34 919 Defensienota

Nr. 72 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 16 oktober 2020

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister en Staatssecretaris van Defensie over de brief van 15 september 2020 inzake de Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2020 (Kamerstuk 34 919, nr. 69).

De Minister en Staatssecretaris hebben deze vragen beantwoord bij brief van 15 oktober 2020. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Aukje de Vries

De adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff

1.

Hoeveel militairen (FTE’s) mist Defensie voor volledige inzetbaarheid?

Voor volledige inzetbaarheid dient het vullingspercentage (kwantitatieve vulling) van reguliere militaire functies minimaal 90% te bedragen. In de periode begin 2018 tot medio 2020 is de formatie bij Defensie met circa 5.900 VTE toegenomen, waarvan ruim 1.000 VTE in het afgelopen jaar. Dit vullingspercentage voor reguliere militaire functies binnen Defensie bedroeg op 1 juli 2020 79%. Ook na de huidige COVID-19-crisis zal er sprake blijven van schaarse categorieën op de arbeidsmarkt en bij Defensie (onder andere technisch en medisch personeel). De vullingsproblemen voor de specifieke knelpuntcategorieën blijven oorzaak van de lage personele en operationele gereedheid: vliegers, technisch, IV- en geneeskundig personeel. Echter, van belang is behalve voldoende kwantitatieve vulling ook de kwalitatieve personele vulling. Met kwalitatieve vulling wordt bedoeld dat personeel opgeleid en ervaren is om hun functie te kunnen vervullen.

Een nieuw personeelsmodel is in voorbereiding en in proeftuinen wordt geëxperimenteerd met nieuwe instrumenten om militair personeel te werven. Deze instrumenten zullen bijdragen aan het verder op orde krijgen van de vulling van militaire functies, waarbij naast het sturen op vulling nadrukkelijker wordt gestuurd op het vergroten van de gereedheid en inzetbaarheid.

2.

Waarom is er in de inzetbaarheidsdoelen geen expliciet doel op het gebied van Europese defensiesamenwerking opgenomen?

Nederland neemt actief deel aan verschillende vormen van Europese defensiesamenwerkingen in bilateraal verband en in EU-, NAVO- en ander multilateraal verband. Voorbeelden van dergelijke samenwerkingen zijn: de gezamenlijke bewaking door Nederland en België van het Benelux-luchtruim, de langdurige bijdrage aan de bewaking van de Europese buitengrenzen, het Nederlands-Duits hoofdkwartier in Münster en de Belgisch-Deens-Nederlandse samenwerking bij de aansturing van special forces operaties in het kader van de NAVO (NRF).

De Inzetbaarheidsdoelen bevatten geen expliciet doel op het gebied van Europese defensiesamenwerking, omdat deze Inzetbaarheidsdoelen uit de Defensienota 2018 geordend zijn naar de uitvoering van de drie hoofdtaken van Defensie. De expliciete doelen voor Europese defensiesamenwerking daarentegen zijn opgenomen in het EU verdrag (artikel 41–46) en het oprichtingsbesluit voor Permanent Gestructureerde Samenwerking (PESCO)

3.

Zijn rij- en vliegopleidingen inmiddels weer mogelijk?

Ja, zowel rij- als vliegopleidingen zijn tijdens de COVID-19 periode vroegtijdig aangemerkt als «operationeel essentieel» en daarmee herstart, uiteraard met risico beperkende maatregelen ter voorkoming van verdere verspreiding van COVID-19.

4.

Wat doet Defensie concreet om de druk op de opleidingscapaciteit te verminderen?

Defensie vermindert de druk op de opleidingscapaciteit via maatregelen als: verlenging functieduur, opleidingsverkorting, afstandsonderwijs, uitbesteding aan civiele opleidingsinstanties, beter aansluiten op eerder verworven competenties, just-in-time opleiden, het vraag- en aanbodmanagement van opleidingen nog verder optimaliseren en het tijdelijk onttrekken van militaire instructeurs uit de operationele onderdelen ten guste van de opleidingseenheden.

5.

Met welke tien organisaties is Defensie gaan samenwerken naar aanleiding van COVID-19?

Tijdens de COVID-19-crisis heeft Defensie met verschillende sectoren onderzocht welke kansen en bedreigingen bedrijven zagen. Die contacten hebben geleid tot nieuwe, concrete projecten in het voorjaar: van Defensie inzet bij voedselbanken, de inzet van een mobiel laboratorium, de levering van hulpmiddelen aan het landelijk operatie team Corona, tot het onderling koppelen van civiele partijen met een passende hulpvraag en -aanbod (bijvoorbeeld machines voor de productie van mondkapjes en het vervoer van goederen). Met een aantal bedrijven lijkt de COVID-crisis ook structurelere mogelijkheden te bieden voor personele samenwerking. Met bijvoorbeeld de maritieme en luchtvaartindustrie wordt verkend of personeel uit deze bedrijven al dan niet tijdelijk naar Defensie kan worden gehaald.

Het aantal van tien bedrijven waaraan specifiek wordt gerefereerd in de vraag, slaat op de personele samenwerkingsmogelijkheden die Defensie al geruimere tijd verkent. Deze samenwerking is echter breder dan de door COVID-19 ontstane gesprekken en heeft als doel om van elkaar te leren, mensen de kans te bieden om hun werkervaring te verbreden en te verdiepen, talenten te ontwikkelen en schaarse capaciteiten te delen.

6.

Ligt er een plan klaar bij Defensie om de kansen van de flexibele schil in COVID-19 tijd ten volste te benutten?

Op basis van onze eigen knelpuntcategorieën gaan we met civiele partners in gesprek, om te onderzoeken of het mogelijk is personeel over te nemen dat beschikbaar komt op de arbeidsmarkt. Daarbij kan het gaan om reguliere arbeidsplaatsen, maar ook om tijdelijke contractvormen en detacheringen bij Defensie ten einde de kansen in de opschaalbare schil ten volste te kunnen benutten. Defensie voert momenteel verkennende gesprekken met enkele bedrijven uit de luchtvaartsector en de maritieme sector. De lessen uit deze gesprekken kunnen we toepassen op mogelijke gesprekken met andere sectoren. Het meest kansrijk op dit moment lijken de gesprekken met de maritieme sector, die samenkomen in het relatief nieuwe samenwerkingsverband Maritime Capacity Alliance.

7.

Wanneer is het programma Kwaliteit in beeld volledig geïmplementeerd?

Het programma «Kwaliteit in Beeld» ligt op schema en is naar verwachting in 2021 geïmplementeerd.

8.

Is de Nederlandse krijgsmacht op al zijn onderdelen voldoende geoefend voor een mogelijke militaire confrontatie?

De vertrouwelijke bijlage van de Inzetbaarheidsrapportage geeft hierover meer informatie. Tevens kan deze informatie tijdens de vertrouwelijke Technische Briefing Inzetbaarheidsrapportage op 14 oktober aan uw Kamer verder worden toegelicht.

Naar boven