34 932 Verlenging van de termijn gedurende welke aanwijzingen krachtens de Luchtvaartwet van militaire luchtvaartterreinen hun geldigheid behouden

Nr. 4 HERDRUK1 VERSLAG

Vastgesteld 1 juni 2018

De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet genoegzaam voorbereid.

Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden zien de noodzaak om de overgangstermijn met drie jaar te verlengen om zorgvuldige totstandkoming van de luchtvaartbesluiten te borgen. Zij spreken wel de wens uit dat dit tevens de laatste verlenging is. De leden van de CDA-fractie hebben nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel ter verlenging van de termijn gedurende welke aanwijzingen krachtens de Luchtvaartwet militaire luchtvaartterreinen hun geldigheid behouden. Graag willen zij de regering nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met verbazing kennis genomen van voorliggend voorstel tot verlenging van de termijn gedurende welke aanwijzingen krachtens de Luchtvaartwet van militaire luchtvaartterreinen hun geldigheid behouden.

Strekking van het wetsvoorstel

De leden van de CDA-fractie melden dat de regering in 2016, bij de vorige verlenging van de overgangstermijn, verwachtte nog met twee jaar extra tijdig voor alle acht militaire luchthavens een luchthavenbesluit tot stand te brengen. Op pagina 5 van de toenmalige memorie van toelichting was de Minister stellig: «Die verlengde termijn is toereikend om de vereiste luchthavenbesluiten tot stand te brengen». Het bleek te optimistisch; deze regering ziet zich genoodzaakt de termijn nogmaals te verlengen, nu zelfs met drie jaar. Gebrek aan personele capaciteit bij Defensie was een van de redenen voor de opgetreden vertragingen in 2016. Dat blijkt nu opnieuw het geval te zijn. De Staatssecretaris spreekt van «schaarse capaciteit voor het tot stand brengen van luchthavenbesluiten». De leden van de CDA-fractie vragen wat er de afgelopen jaren aan is gedaan om die schaarse capaciteit te versterken? Wat gaat de regering hier de komende jaren aan doen?

Voorts willen de leden van de CDA-fractie weten of de activiteiten die nu voor de luchtvaartbesluiten ondernomen worden gevolgen hebben voor andere lopende processen zoals de luchtruimherziening aangezien er veel claims op het luchtruim zijn en de samenwerking tussen Luchtmacht en civiele luchtvaart van belang is om het leefklimaat voor inwoners op een goed peil te krijgen of te houden.

Nu het in tien jaar tijd niet is gelukt om de vereiste luchthavenbesluiten tot stand te brengen, vragen de leden van de fractie van de Partij van de Dieren of dit het gevolg is van het grote verlies van inhoudelijke expertise bij het Ministerie van Defensie of van het feit dat de grenzen op het gebied van milieu, klimaat en leefomgeving geen verdere uitbreiding van de activiteiten op militaire luchthavens toestaan. Of is dit het gevolg van een combinatie van beiden, zo vragen deze leden.

Stand van zaken luchthavenbesluiten

De leden van de CDA-fractie melden dat in de memorie van toelichting wordt opgemerkt dat komende tijd ook veel personeelscapaciteit noodzakelijk is voor tussentijds onderhoud aan reeds tot stand gebrachte luchthavenbesluiten. Dan gaat het onder meer over de noodzakelijke aanpassing van het Luchthavenbesluit Deelen en het feit dat het burgermedegebruik van de militaire luchthaven Eindhoven nader moet worden bezien, in verband met het aflopen van de vigerende medegebruiksvergunning. De leden van de CDA-fractie vragen wanneer de vigerende medegebruiksvergunning van Eindhoven gaat aflopen en hoe het verdere proces zijn beslag krijgt.

De leden van de D66-fractie constateren dat de regering de vertragingen deels verklaart doordat de start van een nieuwe fase in het luchthavenbesluit conditioneel voor het afronden van de voorgaande fase is. Deze leden verzoeken de regering toe te lichten hoe dit in de toekomst ofwel verholpen, dan wel geminimaliseerd kan worden.

De leden van fractie van de Partij voor de Dieren vragen om een overzicht van het aantal vliegbewegingen op jaarbasis op de acht terreinen, uitgesplitst naar militair luchtverkeer en burgerluchtverkeer, gelet op het gestelde in de memorie van toelichting dat dit, wanneer geen gebruik meer zou kunnen worden gemaakt van de luchthavens, grote gevolgen heeft voor zowel de militaire luchtvaart als ook voor het civiel medegebruik van de luchthavens.

Deze leden vragen wat de plannen zijn voor eventuele uitbreiding van de capaciteit in de komende jaren. Voorts vragen zij de regering toe te lichten waarom deze totale capaciteit van acht luchthavens al dan niet noodzakelijk is in relatie tot het beoogde doel.

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vragen of de regering de mening van deze leden deelt dat een uitbreiding van het aantal vluchten niet mogelijk is zolang de herindeling van het luchtruim nog niet is voltooid. Zo niet, kan de regering dat toelichten?

Kan een deel van de oefeningen vervangen worden door te werken met simulatoren? In de burgerluchtvaart is de Boeing 787 simulator bijvoorbeeld zo geavanceerd dat piloten direct vanuit de training met een vliegtuig met passagiers gaan vliegen. Zo niet, kan de regering dat toelichten?

Voorts vragen deze leden naar het aantal meldingen van overlast door omwonenden per luchthaven over de afgelopen tien jaar. Wat zijn op dit moment de mogelijkheden voor de omwonenden om bezwaar te maken tegen de ervaren overlast? Welke mogelijkheden zijn er voor handhaving zolang er geen luchthavenbesluit is? Zullen in de te ontwikkelen luchthavenbesluiten de aantallen vliegbewegingen worden vastgelegd, zodat hier op kan worden gehandhaafd? Zo niet, waarom niet, zo vragen de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren.

Luchthaven de Kooy

De leden van de D66-fractie constateren dat de vertraging in het luchthavenbesluit deels verklaard kan worden door het opnieuw uitvoeren van metingen na «twijfel [...] omtrent de juistheid van invoergegevens voor de geluidsberekeningen». Deze leden constateren dat eenzelfde situatie zich voordeed bij de MER van Lelystad Airport. Gezien deze feiten vragen de genoemde leden zich af hoe de regering dit bij de openstaande luchthavenbesluiten tracht te voorkomen. Aansluitend willen deze leden graag weten of met een eventuele herberekening in de MER is rekening gehouden in het termijn van 3 jaar.

Luchthaven Woensdrecht

De leden van de D66-fractie vernemen met genoegen de positieve economische effecten van de bouw van een motorentestcel en een motorenhal en een distributiecentrum voor reserveonderdelen voor F-35 vliegtuigen. Deze leden vragen of de regering, gezien het veronderstelde economische belang, contingency-plannen heeft mocht er geen vergunning worden verleend voor de geluidsoverlast en het aantal transportbewegingen, zeker gezien de ligging nabij Natura 2000-gebieden.

De nadruk op het grote economische belang van de ontwikkelingen op en rond de luchthaven Woensdrecht baart de leden van de Partij voor de Dieren zorgen, mede omdat deze luchthaven in een Natura 2000 gebied ligt. Deze leden vragen wat de ontwikkelingen voor de belasting op de omliggende natuurgebieden betekenen.

Luchthaven Gilze-Rijen

De leden van de CDA-fractie melden dat de commissie voor de mileueffectrapportage (m.e.r.) voor Gilze Rijen onlangs heeft geadviseerd om de milieueffectrapportage te laten aanpassen. De commissie voor de m.e.r. adviseert dit, omdat veel informatie over de luchthaven niet beschikbaar is. Daardoor zijn conclusies over geluidhinder en veiligheid door de commissie niet goed te toetsen. Bovendien is volgens de commissie niet in te schatten in hoeverre de activiteiten met minder hinder dan wel veiliger voor de omgeving uitgevoerd kunnen worden. De leden van de CDA-fractie vragen hoe de procedure nu verder verloopt en welke vervolgstappen de regering gaat ondernemen.

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren stellen dat er rond de luchthaven Gilze-Rijen veel zorgen zijn van omwonenden over de geluidsoverlast, alsmede over de zwaardere belasting voor de nabijgelegen natuur- en stiltegebieden. Gedeputeerde staten van Noord-Brabant zijn van mening dat in de m.e.r. te weinig aandacht is besteed aan alternatieve oplossingen die de geluidsoverlast voor omwonenden zouden kunnen verminderen. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren willen graag weten hoe de regering dit ziet.

De leden van de D66-fractie vernemen graag wat de regering tracht te doen met het breed gedragen verzet van de bevolking en de gemeenteraad tegen verhoogde geluidsoverlast als gevolg van de eventuele ingebruikname van de training-faciliteiten. Overweegt de regering alternatieve trainingsmethoden?

Verlenging overgangstermijn met drie jaar

De leden van de D66-fractie constateren dat de regering deze paragraaf afsluit met «De verlengde termijn is toereikend om de vereiste luchthavenbesluiten tot stand te brengen». Aangezien de regering tot twee maal toe de termijn heeft moeten verlengen, vernemen genoemde leden dit met enige scepsis. Zij vragen hoe waarschijnlijk de regering het acht dat zich bij de openstaande luchthavenbesluiten geen vertragingen zullen voordoen, zoals dit wel het geval was bij de luchthavens De Kooy en Woensdrecht.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff


X Noot
1

I.v.m. het toevoegen van een inbreng van een fractie

Naar boven