Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34950-VIII nr. 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34950-VIII nr. 4 |
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2017 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Met dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de verplichtingen te verlagen met € 222,8 miljoen. De uitgaven worden verlaagd met € 38,7 miljoen. De ontvangsten worden verlaagd met € 14,6 miljoen.
Algemene toelichting op de mutaties
In deze Slotwet worden de beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht op het niveau van de financiële instrumenten, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
Voor de verplichtingen geldt dat deze in de begrotingsadministratie worden bijgehouden met een vaste relatie tot de uitgaven. In de praktijk kan dat tot verschillen leiden tussen de begrotingsstand van de verplichtingen en de daadwerkelijke realisatiestand uit de financiële administratie. Bij Slotwet wordt te allen tijde aangesloten bij de daadwerkelijk gerealiseerde verplichtingenstand. In deze Slotwet wordt toegelicht of de verschillen een beleidsmatige oorzaak hebben of een technisch karakter hebben (aansluiting op de realisatiestand van de verplichtingen).
Beleidsartikelen
Artikel 1: Primair onderwijs
Op artikel 1 worden de verplichtingen verhoogd met € 145,5 miljoen en de uitgaven worden verhoogd met € 8,4 miljoen. De ontvangsten worden verhoogd met € 4,7 miljoen.
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties groter dan € 10,0 miljoen:
Er is € 137,2 miljoen meer verplicht aan bekostiging. Dit betreft verplichtingen voor de schooljaarsystematiek in 2017 die feitelijk in de verantwoording van het jaar 2016 opgenomen hadden moeten zijn.
• Er is voor € 18,9 miljoen minder verplicht dan verwacht. Er zijn in eerdere jaren verplichtingen aangegaan voor Stichting Onderwijs buitenland, Onderwijsconsulenten, Q voor besturen en Goed worden Goed met een betaaleffect in 2017.
• Er is voor garanties € 18,1 miljoen meer verleend dan begroot.
Artikel 3: Voortgezet onderwijs
Op artikel 3 worden de verplichtingen verlaagd met € 35,7 miljoen en de uitgaven worden verlaagd met € 9,8 miljoen. De ontvangsten worden verhoogd met € 1,8 miljoen.
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties groter dan € 10,0 miljoen:
• Er is € 14,1 miljoen minder verplicht aan bekostiging. Dit heeft te maken met een meevaller doordat er bij de definitieve telling minder leerlingen waren dan bij de voorlopige telling. Daarnaast is er ook een meevaller op de verrekening met EZ als gevolg van hogere leerlingaantallen voor landbouw.
• Er is € 51,7 miljoen minder gerealiseerd aan verplichtingen. Deze wordt veroorzaakt doordat in 2016 al verplichtingen zijn aangegaan voor het jaar 2017.
• Er is € 19,2 minder verplicht op de VSV-regeling waar zich een meevaller voordoet, omdat er een kleiner variabel deel is bekostigd dan er budget beschikbaar is. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er meer voortijdig schoolverlaters zijn, waardoor de scholen minder beloond zijn.
• Er is € 24,7 miljoen meer verplicht omdat alle regelingen voor kansengelijkheid in 2017 verplicht zijn, waarbij het kaseffect zit in 2017 en latere jaren. Daarnaast is de subsidie aan Kennisnet begin 2017 voor 2017 verplicht, maar is eind 2017 ook voor 2018 al verplicht.
• Er is voor garanties € 21,1 miljoen meer verleend dan begroot.
Uitgaven
De uitgavenmutaties groter dan € 10,0 miljoen:
• Er is 14,1 miljoen minder uitgegeven aan bekostiging. Dit heeft te maken met een meevaller doordat er bij de definitieve telling minder leerlingen waren dan bij de voorlopige telling. Daarnaast is er ook een meevaller op de verrekening met EZ als gevolg van hogere leerlingaantallen voor landbouw.
Artikel 4: Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Op artikel 4 worden de verplichtingen verhoogd met € 1,0 miljoen en de uitgaven met € 1,6 miljoen. De ontvangsten worden verlaagd met € 0,2 miljoen.
Artikel 6: Hoger beroepsonderwijs
Op artikel 6 worden de verplichtingen verhoogd met € 56,7 miljoen en de uitgaven verlaagd met € 1,2 miljoen. De ontvangsten worden verhoogd met € 0,1 miljoen.
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties groter dan € 10,0 miljoen:
• Er is € 10,8 meer verplicht aan bekostiging. Deze mutatie betreft de verwerking in 2017 van een onjuiste administratieve boeking in 2016.
• Er is voor garanties € 44,8 miljoen meer verleend dan begroot.
Artikel 7: Wetenschappelijk onderwijs
Op artikel 7 worden de verplichtingen verlaagd met € 11,4 miljoen en de uitgaven verlaagd met € 0,4 miljoen. De ontvangsten worden verhoogd met € 1,3 miljoen.
Artikel 8: Internationaal beleid
Op artikel 8 worden de verplichtingen verlaagd met € 0,4 miljoen en de uitgaven verlaagd met € 0,2 miljoen. De ontvangsten worden verlaagd met € 0,1 miljoen.
Artikel 9: Arbeidsmarkt en personeelsbeleid
Op artikel 9 worden uitgaven en de verplichtingen verlaagd met € 10,6. De ontvangsten worden verhoogd met € 3,1 miljoen.
Artikel 11: Studiefinanciering
Op artikel 11 worden de uitgaven en de verplichtingen verlaagd met € 22,6 miljoen. De ontvangsten worden verlaagd met € 26,8 miljoen.
Uitgaven
De uitgavenmutaties groter dan € 10,0 miljoen:
• De relevante uitgaven zijn in totaal met € 18,7 miljoen verhoogd. Dit is met name het gevolg van hoger dan geraamde omzettingen in gift van basisbeurzen, aanvullende beurzen en reisvoorzieningen.
• De niet-relevante uitgaven zijn in totaal met € 41,5 miljoen verlaagd. Voor een deel bestaat deze verlaging uit de tegenhanger van de verhoogde relevante uitgaven. Bij omzettingen in gift verschuiven uitgaven namelijk van niet-relevant naar relevant. Het resterende deel van de verlaging komt voornamelijk door lagere uitgaven aan het levenlanglerenkrediet dan geraamd.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties groter dan € 10,0 miljoen:
• De niet-relevante ontvangsten op de hoofdsom zijn met € 21,6 miljoen lager gerealiseerd. In totaal is in 2017 € 626 miljoen terug ontvangen op de hoofdsom van de studielening.
Artikel 12: Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Op artikel 12 worden de uitgaven en de verplichtingen verhoogd met € 2,2 miljoen. De ontvangsten worden verhoogd met € 0,4 miljoen.
Uitgaven
De uitgaven mutaties groter dan € 2,0 miljoen:
De stijging in de uitgaven van € 2,0 miljoen wordt met name veroorzaakt door hogere aantallen scholieren in het reguliere vo die een WTOS-uitkering hebben aangevraagd.
Artikel 13: Lesgelden
Op artikel 13 zijn de verplichtingen en uitgaven verhoogd met € 0,5 miljoen. De ontvangsten worden verlaagd met € 0,5 miljoen.
Artikel 14: Cultuur
Op artikel 14 worden de verplichtingen verhoogd met € 99,6 miljoen en de uitgaven verlaagd met € 1,2 miljoen. De ontvangsten worden verlaagd met € 2,1 miljoen.
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties groter dan € 10,0 miljoen:
• Er is € 10 miljoen minder verplicht. Dit is een correctie van de aangegane verplichtingen uit eerdere jaren.
• Er is € 115,9 miljoen meer verleend aan garanties.
Artikel 15: Media
Op artikel 15 worden de verplichtingen verhoogd met € 11,4 miljoen en de uitgaven verlaagd met € 0,5 miljoen. De ontvangsten worden verlaagd met € 1,5 miljoen.
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties groter dan € 10,0 miljoen:
• De verhoging van de verplichtingen met € 11,4 miljoen wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de in december 2017 aangegane verplichtingen voor 2018, na vaststelling van de Mediabegrotingsbrief.
Artikel 16: Onderzoek en wetenschapsbeleid
Op artikel 16 worden de verplichtingen verlaagd met € 11,1 miljoen en de uitgaven verlaagd met € 2,9 miljoen. De ontvangsten worden verhoogd met € 3,7 miljoen.
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties groter dan € 10,0 miljoen:
• Er is € 13,7 miljoen minder verplicht voor de bekostiging. Dit is veroorzaakt door verplichtingen die al in eerdere jaren zijn aangegaan.
Artikel 25: Emancipatie
Op artikel 25 worden de verplichtingen verlaagd met € 0,2 miljoen en de uitgaven met € 0,1 miljoen. De ontvangsten worden verhoogd met € 0,1 miljoen.
Niet-beleidsartikelen
Artikel 91: Nominaal en onvoorzien
Artikel 91 dient als intermediair totdat de exacte verdeling over de betrokken artikelen bekend is. Op dit artikel worden dus geen feitelijke uitgaven verantwoord.
Artikel 95: Apparaatskosten
Op artikel 95 worden de verplichtingen verlaagd met € 2,3 miljoen en de uitgaven verlaagd met € 1,8 miljoen. De ontvangsten worden verhoogd met € 1,3 miljoen.
Uitgaven
De uitgavenmutaties groter dan € 5,0 miljoen:
• Er zijn twee mutaties groter dan € 5 miljoen, per saldo een verlaging van € 1,5 miljoen. Het gaat om een verhoging van € 6,4 miljoen en een verlaging van € 7,9 miljoen. Deze mutaties zijn nodig omdat de uitgaven op een ander budget zijn gerealiseerd dan in de oorspronkelijke begroting is geraamd. Hiermee wordt het budget in de begroting in overeenstemming gebracht met de realisatie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34950-VIII-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.