34 882 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet meer in leven zijn of omtrent wie een Nederlandse akte is opgemaakt die vermeldt dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven is

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT/ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING1

Vastgesteld 19 november 2018

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie steunen meer dan van harte het initiatief van de regering om de registratie van niet levend geboren kinderen wettelijk te regelen. Daarmee voorziet zo’n wettelijke regeling in een belangrijke emotionele behoefte, niet alleen ten aanzien van de erkenning van het kind dat er was, maar helaas niet geboren heeft mogen worden, maar ook in de emotionele verwerking van zo’n ingrijpende gebeurtenis. Deze leden hebben nog enkele vragen. De leden van de PvdA-fractie sluiten zich bij deze vragen aan.

2. Vragen van de VVD-fractie

De opneming van gegevens in de basisregistratie personen (BPR) geschiedt uitsluitend op verzoek van een ouder, en ongeacht de duur van de zwangerschap, zo stellen de leden van de VVD-fractie vast. Er worden geen termijnen gehanteerd en zo min mogelijk voorwaarden gesteld. De gegevens dienen te worden ontleend aan een akte levenloos geboren kind of een akte van geboorte (levenloos) die is opgenomen in het overlijdensregister van de Nederlandse burgerlijke stand. Ook geboortes van vele jaren geleden kunnen worden geregistreerd. Nu worden er zo weinig mogelijk voorwaarden gesteld – aldus de memorie van toelichting –, maar de voorwaarde van een akte is er één die ambtenaren van de burgerlijke stand niet snel opzij zullen schuiven. Stel dat de ouders of één van de ouders niet meer over zo’n akte levenloos geboren kind beschikt. Welke andere manieren staan deze ouder alsdan ter beschikking om het niet levend geboren kind in de basisregistratie personen geregistreerd te krijgen? Zouden getuigenverklaringen hierin een rol kunnen spelen?

Een andere vraag die de leden van de VVD-fractie hebben, is of en op welke wijze ambtenaren van de burgerlijke stand instructies krijgen of indicaties wanneer levenloos geboren kinderen ingeschreven kunnen worden. Is er bijvoorbeeld een minimale duur van de zwangerschap nodig? Deze vraag speelt met name als de zwangerschap minder dan 24 weken geduurd heeft. Is er een ondergrens?

De commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning ziet met belangstelling uit naar de memorie van antwoord en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit voorlopig verslag.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Engels

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Bergman


X Noot
1

Samenstelling:

Engels (D66) (voorzitter), Nagel (50PLUS), Meijer(SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Ten Hoeve (OSF), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Koffeman (PvdD), Strik (GL), De Vries-Leggedoor (CDA), Flierman (CDA), vac. (D66), Schouwenaar (VVD), Van Strien (PVV), P. van Dijk (PVV), Gerkens (SP), Van Hattem (PVV), Köhler (SP) (vicevoorzitter), Lintmeijer (GL), Pijlman (D66), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Verheijen (PvdA), Bikker (CU), Klip-Martin (VVD), Sini (PvdA), Van der Sluijs (PVV), Fiers (PvdA)

Naar boven