34 854 Intrekking van de Wet raadgevend referendum

J MOTIE VAN HET LID NAGEL C.S.

Voorgesteld 3 juli 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat er op 20 juni jl. een zitting is geweest omtrent de afschaffing van het referendum voor de Haagse rechtbank, aangespannen door de Stichting Meer Democratie tegen de Staat der Nederlanden,

overwegende, dat de rechtbank heeft bepaald dat hierover op 1 augustus a.s. uitspraak zal worden gedaan,

overwegende, dat er geen enkele spoedeisende reden is om de uitspraak van de rechtbank op 1 augustus a.s. niet af te wachten,

verzoekt de regering een aangenomen wetsvoorstel 34 854 niet te bekrachtigen voordat de genoemde uitspraak bekend en bekeken is,

en gaat over tot de orde van de dag

Nagel

Ten Hoeve

Koffeman

Baay-Timmerman

Naar boven