34 950 XIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Diergezondheidsfonds 2017

Nr. 7 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 6 juni 2018

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Algemene Rekenkamer over de brief van 16 mei 2018 inzake het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2017 bij het Ministerie van Economische Zaken en Diergezondheidsfonds (Kamerstuk 34 950 XIII, nr. 2).

De Algemene Rekenkamer heeft deze vragen beantwoord bij brief van 5 juni 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Kuiken

De adjunct-griffier van de commissie, Konings

Vraag 1

Waaruit blijkt dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) de afgelopen jaren duidelijke vooruitgang heeft geboekt bij het invoeren van risicogericht toezicht?

Risicogericht toezicht moet bijdragen aan een meer effectieve en efficiënte inzet van de middelen die de NVWA tot haar beschikking heeft. De NVWA heeft daartoe de Handhavingsregiecyclus ontwikkeld die de verschillende niveaus van risicogericht toezicht met elkaar verbindt. Hier ontstaat meer samenhang tussen de onderscheiden niveaus (het strategisch, tactisch en operationeel niveau). Daarnaast zijn de eerste Integrale Risico Analyses (IRA’s) opgeleverd en is de Staat van de Productveiligheid gepubliceerd. Ook is er meer aandacht voor het vasthouden en inzetten van de opgedane kennis. De NVWA heeft intern een aantal producten opgeleverd die de werking van het risicogericht toezicht ondersteunen. Deze producten worden betrokken bij de nog te publiceren IRA’s, maar dragen nu al bij aan de uitvoering van meer risicogericht toezicht.

Vraag 2

Hoe ziet de vorm van risicogericht toezicht bij de NVWA eruit en betreft het alleen de integrale risicoanalyses (IRA) of ook andere manieren van toezicht?

Vanuit de handhavingsstrategie wordt op tactisch niveau bepaald welke mix van handhavingsinstrumenten wordt ingezet om het gewenste doel te bereiken. Daarnaast is per domein een specifiek interventiebeleid vastgesteld. In de handhavingsmix zijn instrumenten beschikbaar zoals administratieve controle, de inzet van private kwaliteitssystemen en openbaarmaking van de resultaten van inspecties.

Vraag 3

Wat houden de foutieve boekingen in?

In 2016 bleek dat een aantal facturen en vorderingen verkeerd was geboekt in de administratie van het Diergezondheidsfonds (DGF). Deze fouten werkten ook na 2016 door in de saldibalans van het fonds. Deze fouten hadden geen gevolg voor het getrouw beeld van de jaarrekening omdat de fouten gelet op hun omvang onder de afgesproken tolerantiegrens bleven.

De fouten hebben niet geleid tot extra uitgaven anders dan de uitgaven ten behoeve van de correctiewerkzaamheden. Er zijn geen kosten in rekening gebracht bij de partijen die financieel bijdragen aan het fonds. De fouten zijn hersteld door middel van correctieboekingen die eind 2017 en begin 2018 zijn uitgevoerd.

Om een herhaling te voorkomen en het financieel beheer van het DGF te versterken, werkt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland aan een plan van aanpak. Voor informatie over de planning voor dat plan verwijzen wij u naar de Minister van LNV.

Vraag 4

Bij wie kwam de rekening van de foutieve boekingen te liggen?

Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 5

Wanneer wordt het plan van aanpak Diergezondheidsfonds dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland laat opstellen, verwacht?

Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 6

Waar gaat het plan van aanpak Diergezondheidsfonds op in en wordt alleen het financieel beheer van het Diergezondheidsfonds onderzocht of ook andere terreinen?

Voor het antwoord op deze vraag verwijzen wij u naar de Minister van LNV.

Vraag 7

Kan in zijn algemeenheid worden aangegeven in hoeverre de integrale risicoanalyse (IRA) als een effectieve meetmethode van risicotoezicht kan worden gezien?

Wij kunnen deze vraag niet beantwoorden omdat wij geen onderzoek hebben gedaan naar de gebruikte meetmethoden. Wij hebben in ons verantwoordingsonderzoek 2017 wel beschreven hoe de IRA’s de basis vormen van risicogericht toezicht door de NVWA. Het doel van de IRA’s is het identificeren en agenderen van risico’s die primair aandacht en actie behoeven, het transparant communiceren hierover naar de betrokken partijen en uiteindelijk het richten van het toezicht van de NVWA. Onderdelen van de IRA verschaffen wel inzicht in de resultaten van het toezicht, aangezien een IRA is gebaseerd op een wetenschappelijke risicobeoordeling, inspectieresultaten en het fraudebeeld van de NVWA Inlichtingen en opsporingsdienst. De NVWA zal voor elk van de 12 onderscheiden ketens een IRA opstellen.

Risicogericht toezicht moet bijdragen aan een effectieve en efficiënte inzet van de middelen die de NVWA tot haar beschikking heeft. Wij merken daarbij op dat deze vorm van toezicht niet automatisch betekent dat er minder inspectiecapaciteit ingezet hoeft te worden. Het werk wordt vooral anders gedaan en zal in sommige gevallen eerder meer dan minder capaciteit vergen.

Naar boven