34 814 Wijziging van de Wet op de dierproeven (redactionele wijzigingen ter precisering van enkele onderdelen van de wet)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op de dierproeven op enkele onderdelen te preciseren opdat de redactie van die onderdelen beter aansluit bij de redactie van Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (PbEU 2010, L 276);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de dierproeven wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a van het eerste lid wordt na het woord «andere» ingevoegd: wetenschappelijke.

b. In onderdeel d van het eerste lid wordt na de woorden «die de in» ingevoegd: bijlage I van.

B

Artikel 10e wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid, onderdeel a, wordt »ziekten» vervangen door: klinische aandoeningen.

b. In het derde lid wordt het zinsdeel «andere niet-menselijke primatensoort» vervangen door: andere soort.

C

In artikel 11, eerste lid, wordt na «Dieren behorende tot de in» ingevoegd: bijlage I van.

D

In artikel 13f, vierde lid, onderdeel b, wordt «het projectvoorstel op basis waarvan een projectvergunning is verleend» vervangen door: de daarvoor verleende projectvergunning.

E

In artikel 14, eerste lid, wordt «indien opportuun» vervangen door: indien die geschikter is.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Economische Zaken,

Naar boven