34 942 EU-voorstel: Verslag van de Commissie inzake actief en passief kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen COM(2018)44

A VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 26 april 2018

Naar aanleiding van de bijeenkomst van regeringsleiders op 23 februari 2018 en naar aanleiding van de voorstellen die de Europese Commissie over institutionele aspecten van de toekomst van Europa hiervoor heeft gedaan1, heeft de vaste commissie voor Europese Zaken op 20 februari 2018 een aantal gerelateerde Commissiedocumenten besproken, waaronder het Commissieverslag over de toepassing van Richtlijn 94/80/EG inzake actief en passief kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen. Naar aanleiding hiervan is op 16 maart 2018 nog een brief gestuurd.

De Minister heeft op 24 april 2018 gereageerd.

De vaste commissie voor Europese Zaken2 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken, Bergman

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR EUROPESE ZAKEN

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 16 maart 2018

Naar aanleiding van de bijeenkomst van regeringsleiders op 23 februari 2018 en naar aanleiding van de voorstellen die de Europese Commissie over institutionele aspecten van de toekomst van Europa hiervoor heeft gedaan3, heeft de commissie voor Europese Zaken op 20 februari 2018 een aantal gerelateerde Commissiedocumenten besproken, waaronder het Commissieverslag over de toepassing van Richtlijn 94/80/EG inzake actief en passief kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen. De leden van de fractie van de PVV hebben naar aanleiding van dit verslag nog de navolgende opmerkingen en vragen.

Onder bepaalde voorwaarden kunnen mensen die niet de Nederlandse nationaliteit bezitten gebruikmaken van actief en passief stemrecht. Informatie hierover wordt verstrekt in meerdere talen. De leden van de fractie van de PVV vragen of het niet een voorwaarde zou moeten zijn, indien men gebruik wil maken van het passieve en actieve stemrecht, dat men de Nederlandse taal moet beheersen. Zou dit niet betekenen dat het verstrekken van informatie in meerdere talen overbodig wordt? Zeker indien het gaat om passief stemrecht. Hoe kan iemand goed functioneren in een gemeenteraad als hij of zij de Nederlandse taal niet goed beheerst, zo vragen deze leden.

De leden van de fractie van de PVV verzoeken u uw antwoorden te motiveren.

De commissie voor Europese Zaken verzoekt u bovenstaande vragen te beantwoorden uiterlijk 4 weken na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, E.B. van Apeldoorn

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 april 2018

De vaste commissie voor Europese Zaken van uw Kamer heeft mij op 16 maart jl. enkele vragen gesteld naar aanleiding van het verslag van de Europese Commissie over de toepassing van Richtlijn 94/80/EG inzake het actief en passief kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen. Op basis van deze richtlijn kunnen Unieburgers die niet de Nederlandse nationaliteit bezitten onder bepaalde voorwaarden stemmen voor de gemeenteraad van de plaats waar zij woonachtig zijn. Om deze personen van dienst te zijn, verstrekken sommige Nederlandse gemeenten, met name grote stedelijke centra, informatie over de verkiezingen in andere talen dan het Nederlands.

De leden van de PVV-fractie vragen of beheersing van de Nederlandse taal geen voorwaarde zou moeten zijn voor gebruikmaking van het passieve en actieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen en of de verstrekking van informatie in meerdere talen daarmee overbodig is.

Een goede beheersing van de Nederlandse taal is van groot belang voor de uitoefening van het kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen, mede omdat bestuursorganen op grond van artikel 2:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in beginsel de Nederlandse taal gebruiken, zowel schriftelijk als mondeling.

Beheersing van de Nederlandse taal is echter geen juridische voorwaarde voor de uitoefening van het kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen. Voor Nederlanders zou een dergelijke voorwaarde inbreuk maken op artikel 4 Grondwet, dat blijkens de grondwetsgeschiedenis zo dient te worden uitgelegd dat alleen de Grondwet zelf beperkingen op het kiesrecht mag stellen. Voor wat betreft niet-Nederlandse Unieburgers zou een taalvaardigheidsvereiste strijd opleveren met het EU-recht, dat in artikel 20, tweede lid, onder b, en artikel 22, eerste lid van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat mobiele Unieburgers het kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen onder dezelfde voorwaarden kunnen uitoefenen als onderdanen van de lidstaat waar zij verblijven. Ten aanzien van personen die behalve het Nederlanderschap ook het Unieburgerschap niet bezitten, is Nederland tot slot verdragsrechtelijk gebonden deze personen op een gelijke wijze als Nederlanders te behandelen, mits zij gedurende vijf jaar voorafgaande aan de verkiezingen op legale wijze een gewone verblijfplaats in Nederland hebben gehad.4

Nu beheersing van de Nederlandse taal geen juridische voorwaarde is voor gebruikmaking van het kiesrecht bij verkiezingen voor de gemeenteraad, kan ook niet gezegd worden dat het verstrekken van informatie hierover door gemeenten in andere talen dan het Nederlands niet mogelijk is. Het staat gemeenten vrij om informatie in andere talen te verstrekken. Artikel 2:6, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht staat toe dat bestuursorganen een andere taal dan het Nederlands gebruiken, indien het gebruik daarvan doelmatiger is en de belangen van derden daardoor niet onevenredig worden geschaad.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Commissiemededeling ’A Europe that delivers: Institutional options for making the European Union’s work more efficient, COM(2018) 95.

X Noot
2

Samenstelling:

Kox (SP), Duthler (VVD), Ten Hoeve (OSF), Van Kappen (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Schaap (VVD), Strik (GL), Backer (D66), Faber-van de Klashorst (PVV), Martens (CDA), Postema (PvdA), (vice-voorzitter), Vlietstra (PvdA), Van Apeldoorn (SP) (voorzitter), Dercksen (PVV), D.J.H. van Dijk (SGP), Knapen (CDA), Oomen-Ruijten (CDA), Schaper (D66), Stienen (D66), Van de Ven (VVD), Overbeek (SP), Sini (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), Aardema PVV)

X Noot
3

Commissiemededeling ’A Europe that delivers: Institutional options for making the European Union’s work more efficient, COM(2018)95.

X Noot
4

Zie art. 6 van het Verdrag inzake de deelneming van buitenlanders aan het openbare leven op plaatselijk niveau, van 5 februari 1992.

Naar boven