34 883 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/1148 (Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen)

D NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID1

Vastgesteld 25 september 2018

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord, waarin onder meer hun vragen zijn beantwoord. Deze beantwoording geeft enige verheldering, maar leidt op onderdelen nog tot nadere vragen. De leden van de fracties van D66, SP, PvdA en 50PLUS sluiten zich graag bij de vragen van de VVD-fractieleden aan.

2. Aanwijzen van essentiële diensten

De VVD-fractieleden hebben enkele vragen over de aanwijzing van de zogenaamde aanbieders van essentiële diensten (hierna: AED’s). De regering geeft aan dat zorgaanbieders vooralsnog niet als AED worden aangewezen.2 Tegelijkertijd is in artikel 4, eerste lid, van het wetsvoorstel de Minister voor Medische Zorg aangewezen als bevoegde autoriteit voor de gezondheidszorg. De regering geeft in de memorie van antwoord als verklaring hiervoor dat op dit moment zorgaanbieders nog niet onder de categorie van AED vallen, maar dat in de toekomst mogelijk anders kan zijn.3 De aanwijzing van zorgaanbieders kan middels wijziging van het Besluit beveiliging netwerk- en informatiesystemen. Voor de aanwijzing van een bevoegde autoriteit moet echter de wet worden aangepast. Welke overwegingen hebben voor de regering een rol gespeeld bij het vooralsnog niet aanwijzen van zorgaanbieders als AED, zeker nu de gezondheidszorg in bijlage II bij de NIB-richtlijn4 als sector met potentiële AED’s wordt genoemd? En waarom heeft de regering gekozen voor het instrument van lagere wetgeving (een AMvB) aan de ene kant als het gaat om de aanwijzing van een AED, en voor het instrument van formele wetgeving aan de andere kant als het gaat om de aanwijzing van een bevoegde autoriteit? Waarom heeft zij niet gekozen voor formele wetgeving als het gaat om zowel het aanwijzen van AED’s als bevoegde autoriteiten? Graag een reactie.

3. Rechtsbescherming

De regering schrijft in de memorie van antwoord dat zij ervan uitgaat dat tegen de beslissing tot openbaarmaking van gegevens van een aanbieder bestuursrechtelijke rechtsbescherming openstaat.5 Weet zij dat niet zeker, zo vragen de VVD-fractieleden. En waarom weet zij dat niet zeker? Aan welke andere vormen van rechtsbescherming dan bestuursrechtelijke denkt de regering als zij twijfelt of de aanbieder bestuursrechtelijke rechtsbescherming geniet? Graag een reactie.

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid zien de reactie van de regering – bij voorkeur binnen vier weken – met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Duthler

De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling:

Engels (D66), Kox (SP), Van Bijsterveld (CDA) (vice-voorzitter), Duthler (VVD) (voorzitter), Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Knip (VVD), Backer (D66), Schouwenaar (VVD), Van Strien (PVV), Kok (PVV), Gerkens (SP), Vlietstra (PvdA), Lokin-Sassen (CDA), Bredenoord (D66), Dercksen (PVV), D.J.H. van Dijk (SGP), Van Rij (CDA), Rombouts (CDA), Van de Ven (VVD), Wezel (SP), Bikker (CU), Baay-Timmerman (50PLUS) Van Zandbrink (PvdA), vac. (PVV), Fiers (PvdA), Andriessen (D66).

X Noot
2

Kamerstukken I 2017/18, 34 883, C, p. 2–3.

X Noot
3

Kamerstukken I 2017/18, 34 883, C, p. 2–3.

X Noot
4

Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees parlement en de Raad van 6 juli 2016 houdende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de Unie (PbEU 2016, L 194).

X Noot
5

Kamerstukken I 2017/18, 34 883, C, p. 6.

Naar boven