34 808 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PbEU 2015, L 141), alsmede in verband met de uitvoering van verordening (EU) 2015/847 van het Europees parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1781/2006 (PbEU 2015, L 141) (Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn)

J BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2018

Tijdens het plenaire debat over de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn op 10 juli jl. heb ik toegezegd dit najaar op enkele zaken bij uw Kamer terug te komen. Het betreft informatie over ten eerste de toerusting van financiële dienstverleners voor het verrichten van verscherpt cliëntenonderzoek en het comparatieve voordeel dat zij hebben1 en ten tweede het aantal politiek prominente personen en hun naasten naar wie banken verscherpt cliëntenonderzoek moeten uitvoeren2. Ten derde heb ik tijdens het plenaire debat toegezegd dat de implementatiewet breed geëvalueerd zal worden. In die evaluatie wordt in ieder geval het cliëntenonderzoek naar politiek prominente personen meegenomen. Op de overige onderwerpen van de evaluatie en de inrichting daarvan zou ik dit najaar bij uw Kamer terugkomen.3

Voor de inrichting van de evaluatie moet onder andere worden gekeken naar aard en omvang van deze evaluatie en naar de benodigde gegevens om deze evaluatie effectief te kunnen laten plaatsvinden. Omdat er bij het antiwitwasbeleid en het toezicht daarop veel partijen betrokken zijn en er ook andere (periodieke) onderzoeken naar witwassen en financieren van terrorisme lopen, neemt het opzetten van de inrichting van de evaluatie meer tijd in beslag. Aangezien de gevraagde informatie van de andere twee toezeggingen samenhang kent met de evaluatie, doe ik bovenstaande drie toezeggingen graag gezamenlijk gestand. Ik zal uw Kamer uiterlijk in januari 2019 informeren.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

T02618.

X Noot
2

T02632.

X Noot
3

Onderdeel van T02629.

Naar boven