1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie steunen meer dan van harte het initiatief van de regering om de registratie
van niet levend geboren kinderen wettelijk te regelen. Daarmee voorziet zo’n wettelijke
regeling in een belangrijke emotionele behoefte, niet alleen ten aanzien van de erkenning
van het kind dat er was, maar helaas niet geboren heeft mogen worden, maar ook in
de emotionele verwerking van zo’n ingrijpende gebeurtenis. Deze leden hebben nog enkele
vragen. De leden van de PvdA-fractie sluiten zich bij deze vragen aan.
2. Vragen van de VVD-fractie
De opneming van gegevens in de basisregistratie personen (BPR) geschiedt uitsluitend
op verzoek van een ouder, en ongeacht de duur van de zwangerschap, zo stellen de leden
van de VVD-fractie vast. Er worden geen termijnen gehanteerd en zo min mogelijk voorwaarden
gesteld. De gegevens dienen te worden ontleend aan een akte levenloos geboren kind
of een akte van geboorte (levenloos) die is opgenomen in het overlijdensregister van
de Nederlandse burgerlijke stand. Ook geboortes van vele jaren geleden kunnen worden
geregistreerd. Nu worden er zo weinig mogelijk voorwaarden gesteld – aldus de memorie
van toelichting –, maar de voorwaarde van een akte is er één die ambtenaren van de
burgerlijke stand niet snel opzij zullen schuiven. Stel dat de ouders of één van de
ouders niet meer over zo’n akte levenloos geboren kind beschikt. Welke andere manieren
staan deze ouder alsdan ter beschikking om het niet levend geboren kind in de basisregistratie
personen geregistreerd te krijgen? Zouden getuigenverklaringen hierin een rol kunnen
spelen?
Een andere vraag die de leden van de VVD-fractie hebben, is of en op welke wijze ambtenaren
van de burgerlijke stand instructies krijgen of indicaties wanneer levenloos geboren
kinderen ingeschreven kunnen worden. Is er bijvoorbeeld een minimale duur van de zwangerschap
nodig? Deze vraag speelt met name als de zwangerschap minder dan 24 weken geduurd
heeft. Is er een ondergrens?
De commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken
en Huis van de Koning ziet met belangstelling uit naar de memorie van antwoord en
ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit voorlopig verslag.
De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van
Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Engels
De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van
Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Bergman