34 950 XV Jaarverslag en slotwet Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2017

Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2017 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • 2. de begrotingsstaat van het agentschap van dit ministerie.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGARTIKELEN (SLOTWETMUTATIES)

Onderstaande toelichting bij de slotwet is conform de Rijksbegrotingsvoorschriften 2017, model 3.54 memorie van toelichting.

Artikel 1 Arbeidsmarkt

Verplichtingen

De realiseerde verplichtingen zijn 2,8 miljoen hoger dan bij Najaarsnota was geraamd. Dit verschil houdt verband met een jaarlijks terugkerende overeenkomst voor werkzaamheden van het Agentschap RIVM. De overeenkomst voor de werkzaamheden van 2018 is al in december 2017 afgesloten. In de begroting 2018 van SZW zijn hiervoor middelen beschikbaar gesteld.

Ontvangsten

Voor 2017 werd bij najaarsnota een realisatie van de boeteontvangsten verwacht van € 27 miljoen. Uiteindelijk zijn de ontvangsten dit jaar € 2,2 miljoen hoger. Op de dit jaar ingestelde vorderingen is reeds 64,3% betaald. Dat ligt bijna 12% hoger dan vorig jaar. Dit komt onder andere doordat bedrijven overtredingen op de Arbowet snel betalen.

Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

Uitgaven en verplichtingen

De gerealiseerde uitgaven en verplichten van het Macrobudget Participatieuitkeringen en Intertemporele Tegemoetkoming zijn € 78,9 miljoen lager dan bij Najaarsnota werd geraamd. Dit is het gevolg van het geringe beroep dat gemeenten hebben gedaan op de Intertemporele tegemoetkoming.

Van het verplichtingenbudget Subsidies van € 104,6 miljoen is € 28,4 miljoen niet gebruikt. Dit komt vooral door verlaagde subsidieverleningen en lagere subsidievaststellingen als gevolg van (voorziene) lagere realisaties bij de uitvoering van de sectorplannen.

De uitgaven zijn ongeveer € 8 miljoen lager dan bij Najaarsnota geraamd en dit is vooral een gevolg van lagere uitgaven bij de subsidie «Tijdelijke regeling cofinanciering projecten dienstverlening werkzoekenden en projecten samewerking en regie arbeidsmarkt» (DWSRA) en bij de subsidieregeling Kansen voor alle kinderen 2017.

Op dit artikel zijn per saldo op deze overige onderdelen beperkte afwijkingen ten opzichte van de Najaarsnota, waarmee de uitgaven op deze overige onderdelen € 3 miljoen lager uitkomen.

In totaal is er hiermee op artikel 2 sprake van een neerwaartse bijstelling van de verplichtingen van circa € 112 miljoen en van de uitgaven van circa € 89 miljoen.

Artikel 7 Kinderopvang

Uitgaven en verplichtingen

De gerealiseerde uitgaven en verplichtingen zijn circa € 50 miljoen lager dan bij Najaarsnota was geraamd. Dit hangt grotendeels samen met lagere uitgaven en verplichtingen kinderopvangtoeslag. Bij de kinderopvangtoeslag is sprake van een voorschotsystematiek: ouders ontvangen een voorlopig bedrag kinderopvangtoeslag op basis van verwacht gebruik en verwacht inkomen. Het bedrag dat ouders ontvangen is gemiddeld genomen (iets) te hoog, waardoor er na afloop van het jaar (bij het definitief vaststellen van de hoogte van de kinderopvangtoeslag) een terugvordering volgt.

Naar verwachting sluiten in 2017 voorschot en definitieve toekenning beter bij elkaar aan dan eerder voorzien; dit leidt tot lagere uitgaven in 2017. Daarnaast zijn de nabetalingen kinderopvangtoeslag over eerdere toeslagjaren lager uitgevallen dan bij Najaarsnota was verwacht.

Ontvangsten

De ontvangsten bestaan grotendeels uit terugvorderingen kinderopvangtoeslag en de ontvangsten werkgeversbijdrage kinderopvang. De ontvangsten kinderopvangtoeslag zijn ten opzichte van de Najaarsnota zeer beperkt naar boven bijgesteld (€ 1,3 miljoen).

De gerealiseerde ontvangsten werkgeversbijdrage kinderopvang zijn circa € 24 miljoen lager dan bij Najaarsnota werd geraamd. Dit hangt samen met een lagere premiegrondslag dan in de Najaarsnota 2017 was voorzien.

Artikel 10 Tegemoetkoming ouders

Uitgaven en verplichtingen

De gerealiseerde uitgaven en verplichten tegemoetkoming ouders zijn circa € 29,6 miljoen lager dan bij Najaarsnota geraamd. Dit is het gevolg van lagere toekenningen over 2017 dan waar men van uitgegaan was.

Daarnaast komen nabetalingen in 2017 over eerdere toeslagjaren lager uit. Dit lijkt het gevolg van een wat tragere afwikkeling van definitief toekennen dan verwacht.

Ontvangsten

De gerealiseerde ontvangsten zijn circa € 12,3 miljoen lager dan bij Najaarsnota geraamd. Net als de nabetalingen, komen ook de ontvangsten in 2017 lager uit als gevolg van tragere afwikkeling over eerdere toeslagjaren dan waar van was uitgegaan.

Artikel 13 Integratie en maatschappelijke samenhang

Verplichtingen

De verplichtingenraming is voor Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) circa € 22,5 miljoen lager dan bij Najaarsnota geraamd. Voor de Maatschappelijke Begeleiding is in 2016 een budget toegekend (en verplicht) van € 58,1 miljoen. Pas bij de vaststelling in 2017 is de rest van de verplichting € 15,1 miljoen afgeboekt. Voor de Voorinburgering is in 2016 een budget toegekend (en verplicht) van € 35,4 miljoen. Pas bij de vaststelling in 2017 is de rest van de verplichting van € 7,1 miljoen afgeboekt.

De verplichtingenraming is voor het agentschap DUO circa 3,1 miljoen lager dan bij Najaarsnota geraamd. Deze onderuitputting heeft te maken met de benodigde extra capaciteit voor toetslocaties. Hiervoor kwam pas in laat stadium geld beschikbaar. Het agentschap DUO kon hiervan uiteindelijk geen gebruik maken omdat contracten niet tijdig afgesloten konden worden.

Het restant van ca € 3 miljoen aan lagere verplichtingenraming ten opzichte van de Najaarsnota is het saldo van de volgende bijstellingen:

  • circa € 4,2 miljoen meer aangegane verplichtingen voor meer verstrekte leningen door het agentschap DUO omdat het aantal opnames bij de leningen hoger was dan verwacht.

  • Verder is de verplichtingenraming voor opdrachten circa € 2,1 miljoen lager ten opzichte van de Najaarsnota. Dit komt doordat een aantal aanbestedingen in afwachting van de komst van een nieuw kabinet is aangehouden.

  • Bij de subsidies is er circa € 4,7 miljoen aan lagere verplichtingenraming ten opzichte van de Najaarsnota. Dit komt door de verplichtingenruimte voor 2017 voor een groot deel niet gebruikt is en doorgeschoven is naar 2018.

  • Het restant van de lagere verplichtingraming van circa € 0,4 miljoen komt voor rekening van Inburgering. De Wet Inburgering 2007 is vervallen en de verplichting is minder uitgeput dan bij de Najaarsnota ingeschat.

Artikel 96 Apparaatsuitgaven kerndepartement

Uitgaven

De lagere uitgaven doen zich voor op alle apparaatskostenonderdelen. Bij eigen personeel zijn de uitgaven € 3,7 miljoen lager dan geraamd bij Najaarsnota. Het aantal personeelsleden bleef achter bij de raming.

Bij overige materiële uitgaven zijn de uitgaven € 1,9 miljoen lager dan geraamd bij Najaarsnota. Dit hangt voor een deel samen met lagere uitgaven voor huisvesting van de Inspectie.

Bij ICT zijn de uitgaven € 3,1 miljoen lager dan geraamd bij Najaarsnota. Voor een belangrijk deel is dit onderuitputting die is ontstaan door vertraging in projecten, lagere contractkosten dan voorzien en doordat de betaling van enkele in 2017 geleverde producten en diensten pas betaling in 2018 zal plaatsvinden. Het resterende deel heeft betrekking op interdepartementale contracten waarvan de kosten door budgetoverheveling verrekend worden en op ICT-budget dat is ingezet op personeel, waaronder externe inhuur en materieel.

De bij de Najaarsnota getroffen reservering bij SSO’s voor mogelijke meerkosten aan het gebruik van een ICT-systeem is niet nodig gebleken.

Het restant betreft kleine afwijkingen op de overige posten.

Artikel 98 Algemeen

Uitgaven en verplichtingen

De gerealiseerde uitgaven en verplichtingen op dit artikel zijn circa € 5,0 miljoen lager dan bij Najaarsnota geraamd.

Deze lagere realisaties hebben betrekking op opdrachten en worden veroorzaakt omdat projecten niet meer (volledig) zijn afgerond in 2017. De lagere uitgaven treden op bij Handhaving, Onderzoeksopdrachten, Primaire processen, Beleidsinformatie en Overige opdrachten.

De gerealiseerde uitgaven bijdrage Agentschap SZW zijn € 0,4 miljoen lager en de verplichtingen zijn € 1,8 miljoen lager dan bij Najaarsnota geraamd. Deze lagere realisaties worden veroorzaakt doordat het Agentschap SZW per 1 januari 2018 is opgeheven. Hierdoor zijn er geen verplichtingen voor 2018 meer vastgelegd.

Naar boven