34 952 Investeren in Perspectief – Goed voor de Wereld, Goed voor Nederland

Nr. 119 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 oktober 2020

Tijdens het wetgevingsoverleg Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 22 juni jl. (Kamerstuk 35 470 XVII, nr. 16) heb ik de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een stand van zaken toegezegd rond de geschillenbeslechting over Zuid-Afrikaanse vrijwaringsmaatregelen op Nederlands pluimveevlees. Uw Kamer is bezorgd over de Nederlandse inzet om de export van Nederlands pluimveevlees naar Zuid-Afrika te bevorderen. Het zou niet aansluiten bij het doel om landen zichzelf te laten ontwikkelen en met de Nederlandse inzet voor een circulaire economie.

Sinds 2014 gelden antidumpingmaatregelen op importen van pluimveevlees uit Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. In 2018 zijn vrijwaringsmaatregelen tegen de EU genomen op hetzelfde product. De WTO staat dubbele heffingen niet toe. Het kabinet steunt daarom de door de Europese Commissie gestarte geschillenbeslechtingsprocedure tegen de vrijwaringsmaatregelen.

De maatregelen sluiten ook niet aan bij de ambitie van de SADC-EU EPA om de tarieven op pluimveevlees af te bouwen naar uiteindelijk 0%. De CIE wil uitdragen dat derde landen zich moeten houden aan afspraken gemaakt in het kader van een gesloten partnerschap.

Als non-discriminatoir alternatief had Zuid-Afrika de vrijwaringsmaatregelen in het kader van de WTO kunnen nemen, deze hadden dan voor alle landen gegolden. In plaats daarvan nam Zuid-Afrika de maatregelen in het kader van de Economische Partnerschapsovereenkomst EU-SADC (SADC-EU EPA). De weggevallen importen uit de EU zijn daarna ingevuld door importen uit met name Brazilië en de VS. Hiermee lijkt er eerder sprake van handelsprotectionistische maatregelen specifiek gericht tegen de EU dan maatregelen genomen in het belang van de ontwikkeling van de eigen pluimveesector.

In de EU worden slechts specifieke delen van het pluimvee geconsumeerd. Export van het restant maakt het mogelijk om het gehele product nuttig te gebruiken en te verwaarden, en aldus bij te dragen aan een circulaire economie.

Dit is onderdeel van het verdienmodel van pluimveeproducenten. Daarom spant het kabinet zich in om op nationaal en EU-niveau de toegang tot markten voor de Nederlandse pluimveesector te verkrijgen, te behouden of te verbeteren, ook in Zuid-Afrika1.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Naar boven