordelijkheid ziet deze censuur-kritische benadering een sterk accent te geven in de contacten met de Europese Commissie over dit onderwerp?
Online desinformatie
Een derde vraag willen de leden van de FVD-fractie stellen over de concentratie op «online informatie». Deze leden begrijpen dat dit nu eenmaal de focus is van de plannen van de Europese Commissie, maar zouden graag aandacht vragen voor het feit dat de leden van de FVD-fractie grote moeite hebben met het gebrek aan pluriformiteit en diversiteit in de traditionele media.
Deze leden ervaren een groot deel van de informatie in traditionele kranten als NRC Handelsblad en de Volkskrant als volstrekt eenzijdig, niet pluriform, niet divers en zelfs doctrinair. Als reactie op die eenzijdigheid in de traditionele media zijn gelukkig online platforms als GeenStijl, ThePostonline, De Dagelijkse Standaard en andere «corrigerende» media naar voren gekomen. De leden van de FVD-fractie maken zich grote zorgen over een pluriforme informatievoorziening nu uitgerekend déze online platforms in het vizier van de Europese Commissie lijken te komen.
Bent u het met de leden van de fractie van FVD eens dat de plannen van de Europese Commissie gemakkelijk kunnen ontaarden in het liquideren van «de oppositie» tegen de mainstreammedia?
Desinformatie door Rusland en Islamitische Staat
In het voornoemd verslag lezen de leden van de FVD-fractie over de zorgen die de Europese Commissie heeft over «desinformatieactiviteit door Russische bronnen11».
Kunt u uitleggen of u deze focus op Rusland deelt? Of bent u het met de leden van de FVD-fractie eens die erop willen wijzen dat met name de Islamitische Staat een groot propaganda-apparaat ter beschikking heeft waarmee de Europese jeugd wordt verleid om de jihad te voeren tegen democratie en rechtsstaat? Is desinformatie door de Islamitische Staat en andere radicale netwerken niet een veel groter gevaar voor Nederland dan de Russische bronnen? En mocht u van mening zijn dat de Russische bronnen een aanzienlijk gevaar vormen, bent u het dan niettemin met de leden van de FVD-fractie eens dat propaganda voor de jihad eveneens een aanzienlijk en niet te verwaarlozen risico vormt? Heeft u ook een verklaring voor het feit dat dit laatste geheel ongenoemd blijft in de stukken die deze leden vanuit de Europese Commissie bereiken?
In hetzelfde verslag wordt over die Russische bronnen opgemerkt dat die zich richten op «het betwisten van de democratische legitimiteit van de Unie» en ook het «zaaien van verdeeldheid in publieke debatten over kwesties van migratie en soevereiniteit12». Over het betwisten van de democratische legitimiteit van de Europese Unie zouden de leden van de FVD-fractie willen inbrengen dat het hierbij gaat om een volkomen redelijke en legitieme vraag. Kritiek op de democratische legitimiteit van de Europese Unie is niet een speciale belangstelling van Russische bronnen, maar een gewoon onderwerp van dialoog en discussie onder beoefenaren van het Europees recht.
Kritiek op de EU
De leden van de FVD-fractie maken zich ook zorgen over wat de Europese Commissie opmerkt over migratie en soevereiniteit. Boeken als Continent zonder grens (2018) van Theo Francken13, The Strange Death of Europe (2018) van Douglas Murray14, De aanval op de natiestaat (2012) van Thierry Baudet15, De democratie en haar media (2016) van Sid Lukkassen16, allemaal gewijd aan migratie en soevereiniteit, behandelen toch geen thema’s die in de maatschappij van de toekomst taboe verklaard zullen worden?
Het verslag eindigt met de zin: «De Commissie en de hoge vertegenwoordigers zijn vastberaden gezamenlijk inspanningen te blijven leveren om onze Europese democratie tegen desinformatie en manipulatie te beschermen. We zijn er samen verantwoordelijk voor dat het recht van EU-burgers op feitelijke, objectieve en betrouwbare informatie wordt gewaarborgd17». Bent u het met de leden van de FVD-fractie eens dat hier de uitdrukking «onze Europese democratie» in ieder geval vaag is en de verdenking op zich laadt dat de EU geen kritiek op de EU kan accepteren?
Ook vragen de leden van de FVD-fractie zich af of kritiek op de EU zou moeten worden bejegend met het verbieden daarvan? Bent u het met deze leden eens dat een veel sterkere benadering van kritiek het beantwoorden daarvan is?
Recht op feitelijke, objectieve en betrouwbare informatie
Tenslotte vragen de leden van de fractie van FVD aandacht voor het door de Europese Commissie genoemde «recht van EU-burgers op feitelijke, objectieve en betrouwbare informatie» dat zou moeten worden gewaarborgd18. Kunt u deze leden aangeven of u denkt dat een dergelijk recht bestaat? En zo ja, waar dat is vastgelegd? De leden van de fractie van FVD hebben bezwaren tegen een dergelijk recht. Deze leden zien daarin het gevaar dat de overheid de basis wordt voor de informatiestroom. De leden van de fractie van FVD zijn van mening dat dit tegengesteld is aan de geest van de Europese bescherming van de rechten van de mens. Kunt u de argwaan van deze leden tegen een dergelijk recht delen?
De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid, Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.
De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, M.M. de Boer
De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, N.J.J. van Kesteren
De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning, B.O. Dittrich
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2019
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de nadere vragen gesteld door de leden van de FVD-fractie, waarbij de leden van de PVV-fractie zich hebben aangesloten, d.d. 23 oktober 2019, naar aanleiding van online desinformatie.
De leden van de FVD-fractie hebben vragen over de «Europese benadering» ten aanzien van desinformatie. Zij vragen of ik vind dat de «Europese benadering», zoals gepresenteerd in het Verslag over de uitvoering van het actieplan tegen desinformatie, nu een geheel andere kant lijkt op te gaan.
Het kabinet is van mening dat bij de aanpak van desinformatie de waarborging van grondrechten voorop moet staan.19 Voor die aanpak is een gezamenlijke inspanning van de lidstaten en EU-instellingen nodig. Desinformatie stopt niet bij de grenzen. Ook in Europees verband moeten grondrechten, vrijheid van pers en vrijheid van meningsuiting worden geëerbiedigd. Het EU-Actieplan tegen desinformatie stelt daarom de vrijheid van meningsuiting en dus het open en vrije debat terecht voorop.
Daarnaast vragen de leden aan te geven of ik het ook als een speciale verantwoordelijkheid zie deze censuur-kritische benadering een sterk accent te geven in de contacten met de Europese Commissie over dit onderwerp.
In Nederland hebben we vrije pers en is van censuur geen sprake. Ook in Europees verband moeten vrije pers en vrijheid van meningsuiting voorop staan, dit is dan ook een uitgangspunt voor Nederland in alle contacten. In Nederland waarborgt artikel 7 Grondwet de vrijheid van meningsuiting en het censuurverbod. In Europees verband wordt dit ook gewaarborgd door artikel 10 EVRM en artikel 11 EU-Handvest.
Tevens hebben de leden vragen over de concentratie op «online informatie». Deze leden zouden graag aandacht vragen voor het feit dat de leden van de FVD-fractie grote moeite hebben met het gebrek aan pluriformiteit en diversiteit in de traditionele media. Zij vragen daarom of ik het met hen eens ben dat de plannen van de Europese Commissie gemakkelijk kunnen ontaarden in het liquideren van «de oppositie» tegen de mainstreammedia.
Zoals eerder gememoreerd is de mogelijkheid om in vrijheid meningen te verkondigen een in het EVRM vastgelegd grondrecht voor EU-burgers. Van het dwarsbomen van het uitoefenen van dit recht door de Europese Commissie kan daarom geen sprake zijn.
Ook informeren de leden naar desinformatie door Rusland en de Islamitische Staat.
Waar in principe desinformatie geen strafbare content is, zijn haatzaaiing en terroristische content dit op grond van het strafrecht wel. Daarom wordt er ten aanzien van terroristische propaganda in Europees verband gewerkt aan een Europese verordening die een grensoverschrijdend systeem beoogt waarmee terroristische uitingen die zichtbaar zijn voor burgers in de EU binnen 1 uur van het internet verwijderd. Het kabinet omarmt het idee om terroristische content te reguleren, de onderhandelingen hieromtrent lopen, waarbij het voor het kabinet van belang is dat fundamentele rechten blijven gewaarborgd.
Het kabinet zet zich zowel op nationaal niveau als in multilateraal verband in voor de aanpak van online terroristische content. Zo steunt Nederland de door Nieuw-Zeeland en Frankrijk geïnitieerde Christchurch Call to Action waarbij overheden en online serviceproviders zich gezamenlijk inspannen om de verspreiding van online terroristische content tegen te gaan. Daarnaast zijn onder Nederlands voorzitterschap van het Global Counter Terrorism Forum praktische richtlijnen om beleidsaanbevelingen toe te passen uitgewerkt. De aanbevelingen en best practices die hierin zijn opgenomen kunnen bijdragen aan het voorkomen en tegengaan van gewelddadig extremisme en terrorisme in het online domein.
Voor een effectieve aanpak van online terroristische content, richt het kabinet zich ook op preventie en het verhogen van weerbaarheid op gemeenschapsniveau. Daarbij is het betrekken van lokale actoren (gemeenschapsleiders, jeugdgroepen) essentieel. Nederland ondersteunt verschillende initiatieven op gemeenschapsniveau met een focus op het weerbaar maken van kwetsbare groepen en het bespreekbaar maken van thema’s als radicalisering, terrorisme en gewelddadig extremisme. Dit wordt gestimuleerd via het Fonds zoz, een onafhankelijk fonds, gefinancierd vanuit Rijksbrede gelden.
De leden spreken ook over kritische uitingen op de EU. Zij vragen of ik het met hen eens ben dat de uitdrukking «onze Europese democratie» in het eerdergenoemde verslag van de Europese Commissie in ieder geval vaag is en de verdenking op zich laadt dat de EU geen kritiek op de EU kan accepteren. Ook vragen de leden van de FVD-fractie zich af of kritiek op de EU zou moeten worden bejegend met het verbieden daarvan en of ik het met deze leden eens ben dat een veel sterkere benadering van kritiek het beantwoorden daarvan is.
Ik zie geen relatie tussen de uitspraak «onze Europese democratie» en het niet kunnen dulden van kritiek. Onze democratische samenleving veronderstelt vrij publiek debat, met ruimte voor diversiteit, inclusie en deliberatie. Het grondwettelijke recht op vrijheid van meningsuiting beschermt burgers tegen onrechtmatige inperking van dit recht door de overheid. Via het EU-Handvest voor de grondrechten geldt dit ook voor instellingen en organen van de Europese Unie.
Tot slot hebben de leden van de FVD-fractie vragen over het recht op feitelijke, objectieve en betrouwbare informatie. Zij vragen aandacht voor het door de Europese Commissie genoemde «recht van EU-burgers op feitelijke, objectieve en betrouwbare informatie» dat zou moeten worden gewaarborgd. Zij vragen of ik denk dat een dergelijk recht bestaat en zo ja, waar dat is vastgelegd.
In onze democratische samenleving is de vrijheid van meningsuiting van essentieel belang. De vrijheid van meningsuiting impliceert ook de vrijheid om informatie te ontvangen en kennis daarvan te nemen. Deze ontvangstvrijheid is opgenomen in artikel 10 EVRM en artikel 19 IVBPR. Daarnaast beschermt artikel 19 IVBPR ook het recht tot het «vergaren van inlichtingen en denkbeelden» en wordt dit impliciet ook beschermd, aldus de interpretatieve verklaring, door het EVRM. Daarnaast stelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de «Sunday Times zaak» dat de media niet alleen de taak hebben om informatie en ideeën te verspreiden; het publiek heeft ook het recht deze informatie te ontvangen. Het Hof spreekt zelfs over «het recht van het publiek om naar behoren geïnformeerd te worden». De democratische samenleving en het maatschappelijk debat functioneren niet zonder een goed geïnformeerd publiek. Transparantie over de herkomst en verspreiding van informatie is daarom volgens het kabinet essentieel om heimelijke beïnvloeding tegen te gaan.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops
Samenstelling Justitie en Veiligheid:
Backer (D66), De Boer (GL) (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Rombouts (CDA), Bikker (CU), Baay-Timmerman (50PLUS), Adriaansens (VVD), arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Cliteur (FVD), Dittrich (D66), Doornhof (D66), Gerbrandy (OSF), Janssen (SP), Karimi (GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten) (ondervoorzitter), Van Pareren (FVD), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL), Van Wely (FVD).
Samenstelling Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit:
Koffeman (PvdD), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Strien (PVV), Gerkens (SP), Atsma (CDA), N.J.J. van Kesteren (CDA) (voorzitter), Pijlman (D66), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), Van Rooijen (50PLUS), Van Ballekom (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Gerbrandy (OSF), Van Gurp (GL), Van Huffelen (D66), Huizinga-Heringa (CU), Kluit (GL), van der Linden (FVD) (ondervoorzitter), Meijer (VVD), Otten (Fractie-Otten), Van Pareren (FVD), Prins-Modderaar (CDA), Recourt (PvdA), Vendrik (GL).
Samenstelling Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning:
Kox (SP), Koffeman (PvdD), Ganzevoort (GL), De Boer (GL), Van Hattem (PVV), Pijlman (D66), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Koole (PvdA). Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Wever (VVD), Bezaan (VVD), Van der Burg (VVD), Crone (PvdA), Dessing (FVD), Dittrich (D66) (voorzitter), Doornhof (CDA), Frentrop (FVD), Gerbrandy (OSF), Van der Linden (FvD), Meijer (VVD), Nanninga (FVD), Nicolaï (PvdD) (ondervoorzitter), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), Verkerk (CU), De Vries (Fractie-Otten).
John Milton (1644). Areopagitica: A Speech of Mr. John Milton for the Liberty of Unlicens'd Printing. Charleston: Nabu Press 2011.
Charb. Lettre aux escrocs de l’islamophobie qui font le jeu des racists. Amsteram: Overamstel Uitgevers 2015.
Europese Commissie (2019). Verslag over de uitvoering van het actieplan tegen desinformatie. Te raadplegen via https://www.eumonitor.nl/9353000/1/j4nvke1fm2yd1u0_j9vvik7m1c3gyxp/vkzciqsechzp/v=n2p/f=/join(2019)12_nl.pdf.
Europese Commissie (2019). Verslag over de uitvoering van het actieplan tegen desinformatie, p. 3. Te raadplegen via https://www.eumonitor.nl/9353000/1/j4nvke1fm2yd1u0_j9vvik7m1c3gyxp/vkzciqsechzp/v=n2p/f=/join(2019)12_nl.pdf.
Europese Commissie (2019). Verslag over de uitvoering van het actieplan tegen desinformatie, p. 3. Te raadplegen via https://www.eumonitor.nl/9353000/1/j4nvke1fm2yd1u0_j9vvik7m1c3gyxp/vkzciqsechzp/v=n2p/f=/join(2019)12_nl.pdf.
Europese Commissie (2019). Verslag over de uitvoering van het actieplan tegen desinformatie, p. 11. Te raadplegen via https://www.eumonitor.nl/9353000/1/j4nvke1fm2yd1u0_j9vvik7m1c3gyxp/vkzciqsechzp/v=n2p/f=/join(2019)12_nl.pdf.
Europese Commissie (2019). Verslag over de uitvoering van het actieplan tegen desinformatie, p.11. Te raadplegen via https://www.eumonitor.nl/9353000/1/j4nvke1fm2yd1u0_j9vvik7m1c3gyxp/vkzciqsechzp/v=n2p/f=/join(2019)12_nl.pdf.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34970-H.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.