34 936 Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2018 (Tweede incidentele suppletoire begroting inzake wederopbouw Bovenwindse Eilanden)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2018 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 4

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

B. BEGROTINGSTOELICHTING

a. Inhoudelijke toelichting

Artikel 8 Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden wordt voor het jaar 2018 verhoogd met € 114,7 mln. en voor 2019 met € 5,282 mln. van de Aanvullende post bij het Ministerie van Financiën. Hiermee kan de eerste tranche voor het trustfund van de Wereldbank worden overgemaakt en de bijdragen aan Korps Politie Sint Maarten (KPSM) voor de versterking van het grenstoezicht plaatsvinden.

Paragraaf b geeft de budgettaire consequenties voor artikel 8 Noodhulp en Wederopbouw Bovenwindse eilanden weer.

De stand na eerste incidentele suppletoire begroting 2018 is de vastgestelde begroting inclusief de nota van wijziging en de eerste incidentele suppletoire begroting, Kamerstukken II 2017–2018 34 869, nr. 1.

Artikel 8.1 Wederopbouw

Bijdragen aan (inter-)nationale organisatie

Wereldbank

De Wereldbank wordt in het kader van de wederopbouw van Sint Maarten ingezet voor twee opdrachten; 1. het ondersteunen van Sint Maarten bij het opstellen van het National Recovery and Resilience Plan (NRRP) en 2. het oprichten en beheren van een Trustfund.

Het Trustfund wordt gebruikt om de wederopbouw op sociaal, economisch en bestuurlijk terrein te ondersteunen en daarbij de weerbaarheid van Sint Maarten te vergroten en de (bestuurlijke) capaciteit van Sint Maarten te versterken.

Een stuurgroep – bestaande uit Sint Maarten, Nederland en de Wereldbank – voor het trustfund geeft op strategisch niveau sturing en komt periodiek, in beginsel vier keer per jaar, bijeen voor het bewaken van de voortgang en het bekrachtigen van de programmering en de begroting.

Het storten van een tranche in het trustfund gebeurt op basis van een verzoek door de Wereldbank. Het verzoek voor storting van de eerste tranche komt direct na het ondertekenen van de overeenkomst tussen de Wereldbank en Nederland (naar verwachting 16 april a.s.). Zonder aanwezige middelen in het trustfund kan de Wereldbank niet aan de slag met het verder uitwerken van projectvoorstellen. De eerste tranche bedraagt € 112,0 mln. De volgende stortingen zijn afhankelijk van besluitvorming in de stuurgroep.

Bijdragen aan medeoverheden

Korps Politie Sint Maarten (KPSM)

Het grenstoezicht van Sint Maarten is tijdens de wederopbouw extra kwetsbaar. De versterking van het grenstoezicht is wenselijk en als politieke voorwaarden gesteld voor het beschikbaar stellen van de middelen voor de wederopbouw. Bestaande bedreigingen van het welzijn van de bevolking met name via de grenzen en in het bijzonder, (migratie)criminaliteit, de instroom van illegale arbeidsmigranten, ongecontroleerde geld- en goederenstromen moeten effectiever worden aangepakt.

De versterking van het grenstoezicht is een samenwerking tussen het Korps Politie Sint Maarten (KPSM), de Koninklijke Marechaussee (KMar), Douane en Kustwacht. De bijdrage aan het KPSM gaat via de begroting van Koninkrijksrelaties. In 2018 bedraagt de bijdrage € 2,7 mln. en in 2019 € 5,282 mln.

De Kustwacht verloopt via de begroting van Defensie en de Douane via de begroting van Financiën. Hiervoor is tevens voor deze departementen een incidentele suppletoire begroting opgesteld.

b. Budgettaire consequentie beleidsartikelen

Beleidsartikel 8 Noodhulp en Wederopbouw Bovenwindse eilanden

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)

Art.nr.		Stand na 1^e ISB[1]	Mutaties 2^e incidentele suppletoire begroting 2018	Stand 2^e incidentele suppletoire begroting 2018	Mutatie 2019	Mutatie 2020	Mutatie 2021	Mutatie 2022
	Verplichtingen:	18.500	114.700	133.200	5.282	0	0	0
	Uitgaven:	18.500	114.700	133.200	5.282	0	0	0
	Waarvan juridisch verplicht (percentage)	100%		100%
8.1	Wederopbouw	18.500	114.700	133.200	5.282	0	0	0
	Subsidies	0	0	0	0	0	0	0
	Bijdragen aan (inter)nationale organisaties	7.000	112.000	119.000	0	0	0	0
	Wederopbouw op Sint Maarten	7.000	0	7.000	0	0	0	0
	Wereldbank	0	112.000	112.000	0	0	0	0
	Bijdragen aan medeoverheden	0	2.700	2.700	5.282	0	0	0
	KPSM	0	2.700	2.700	5.282	0	0	0
	Bijdragen aan agentschappen	11.500	0	11.500	0	0	0	0
	RVB (Bijdrage voor wederopbouw)	11.500	0	11.500	0	0	0	0
8.2	Noodhulp	0	0	0	0	0	0	0
	Opdrachten	0	0	0	0	0	0	0
	Bijdragen aan (inter)nationale organisaties	0	0	0	0	0	0	0
	Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken	0	0	0	0	0	0	0
	Ontvangsten:	0	0	0	0	0	0	0

1 Betreft ISB op 1 februari 2018, Kamerstukken II 2017–2018 34 869, nr. 1.