Het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand staat onder druk, terwijl het van groot
belang is dat iedereen zijn/haar recht kan halen. De toegang tot het recht is een
belangrijk grondrecht in onze rechtsstaat. Na uitvoerige rapporten van de commissie
Wolfsen en de commissie Barkhuysen concludeerde de Commissie evaluatie puntentoekenning
gefinancierde rechtsbijstand (de Commissie Van der Meer) in het rapport «Andere Tijden»
dat er sprake is van 20 jaar achterstallig onderhoud: De puntentoekenning waarop de
vergoeding van sociaal advocaten is gebaseerd strookt geheel niet meer met de huidige
realiteit. Advocaten besteden veel meer tijd aan de zaken van de rechtszoekenden die
zij bijstaan dan zij krijgen vergoed.
De Minister voor Rechtsbescherming heeft recent gezegd dat de vergoeding voor sociaal
advocaten op dit moment niet redelijk is, maar dat er pas een eerlijke vergoeding
aan rechtsbijstandsverleners betaald kan worden zodra de Minister erin is geslaagd
het aantal zaken terug te brengen om binnen het budget te blijven.
Dat is niet houdbaar, de situatie is urgent. Advocaten die vooral op toevoegingsbasis
werken (die dus mensen bijstaan die niet in staat zijn het commerciële advocatentarief
te betalen) stoppen ermee, de aanwas van jonge idealisten droogt op, kantoren gaan
failliet. Sociaal advocaten zijn idealisten, die mensen helpen hun recht te halen.
Als we dit stelsel willen behouden dan moeten we zo snel mogelijk zorgen voor een
redelijke vergoeding. Dat is in het belang van de kwaliteit van de rechtshulp en in
het belang van de rechtszoekenden.
Met dit amendement wordt het punttarief voor de sociaal advocaten verhoogd conform
het advies van de commissie Van der Meer. Voor het restant van het jaar 2018 stellen
we voor de helft van het bedrag dat volgens Van der Meer structureel nodig is, 127 miljoen
euro, vrij te maken.
Tenslotte wensen indieners op te merken dat goede rechtshulp niet alleen een kwestie
van beschaving is, het heeft ook opbrengsten. Een goed stelsel van gesubsidieerde
rechtsbijstand kan maatschappelijke ellende voorkomen en daarmee ook financieel interessant
zijn op de langere termijn.
De dekking van het amendement wordt gevonden in het begrotingsoverschot.