34 872 Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met maximering van het aantal regionale publieke media-instellingen

A VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP1

Vastgesteld 19 maart 2018

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de fracties van PvdA en GroenLinks hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden hechten aan het behoud en de verdere ontwikkeling van kwalitatief goede en onafhankelijke journalistiek bij de regionale omroep zodat deze haar belangrijke rol in een goed functionerende democratie kan blijven invullen. Daarbij hebben deze leden de volgende vragen. Wat is de verantwoordelijkheid van het provinciaal bestuur bij het bevorderen van een kwalitatief hoogwaardige omroep? Hoe is de onafhankelijkheid van de omroep geborgd?

Gegeven het budget kiest de regering ervoor het aantal regionale omroepen per provincie te maximeren tot één per provincie. Deze leden vragen hoe met de aanwijzing van één omroep de gewenste redactionele pluriformiteit en pluraliteit zijn geborgd.

De toezegging aan de Eerste Kamer voor minimaal één regionale omroep per provincie krijgt met de vertaling naar maximaal één regionale omroep de beperktst mogelijke invulling.2 Die gaat voorbij aan bijvoorbeeld de regionale diversiteit die grote provincies als bijvoorbeeld maar niet uitsluitend Overijssel, Gelderland, Noord-Holland en Noord-Brabant kenmerkt. Zwolle is niet hetzelfde als Twente, de Betuwe is de Veluwe niet, Texel heeft een andere identiteit dan het Gooi en de Wouwse Plantage ligt ver af van Eindhoven. Herkent de regering deze en andere verschillen en zou het niet logischer zijn de – nog moeizame – bundeling van lokale omroepen richting streekomroepen te betrekken bij een meer integrale visie naar wat het beste schaalniveau is waarop de kijker/luisteraar vanuit zijn eigen regio bediend wordt zonder daarop op voorhand een wettelijke beperking van één gefinancierde regionale omroep op te leggen?

De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet met belangstelling uit naar de memorie van antwoord en ontvangt deze graag uiterlijk vier weken na vaststelling van dit voorlopig verslag.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Vries-Leggedoor

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Bergman


X Noot
1

Samenstelling: Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), De Vries-Leggedoor (CDA), (voorzitter), Ganzevoort (GL), Martens (CDA), Van Strien (PVV), Kok (PVV), Bruijn (VVD), Gerkens (SP), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Köhler (SP), Nooren (PvdA), Pijlman (D66), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Schnabel (D66), (vice-voorzitter), Bikker (CU), Klip-Martin (VVD), Sini (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV) en Van Zandbrink (PvdA).

X Noot
2

Toezegging T02222 op www.eerstekamer.nl

Naar boven