34 808 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PbEU 2015, L 141), alsmede in verband met de uitvoering van verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1781/2006 (PbEU 2015, L 141) (Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn)

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 31 januari 2018

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel A, wordt het voorgestelde artikel 1, eerste lid, als volgt gewijzigd:

1. De definitie van algemene verordening gegevensbescherming vervalt.

2. In de definitie van persoonsgegeven wordt «algemene verordening gegevensbescherming» vervangen door: Algemene verordening gegevensbescherming.

3. De definitie van persoonsgegeven wordt voor de definitie van platform voor de veiling van emissierechten geplaatst.

4. In de definitie van richtlijn betaaldiensten wordt «richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG een 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG (PbEG 2007, L 319)» vervangen door: richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64 (PbEU 2015, L 337).

B

In artikel I, onderdeel A, wordt in het voorgestelde artikel 1a, derde lid, onderdeel b, «de bijlage» vervangen door: bijlage I.

C

In artikel I, onderdeel A, wordt in de voorgestelde artikelen 1b, eerste lid, 1d, zevende lid, 1e en 1f «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» telkens vervangen door: Onze Minister van Justitie en Veiligheid.

D

Artikel I, onderdeel E, subonderdeel 1, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel f komt te luiden:

f. in onderdeel b wordt «artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdelen a, b, c, e, f en g, derde lid, aanhef en onderdelen a, b, c en e, en vierde lid, aanhef, onderdelen a, b, c, d, f en g» vervangen door: artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdelen a, b, c, e en f, derde en vierde lid.

2. Onderdeel g vervalt.

E

Na onderdeel M wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ma

In artikel 14, derde lid, wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door: Onze Minister van Justitie en Veiligheid.

F

In artikel I, onderdeel T, wordt subonderdeel 3 vervangen door twee subonderdelen, luidende:

3. In het vierde lid, onderdeel b, wordt «Veiligheid en Justitie» vervangen door: Justitie en Veiligheid.

4. Het zesde lid komt te luiden:

6. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder toezichthoudende autoriteit verstaan:

a. de toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 1d, eerste lid, onderdeel a, b, e of f;

b. de toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 1d, eerste lid, onderdeel c, voor zover het betreft instellingen als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel a, b of e;

c. de toezichthouder, bedoeld in artikel 1 van de Wet toezicht trustkantoren.

G

Artikel I, onderdeel U, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «algemene verordening gegevensbescherming» vervangen door: Algemene verordening gegevensbescherming.

2. Onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid, wordt na het vijfde lid een lid ingevoegd luidende:

6. In het zevende lid (nieuw) wordt «Voor de toepassing van het vijfde lid» vervangen door: Voor de toepassing van het zesde lid.

H

Artikel I, onderdeel Y, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan artikel 33, tweede lid, onderdeel c, wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

3°. van degenen die voor de vennootschap of juridische entiteit bij de instelling optreden: de geslachtsnaam, de voornamen en de geboortedatum.

2. In artikel 33, vijfde lid, wordt «het vijfde lid» vervangen door: het vierde lid.

I

In artikel I, onderdeel AE, wordt in het voorgestelde artikel 35a, eerste lid, «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door: Onze Minister van Justitie en Veiligheid.

J

In artikel I, onderdeel AI, wordt in het voorgestelde artikel 40 «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door: Onze Minister van Justitie en Veiligheid.

K

In artikel VI wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

In artikel 28, vijfde lid, wordt «in artikel 45a» vervangen door: in artikel 45a, eerste lid, en artikel 24, tweede lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

L

In artikel VI wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

In artikel 45b wordt «bedoeld in artikel 45a» vervangen door: bedoeld in artikel 45a, eerste lid, en artikel 24, tweede lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

M

Aan Artikel VI wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

G

In artikel 45i, eerste lid, wordt «bedoeld in artikel 45a» vervangen door: bedoeld in artikel 45a, eerste lid, en artikel 24, tweede lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

N

Na artikel VI wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIA

Indien het bij koninklijke boodschap van 18 juli 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand (Kamerstukken 33 996) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel P, van die wet:

  • a. eerder in werking treedt of is getreden dan artikel I, onderdeel A, van deze wet, wordt in artikel I, onderdeel A, in de tekst van artikel 1b, tweede lid, na «artikel 27g» ingevoegd: of 31;

  • b. later in werking treedt dan artikel I, onderdeel A, van deze wet, wordt in artikel 1b, tweede lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme na «artikel 27g» ingevoegd: of 31.

Toelichting

Algemeen

Deze nota van wijziging bevat verbeteringen van het wetsvoorstel voor de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn. De wijzigingen zijn technisch van aard en worden in het artikelsgewijze deel toegelicht.

Deze nota van wijziging wordt mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid ingediend.

Artikelsgewijs

A en B

De begripsomschrijvingen in artikel 1 Wwft worden op onderdelen gewijzigd. In verband met het wetsvoorstel voor de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming1 komt de begripsomschrijving van de Algemene verordening gegevensbescherming te vervallen en worden de verwijzingen naar deze verordening conform het voorgestelde artikel 52 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, gewijzigd. Dit voorgestelde artikel heeft betrekking op het aanhalen van de Algemene verordening gegevensbescherming in overige wetgeving.

Daarnaast wordt de begripsomschrijving van de richtlijn betaaldiensten gewijzigd, in verband met de herziene richtlijn betaaldiensten2 waarmee richtlijn 2007/64/EG wordt ingetrokken. Als gevolg van het in werking treden van de herziene richtlijn betaaldiensten wordt met onderdeel B de verwijzing naar de bijlage bij de richtlijn betaaldiensten aangepast, zodat duidelijk wordt dat het hier bijlage I bij de herziene richtlijn betaaldiensten betreft.

C, E, I en J

Met deze onderdelen wordt voorzien in een naamwijziging van de Minister van Veiligheid en Justitie naar de Minister van Justitie en Veiligheid.

D

Met dit onderdeel worden enkele omissies hersteld in de verwijzingen naar artikel 3 Wwft, die deel uitmaken van artikel 5, eerste lid, onderdelen b en c. Met het onderhavige wetsvoorstel komen artikel 3, tweede lid, onderdeel g, en de (sub)onderdelen van het vierde lid, te vervallen. Een verwijzing naar deze (sub)onderdelen dient derhalve te worden vervangen door een verwijzing naar artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdelen a, b, c, e en f, en het vierde lid. Voorts ontbrak er een verwijzing naar het derde lid van artikel 3, met betrekking tot het cliëntenonderzoek ingeval een cliënt optreedt namens een trust of soortgelijke juridische constructie, maar was ten onrechte een verwijzing naar het vijfde lid van artikel 3 opgenomen. Het herstel van deze omissies leidt ertoe dat, zoals ook naar huidig recht reeds het geval is, een instelling gebruik kan maken van het cliëntenonderzoek dat is verricht door een introducerende instelling, indien dit cliëntenonderzoek geleid heeft tot het resultaat dat op grond van artikel 3, tweede tot en met vierde lid, van de Wwft is voorgeschreven.

F

In de eerste plaats voorziet dit onderdeel in een naamswijziging van de Minister van Veiligheid en Justitie naar de Minister van Justitie en Veiligheid.

Nu in artikel 22, eerste lid, van de Wwft niet expliciet naar de «toezichthoudende autoriteit» wordt verwezen, wordt in de tweede plaats de aanhef van het zesde lid van artikel 22 gewijzigd. Daarmee wordt verder verduidelijkt dat het onderhavige artikel, zoals ook naar huidig recht het geval is, niet van toepassing is op de deken, respectievelijk het Bureau Financieel Toezicht, voor zover het gaat om de uitvoering van de Wwft ten aanzien van advocaten respectievelijk notarissen. Dit houdt verband met de geheimhoudingsplicht op grond van de Advocatenwet en de Wet op het notarisambt, waarnaar in het voorgestelde artikel 26 Wwft wordt verwezen.

G

Onderdeel G wijzigt de verwijzing naar de Algemene verordening gegevensbescherming conform de citeertitel in het voorgestelde artikel 52 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming. Daarnaast wordt, in verband met de vernummering van de artikelleden van artikel 23, een verwijzing naar het vijfde lid aangepast naar een verwijzing naar het zesde lid van dit artikel.

H

De bewaarplicht van artikel 33 Wwft wordt met de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn gewijzigd, ter implementatie van artikel 40 van de vierde anti-witwasrichtlijn. Daarbij is ten onrechte niet voorzien in de verplichting voor instellingen om ook de geslachtsnaam, de voornamen en de geboortedatum vast te leggen van de natuurlijke personen die voor een vennootschap of juridische entiteit optreden. Deze verplichting bestaat naar huidig recht op grond van artikel 33, eerste lid, onderdeel b, onder 2°, en is ten onrechte komen te vervallen.

Tot slot werd in het vijfde lid ten onrechte verwezen naar hetzelfde artikellid, in plaats van naar de systemen, bedoeld in het vierde lid van artikel 33. Ook dit wordt hersteld.

K, L en M

Met deze onderdelen worden nog enkele resterende verwijzingen naar artikel 45a van de Advocatenwet vervangen. Dit houdt verband met het voorgestelde artikel 24, tweede lid, van de Wwft op grond waarvan de deken, bedoeld in artikel 45a, eerste lid, van de Advocatenwet, wordt belast met het toezicht op de naleving van de Wwft, waardoor het tweede lid van artikel 45a met de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn komt te vervallen.

N

Dit betreft een samenloopbepaling die verband houdt met het wetsvoorstel dat strekt tot wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand (wetsvoorstel kansspelen op afstand).3 Afhankelijk van het moment van inwerkingtreding van laatstgenoemd wetsvoorstel wordt met dit onderdeel in het wetsvoorstel voor de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn, respectievelijk de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, verduidelijkt dat een vrijstelling van de verplichtingen van de Wwft niet kan worden verleend aan aanbieders van kansspelen op afstand. Dit is in lijn met het wetsvoorstel kansspelen op afstand.4

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Voorstel voor de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, Kamerstukken II 2017/18, 34 851, nr. 2

X Noot
2

Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PbEU 2015, L 337).

X Noot
3

Kamerstukken I 2015/16, 33 996, A.

X Noot
4

Kamerstukken II 2013/14, 33 996, nr. 3, p. 14 – 15.

Naar boven