Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 34952 nr. 173 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 34952 nr. 173 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juni 2022
Met verwijzing naar het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 2 juni jl. bieden wij uw Kamer een brief aan over de status van de mondiale LHBTIQ+ beweging en het functioneren van de Equal Rights Coalition in het licht van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de conferentie.
De status van de mondiale LHBTIQ+ beweging
De situatie voor LHBTIQ+ personen verschilt sterk per land. Op mondiaal niveau blijft de acceptatie van LHBTIQ+ personen toenemen, onder andere dankzij LHBTIQ+ mensenrechtenverdedigers die dagelijks opkomen voor hun gelijke rechten, de inzet van maatschappelijke organisaties, diplomatieke inspanningen van gelijkgezinde landen en bewustwordingscampagnes. Ook spreken steeds meer bedrijven, sportbonden en culturele instellingen zich uit tegen discriminatie van LHBTIQ+-personen en nemen steeds meer organisaties deel aan Pride-activiteiten in het buitenland.
Tegelijkertijd zijn geweld, bestraffing op basis van seksuele oriëntatie en genderidentiteit, discriminatie en uitsluiting voor veel LHBTIQ+ personen de dagelijkse realiteit. In 68 landen is sprake van strafbaarstelling van homoseksualiteit of genderidentiteit; vijf landen kennen hiervoor de doodstraf. Dit zijn onacceptabele cijfers, die niet thuishoren in de 21e eeuw. Hoewel het aantal landen met een strafbaarstelling afneemt zijn er ook landen waar nieuwe of nóg restrictievere anti-gender, anti-SRGR en anti-LHBTIQ+ wetgeving wordt voorbereid. Dit soort initiatieven is vaak gericht op één van de subgroepen, bijvoorbeeld paren van gelijk geslacht of transgender personen.
Binnen LHBTIQ+ bewegingen is soms tevens sprake van tegendruk en uitsluiting, bijvoorbeeld van transgender personen. Ook dit verschilt per land en context. Wel zijn er diverse NGO’s en samenwerkingsverbanden (bv. ILGA World) die de samenwerking tussen de verschillende subgroepen juist proberen te verbeteren.
Voor een effectieve mondiale LHBTIQ+ beweging zijn cross-regionale en multilaterale coalities, waaronder de UN LGBTI Core Group en de Equal Rights Coalition, van groot belang. Nederland heeft een actieve rol in beide coalities, gericht op de verbreding van de internationale steun voor de positie van LHBTIQ+. Zo is Nederland samen met Argentinië covoorzitter van de UN LGBTI Core Group in New York die lobbyt voor gelijke rechten van LHBTIQ+ binnen de
Verenigde Naties met een focus op het tegengaan van discriminatie en geweld. Onder Nederlands co-voorzitterschap is de UN LGBTI Core Group vorig jaar uitgebreid met Zuid-Afrika en Ierland, en dit jaar met Honduras, Peru, België en Denemarken.
Binnen de VN-Mensenrechtenraad is samenwerking met en ondersteuning van het mandaat van de onafhankelijk expert voor het tegengaan van geweld en discriminatie op basis van seksuele oriëntatie en genderidentiteit (SOGI) een belangrijk aandachtspunt. Bij de 50e sessie van de Mensenrechtenraad zal Nederland zich, samen met gelijkgezinde landen, inzetten om de verlenging van dit mandaat te verzekeren. Ook wordt gewerkt aan diverse gezamenlijke verklaringen om steun voor dit mandaat uit te spreken. Nederland zal zich bilateraal en multilateraal hard blijven maken voor het recht van een ieder om zichzelf te zijn, ongeacht seksuele oriëntatie of gender identiteit.
Equal Rights Coalition
Nederland en Uruguay hebben in 2016 de Equal Rights Coalition (ERC) opgericht. De ERC is een internationale coalitie van 42 landen uit de EU, Noord- en Zuid-Amerika en Afrika (Kaapverdië) met als doel het bevorderen van gelijke rechten voor LHBTIQ+ wereldwijd. De ERC is uniek omdat naast landen ook maatschappelijke organisaties deelnemen aan de coalitie. Hierdoor vindt constant overleg plaats over wereldwijde ontwikkelingen en hoe daarop in te spelen, en wordt waardevolle informatie over en weer gedeeld. Nederland speelt een actieve rol in de ERC als covoorzitter van een werkgroep over diplomatie, als penvoerder op gezamenlijke verklaringen door de ERC en als lid van het adviserend comité.
Het Verenigd Koninkrijk en Argentinië zijn momenteel covoorzitters van de coalitie. Afgelopen zomer hebben het VK en Argentinië tijdens een ministeriële ERC-conferentie een nieuwe 5-jaren strategie gelanceerd. Alle ERC-landen hebben zich gecommitteerd aan deze strategie, waarin o.a. is opgenomen om gezamenlijk voor decriminalisering van seksuele oriëntatie en gender identiteit te strijden.
Equal Rights Coalition conferentie te Buenos Aires
Om cross-regionale samenwerking te bevorderen, wordt het ERC-voorzitterschap vervuld door één land uit de Global North en één land uit de Global South. Nederland en Uruguay vervulden deze rol van 2016–2017; Canada en Chili van 2017–2019 en het VK en Argentinië hebben het voorzitterschap sinds 2019 in handen, met één jaar verlengd vanwege de corona-pandemie.
Het voorzitterschap van de Equal Rights Coalition wordt tijdens de aankomende ERC-conferentie overgedragen aan twee andere landen. Mexico heeft zich kandidaat gesteld, maar vanuit de Global North heeft zich nog geen ander land kandidaat gesteld. Voor Nederland is het van belang dat hier snel duidelijkheid over komt, zodat een effectieve overdracht plaats kan vinden. Achter de schermen zet Nederland zich in om landen te bewegen deze rol op zich te nemen. Ook wordt het voorzitterschap van de werkgroep waar Nederland covoorzitter van is, opengesteld voor andere landen. Tot dusver heeft zich nog geen ander land als kandidaat gemeld. Indien dat zo blijft, is Nederland bereid om deze rol te blijven vervullen.
Deze ERC-conferentie zal plaatsvinden op 8 en 9 september in Buenos Aires. Namens Nederland zullen de Mensenrechtenambassadeur en de voorzitter van de diplomatie-werkgroep deelnemen aan de conferentie. Het betreft de eerste fysieke ERC-bijeenkomst sinds 2018 (destijds in Vancouver). De bijeenkomst staat in het teken van hernieuwd commitment van de huidige ERC-landen, het terugblikken op behaalde resultaten onder Brits en Argentijns voorzitterschap en de gezamenlijke strategiebepaling t.a.v. de wereldwijde anti-gender en anti-LHBTIQ+ pushback. Voor Nederland is het van belang dat ook maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij de Equal Rights Coalition in persoon kunnen deelnemen. Nederland heeft hiervoor financiering vrijgemaakt en lobbyt actief bij andere landen om hetzelfde te doen.
In eerste instantie zou de ERC-conferentie plaatsvinden in Londen, met aansluitend de bilaterale Britse «Safe to be Me» conferentie. Deze twee conferenties stonden los van elkaar. De «Safe to be Me» conferentie werd echter geannuleerd vanwege een boycot door maatschappelijke organisaties, voortkomend uit de beslissing van de Britse regering om conversietherapie op basis van gender identiteit niet te verbieden daar waar het conversietherapieverbod wel geldt voor seksuele oriëntatie. Hierop is door het adviserend comité van de Equal Rights Coalition besloten de ERC-conferentie te verplaatsen naar Buenos Aires. Het Verenigd Koninkrijk speelt nog altijd een actieve rol in de organisatie van de ERC-conferentie, zowel inhoudelijk als financieel. Het siert Argentinië dat met beperkte voorbereidingstijd en middelen een conferentie van dergelijke omvang wordt voorbereid. Nederland ondersteunt deze organisatie actief, zowel financieel als inhoudelijk.
Samenwerking met LHBTIQ+ maatschappelijk middenveld
Maatschappelijke organisaties zijn gewaardeerde partners bij het uitvoeren en behalen van de BHOS-agenda en -doelstellingen. Daarnaast is wereldwijde versterking van het maatschappelijk middenveld binnen deze agenda een belangrijk doel op zich vanwege de cruciale rol die maatschappelijke organisaties spelen bij het bevorderen van democratische en inclusieve samenlevingen.
Ondersteuning van het maatschappelijk middenveld blijft onverminderd van belang, omdat de ruimte voor het maatschappelijke middenveld in veel landen onder druk staat. De afgelopen jaren is deze ruimte verder afgenomen, deels als gevolg van overheidsmaatregelen die zijn genomen in de context van de COVID-19 pandemie. Dit geldt in het bijzonder voor LHBTIQ+ organisaties.
Onder het beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld (Kamerstuk 34 952, nr. 140) zijn twee strategische partnerschappen opgestart met LHBTIQ+ maatschappelijk middenveld. «Power of Pride», met als penvoerder COC Nederland, en «Free to be Me», met als penvoerder Hivos, zijn samen actief in 28 landen en ondersteunen de ontwikkeling en bescherming van LHBTIQ+ bewegingen in deze landen. Daarnaast financiert Nederland diverse LHBTIQ+ projecten vanuit het centrale Mensenrechtenfonds, het Voice-programma en via de posten, en is Nederland partner in het Global Equality Fund. In de Mensenrechtenrapportage 2021, die uw Kamer binnenkort toegaat, zal nader worden ingegaan op hoe de steun aan LHBTIQ+ organisaties en mensenrechtenverdedigers het afgelopen jaar vorm kreeg.
Met de start van de LHBTIQ+ strategische partnerschappen is Nederland de grootste LHBTIQ+ overheidsdonor wereldwijd.1 Financiering voor LHBTIQ+ gemeenschappen door andere overheden en donoren is echter nodig, want de wereldwijde tegendruk op gendergelijkheid en gelijke rechten voor LHBTIQ+ blijft toenemen. Nederland zal daarom binnen de Equal Rights Coalition en andere fora inzetten op meer strategische samenwerking.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34952-173.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.