De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Defensie over de brief van 21 september 2021 inzake de Inzetbaarheidsrapportage
eerste helft 2021 (Kamerstuk 34 919, nr. 82).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 22 oktober 2021. Vragen en
antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie, Aukje de Vries
Adjunct-griffier van de commissie, Mittendorf
1. Hoeveel uren wordt er per week gevlogen met de F-35 toestellen?
2. Hoeveel uren zou er per week gevlogen moeten worden met de F-35 toestellen om aan
de personele gereedheid van de piloten te voldoen?
Het aantal vlieguren per week is nog geen constante, omdat er met regelmaat nog toestellen
en vliegers worden toegevoegd aan de Nederlandse F-35 vloot. Om de personele gereedheid
op norm te krijgen en houden wordt zowel in het F-35 toestel als in de simulator gevlogen,
zowel in Nederland als op Luke Air Force Base in de Verenigde Staten. Defensie ligt
hiermee op schema eind dit jaar Initial Operational Capable (IOC) met de F-35 te zijn.
3. Hoe zorgt Defensie ervoor dat er meer eenheden worden ingezet voor EU-missies en
de substantiële bijdrage wel geleverd gaat worden?
Om een «substantiële bijdrage» te kunnen leveren aan EU-missies en -operaties, zoals
afgesproken in PESCO, zijn investeringen noodzakelijk om de beschikbare capaciteiten
uit te breiden. Een vergroting van de huidige bijdrage van stafofficieren en eenheden
aan EU missies en operaties is momenteel enkel mogelijk door herprioritering van de
schaarse beschikbare capaciteiten binnen de bestaande inzet. Daarnaast herziet Defensie
periodiek de inzet van eenheden in verschillende samenwerkingsverbanden, waarbij een
afweging wordt gemaakt op welke wijze Nederland het beste kan bijdragen aan lopende
missies en operaties. Het is aan een volgend kabinet om verdere stappen te zetten.
4. Kunt u de gereedstelling van alle eenheden per taak inzichtelijk maken en aan de
Kamer sturen?
De Inzetbaarheidsrapportage bestaat uit een openbare brief en een vertrouwelijke bijlage.
Deze vertrouwelijke bijlage bestaat uit twee delen: een tekstueel deel dat operationeel
vertrouwelijke informatie over de gereedheid van de krijgsmacht bevat en de opdrachtenmatrix
die ingaat op de status van de capaciteiten en inzetbare eenheden. Samen geven brief
en bijlage u inzicht in hoeverre de krijgsmacht haar drie hoofdtaken heeft kunnen
uitvoeren en informeren ze u over de mate van generieke gereedheid voor de drie hoofdtaken
van de daarvoor benodigde capaciteiten en inzetbare eenheden. Daar waar een capaciteit
of inzetbare eenheid niet (volledig) gereed is voor een of meer hoofdtaken wordt dit
in de bijlage of in de toelichting bij die capaciteit of eenheid vermeld. Deze rapportage
over de generieke opdracht voor capaciteiten en inzetbare eenheden gaat over alle
drie de hoofdtaken en is niet opgesplitst per hoofdtaak.
5. Hoeveel Nederlandse eenheden worden ingezet voor de EU Battlegroup en waar is deze
gestationeerd?
De EU Battle Group is een snel inzetbare eenheid die volgens een rooster uit deelnemende
EU-landen wordt samengesteld. De eenheid staat gereed voor Europese inzet en is gestationeerd
op de eigen nationale locatie. In de kamerbrief van 20 mei 2020 (Kamerstuk 29 521, nr. 408) bent u geïnformeerd over de Nederlandse bijdrage aan de door Duitsland geleide Battle
Group in de tweede helft van 2020. Op verzoek van Duitsland heeft Nederland in de
eerste drie maanden van 2021 deze bijdrage voortgezet, met uitzondering van de helikopters,
die vanwege het geplande helikoptertransitieprogramma niet langer beschikbaar waren.
6. Wanneer verwacht Defensie de materiële gereedheid weer boven de norm te hebben?
De Defensievisie 2035 zet uiteen wat er nodig is om onder meer de gereedheid, waaronder
materiële gereedheid, te herstellen en Defensie toekomstbestendig te maken. Met de
huidige toegewezen financiële middelen is uitgaande van de huidige ambitie van de
organisatie volledig herstel van de materiële gereedheid niet haalbaar en worden er
slechts kleine verbeteringen gerealiseerd. Besluitvorming over ambitie en budget is
aan een volgend Kabinet.