34 858 Nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018)

Nr. 22 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID STOFFER C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 4 oktober 2018

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid vervalt «binnen drie maanden na de dagtekening van die uitspraak of die beslissing» en wordt «de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin de woonplaats van de instelling is gelegen» vervangen door « de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam».

2. Na het vierde lid worden drie leden ingevoegd, luidende:

  • 4a. Het beroep wordt ingeleid door indiening van een verzoek binnen drie maanden nadat de verzoekende partij van de in het vierde lid bedoelde uitspaak of beslissing op de hoogte is gesteld. De wederpartij wordt van het beroep in kennis gesteld.

  • 4b. De ondernemingskamer behandelt het verzoek met de meeste spoed.

  • 4c. Tegen een uitspraak van de ondernemingskamer kan geen beroep in cassatie worden ingesteld.

3. In het vijfde lid wordt «de termijn, bedoeld in het vierde lid» vervangen door «de termijn, bedoeld in het 4a-ste lid» en wordt «de kantonrechter, bedoeld in het vierde lid,» vervangen door «de ondernemingskamer».

4. In het zesde lid wordt «De kantonrechter» vervangen door «De ondernemingskamer» en wordt «zijn beslissing» vervangen door «haar beslissing».

Toelichting

In tegenstelling tot de huidige situatie opent het wetsvoorstel de mogelijkheid om tegen een uitspraak van de commissie van vertrouwenslieden in beroep te gaan. Indieners begrijpen deze wens, maar vinden dat dit beter geregeld zou kunnen worden door de beroepsprocedure te laten verlopen via de Ondernemingskamer. De Ondernemingskamer vervult deze rol ook in de Wet medezeggenschap op scholen. Bovendien beoordeelt de Ondernemingskamer geschillen over de toepassing van het adviesrecht op basis van de Wet op de ondernemingsraden. Er is dus al expertise opgebouwd in de beoordeling van medezeggenschapsgeschillen. Dit amendement stelt daarom voor om de Ondernemingskamer deze rol ook te geven in de Wmcz 2018. De kosten van de beroepsprocedure kunnen hierdoor, zowel in tijd als in geld, substantieel worden beperkt.

Stoffer Van der Staaij Aukje de Vries Kerstens Slootweg

Naar boven